Je kunt kiezen tussen de vier profielen Cultuur en Maatschappij (C&M), Economie en Maatschappij (E&M), Natuur en Techniek (N&T) en Natuur en Gezondheid (N&G). Maar hoe zijn deze profielen opgebouwd?
De bovenbouw van havo en vwo heeft vier profielen: Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij en Cultuur en Maatschappij. Scholen bieden deze profielen altijd aan. Hieronder vind je een overzicht van de profielen met de bijbehorende opleidingsrichting in het hoger onderwijs.
Profielkeuze havo
Data ranges from 0.024 to 53.348. End of interactive chart. Het grootste deel van de havo-leerlingen kiest voor een Economie & Maatschappij profiel. Van de combinatieprofielen is Natuur & Techniek samen met Natuur & Gezondheid het populairst.
E. Hoi, op de vraag welk examen het moeilijkst en het makkelijkst waren, kregen we veel verschillende antwoorden. Als moeilijkste examens werden de vakken wiskunde en natuurkunde het meest genoemd, op de voet gevolgd door economie, Nederlands en geschiedenis.
De opgaven bij Wiskunde A zijn vaak verhaaltjessommen, toegepast op situaties die je in het echte leven tegenkomt. Over het algemeen wordt wiskunde A als makkelijker ervaren dan wiskunde B, al verschilt dit ook weer per persoon.
Binnen de HAVO is N&T inderdaad het "moeilijkste/hoogste" (ligt er maar net aan waar je goed in bent). Maar je hebt genoeg leerlingen die biologie erbij nemen, waardoor ze dus 2 pakketten hebben, N&T en N&G.
Na het afronden van de middelbare school met een HAVO- of VWO-diploma in Nederland, kunnen studenten beginnen met studeren aan een hogeschool of universiteit . Na het behalen van hun hbo-diploma kunnen ze zelfs doorstuderen om hun Master- of Doctor-graad te behalen.
Gemiddeld cijfer centrale examensJe bent geslaagd met een:
5,5 of hoger.
CM is het profiel dat de meest brede algemene kennis opbouwt. Zijn talen je op het lijf geschreven en heb je belangstelling voor terreinen als cultuur, communicatie, maatschappelijke vraagstukken en onderwijs, dan is dit profiel de voor de hand liggende keuze.
HAVO is hoger algemeen voortgezet onderwijs en duurt vijf jaar. Het bereidt leerlingen voor op een studie aan een hogeschool (HBO). Hbo-studenten studeren voor een bachelordiploma, wat doorgaans vier jaar duurt.
Ga jij straks naar de bovenbouw van de HAVO of het VWO, dan kom je aan het eind van het derde jaar voor een profielkeuze te staan. Vanaf het vierde jaar zal je vervolgens verschillende vakken volgen die bij het gekozen profiel horen.
In België ziet het middelbaar onderwijs er anders uit: ASO (Algemeen Secundair Onderwijs): Dit is vergelijkbaar met het Nederlandse VWO en biedt een breed algemeen vormend curriculum. TSO (Technisch Secundair Onderwijs): Dit is vergelijkbaar met het Nederlandse HAVO en biedt een meer praktijkgericht curriculum.
Na het afronden van de HAVO of VWO kunnen leerlingen in Nederland verder studeren aan een universiteit of hogeschool om een bachelordiploma (HBO of WO), masterdiploma of doctorsgraad te behalen .
Het hoger algemeen voortgezet onderwijs, dat veelal afgekort wordt met het acroniem havo, is het op een na hoogste niveau binnen het voortgezet onderwijs in het Koninkrijk der Nederlanden en Suriname.
HAVO – Senior general secondary education. VWO – Pre-university education. MBO – Secondary vocational education.
Op de vraag welk examen het moeilijkst en het makkelijkst waren, kregen we veel verschillende antwoorden. Als moeilijkste examens werden de vakken wiskunde en natuurkunde het meest genoemd, op de voet gevolgd door economie, Nederlands en geschiedenis.
De twee programma's van algemeen vormend onderwijs die leiden tot hoger onderwijs zijn HAVO (vijf jaar) en VWO (zes jaar). Leerlingen worden ingeschreven op basis van hun capaciteiten, en hoewel VWO strenger is , kunnen zowel HAVO als VWO worden gekarakteriseerd als selectieve vormen van voortgezet onderwijs.
Voor je Nederlands recht (rechten) kunt studeren aan een universiteit moet je je vwo-diploma halen. Je hebt geen speciaal vakkenpakket nodig. Tijdens je studie leer je alles over de wetten in Nederland. Een Nederlandse advocaat kan niet zomaar in het buitenland gaan werken.
De focus ligt bij wiskunde C echter minder op theorie en meer op toegepaste wiskunde in het dagelijks leven dan bij wiskunde A. Zo is er meer aandacht voor ruimtemeetkunde (tekenen in perspectief) en logisch redeneren. Leerlingen vinden wiskunde C vaak makkelijker dan wiskunde A.
In dat geval wordt één van de andere keuzevakken gekozen. Ook moet iedere havo-leerling verplicht het profielwerkstuk maken. Uiteindelijk doen havo-leerlingen in 7 vakken eindexamen.