Het Little Cherry Virus is een virusziekte die kleinvruchtigheid bij kersen veroorzaakt. Vruchten op geïnfecteerde bomen blijven klein, ze kleuren niet door en hebben geen smaak. Meestal zijn ze ook driehoekig of puntig van vorm en de schil kan licht verrimpeld zijn.
Enkele van de belangrijkste oorzaken zijn: verkeerde selectie van variëteit/onderstam • onvoldoende of onjuiste snoei • te veel fruit aan kleinere bomen – gebrek aan evenwicht (d.w.z. te veel fruit met te weinig bladoppervlak) • lage boomgroeikracht • gebrek aan water op kritieke momenten • hittestress.
De boom maakt opgaan de scheuten.Op deze opgaande scheuten produceert de boom mooie en grote kersen. Na de oogst wordt de tak vervangen door een nieuw gegroeide opgaande tak. Elke boom heeft 6-7 opgaande takken die elke 15 tot 20 cm uit elkaar staan.
Als er te veel vruchten aan de fruitboom hangen, worden ze vaak minder lekker en vallen ze er te vroeg af. Ook groeit de boom niet voldoende meer en raakt uitgeput. Er kunnen takken uitknappen door het gewicht. De boom zal waarschijnlijk ook een jaar geen vruchten meer geven (beurtjaren).
Een kersenboom inkorten
Als de boom niet genoeg volgroeid is, kan het namelijk verzwakt raken. Als je boom hoog genoeg is, kan je met je geslepen en gesteriliseerde snoeischaar de boom in een hoek van 45 graden snoeien tot een lengte van 60-90 centimeter.
Door de top eruit te zagen/ of de boom in te korten maak je de boom kleiner. Als je ook de zijtakken begint in te korten of stukken af te zagen dan wordt het kandelaberen. Het kandelaberen is een “snoei”-techniek waarbij de takken van de boom afgezaagd worden totdat de boom lijkt op een kapstok.
Het kan ook zo zijn dat de boom simpel weg te weinig of te veel water krijgt waardoor de fruitboom geen vruchten geeft. Of te weinig zonlicht dan gaat een fruitboom niet groeien en ook geen vruchten geven. Ook zien we vaak dat een fruitboom als een bolcatalpa gesnoeid wordt.
Een zure kers kan geplant worden in de halfschaduw of zon, een zoete kers alleen in de zon. Een kersenboom kan op alle gronden geplant worden, maar heeft het vooral naar zijn zin op veen- of zandgrond. Voldoende afwatering is belangrijk, een kersenboom heeft niet graag natte voeten.
De zure kers wil wel graag bemest worden, zowel met stalmest als met kunstmest (ieder voorjaar in april 125 gr patentmest voor ieder jaar dat de boom oud is en begin juni nog eens wat kalksalpeter).
Appels, peren, Aziatische peren, abrikozen, pruimen, perziken, kiwi's en kaki's reageren allemaal positief op fruitdunning. Kersen- en notenbomen worden meestal niet uitgedund .
In tegenstelling tot veel andere fruitbomen is het belangrijk om kersenbomen niet in de winter te snoeien, omdat dit de kans op bacteriële infecties kan vergroten. De beste tijd om een kersenboom te snoeien is: Direct na de oogst (juli-augustus): Dit is het ideale moment om je kersenboom te snoeien.
Bemesting. Werk in het voorjaar een laag compost in de grond of gebruik een langzaam werkende meststof. Met een bemesting van de bodem in de zomer optimaliseer je de kwaliteit van de bodem.
Daarom is het belangrijk om niet te veel kersen te eten. Onze afslanktip: Eet niet meer dan twee porties kersen per dag. Op deze manier krijg je niet te veel fruitsuikers binnen, maar profiteer je wel van de gezondheidsvoordelen.
Hollandse Kersen bevatten naast vitamines veel vezels. Die bevorderen een goede darmwerking. Als je te veel kersen eet kan het dus zijn dat je vaker naar de wc moet dan normaal. Neem dagelijkse een gezonde portie en ervaar hoe het voor u mag zijn.
De zure kers is een steenvrucht, net als pruimen. Het vruchtvlees bevat een steenachtige pit. De kersen zijn eigenlijk te zuur zijn om zo te eten. De kersen zijn wel heel geschikt om verder te verwerken.
Fruitbomen die behoefte hebben aan kalk (o.a. appel, peer, pruim, kers en druif) geef u kalkkorrels in februari. In maart geeft u een basisbemesting met de juiste meststoffen. Welke dat zijn, vertellen we u later in dit artikel. Sommige gronden bevatten weinig voeding en houden het ook slecht vast.
Bemesting en verzorging
De Westerse plataan heeft weinig bemesting nodig. Het is voldoende om de boom in het voorjaar te voorzien van een laag compost of organische mest. Daarnaast is het belangrijk om de boom regelmatig water te geven, vooral tijdens droge periodes.
Zoete kersen stellen hoge eisen aan de grond. Geef je kersenboom vochthoudende, diep doorwortelbare, lichte kleigrond. Het wordt ook aangeraden om de eerste 10 jaar de zoete kersen niet te bemesten om de kans op ziektes en gommen te verkleinen. Na deze leeftijd kan je ze weer bemesten, in april en in juni.
Je kunt je kersenbomen ook met geluid beschermen tegen vogels. Zo zijn er knalapparaten, zoals de Scatterbird. Deze zijn zeer effectief in het beschermen van kersen tegen duiven en vogels. Een andere optie is het gebruik van strak gespannen fluitlint tussen palen, bij voorkeur boven de kersenbomen.
Waarom gaan kersenbomen dood? Ziekten zoals daim of kroon- of wortelrot kunnen een kersenboom aantasten, waardoor de bladeren geel worden en vervolgens vallen, voordat de bast eraf valt en het dode hout begint af te brokkelen.
Waarom een boom niet wil groeien
De grond is te nat, wortels hebben zuurstof nodig en ook het bodemleven wat met de wortels samenwerkt. De potkluit is sterk uitgedroogd waardoor deze geen water meer opneemt, potgrond kan na het sterk indrogen inreversibel waardoor het slecht water opneemt en de wortels niet groeien.
Het kan zijn dat de boom simpelweg overbelast is. Als een boom in een jaar erg veel fruit aanmaakt, kan de boom lang niet alle vruchten goed af laten rijpen. Daarom laat de boom een grote hoeveelheid vruchten vallen. Dit wordt ook wel 'juni-rui' genoemd.
De kersenboom snoeien in de winter
Om vele kersen aan uw boom te krijgen, die mooi en lekker zijn heeft u vruchtdragende takken nodig. Deze vruchtdragende takken worden ook wel ”kortloten” genoemd, kersen kortloten in dit geval. De kortloten kunt u herkennen aan het feit dat er bloesem heeft aangezeten.