Lichtkiemers. Zaden die licht nodig hebben om te kiemen noemen we lichtkiemers. Veel éénjarige bloemen, sla, selderij, peterselie en graszaad zijn bekende lichtkiemers en deze zaden bedek je bij het zaaien niet of nauwelijks met aarde.
Lichtkiemers zijn, zoals de naam al doet vermoeden, zaden die licht nodig hebben om te ontkiemen. Deze zaden worden vaak slechts oppervlakkig bedekt met aarde of zelfs helemaal niet. Populaire voorbeelden zijn bloeiers als petunia's en begonia's, maar ook kruiden als peterselie, sla en selderij.
Paprika's zijn lichtkiemers. Zet de trays in een propagator. Zorg voor een gelijkmatige temperatuur van tenminste 22 °C. Laat de temperatuur vooral 's nachts niet dalen.
In de maanden januari, september, oktober, november en december kunnen er geen kruiden worden geplant / gezaaid. Deze maanden kun je beter besteden aan het in orde maken van je kruidentuintje voor het opkomende seizoen of bijvoorbeeld met het zaaien van groenten en fruit in een moestuintje.
Zaai Dille april-mei, meteen in de volle grond op een zonnige plaats. Zaai niet te dik en dek de zaden niet of nauwelijks af, want Dille is een lichtkiemer. Dun de planten uit tot een plantafstand van ± 20 cm.
Zo zijn er donkerkiemers, zoals bieslook, peterselie en salie, en lichtkiemers zoals basilicum, citroenmelisse, munt, rozemarijn en tijm. Dit betekent dat je de lichte kiemers beter niet bedekt met aarde na het zaaien, maar de donkere kiemers juist weer wel.
Problemen met het kweken van dille
Bladluizen kunnen een probleem zijn op het moment dat dille begint te bloeien en de zaden rijpen . Dille trekt vaak meer nuttige insecten aan dan dat het problemen heeft met insecten. Dille trekt bijen, vlinders, wespen, lieveheersbeestjes, gaasvliegen, zweefvliegen, sluipvliegen en peterseliewormen aan.
Kruiden voorzaaien in februari
Je kan bijvoorbeeld peterselie, bieslook, dille, rozemarijn, salie en tijm binnen voorzaaien in een kweekkas. Rozemarijn, dille, tijm en salie zijn lichtkiemers. Om te kunnen ontkiemen, hebben ze licht nodig. Zaai de zaden daarom niet te diep.
Zaden die zonlicht nodig hebben om te ontkiemen ( dille, lavendel, oregano, salie en tijm ) moeten bovenop de grond worden gelegd. Als zaden bedekt moeten worden (basilicum, bieslook, koriander en peterselie), plant ze dan op de aangegeven plantdiepte en bedek ze voorzichtig met aarde.
Zaaien en planten
In maart en april kun je paprika alvast zaaien in een kas. De zaaiingen kun je vervolgens na de kieming op een lichte en warme plaats zetten. Wanneer de tweede paar blaadjes verschijnen kun je in potjes verspenen. Vanaf halverwege april tot en met mei kun je de plantjes in de kas uitplanten.
Ook bij paprika zaaien kun je rekening houden met slechte buren: zaai je paprika niet naast knolsoorten, bonen of knolvenkel. Slechte buren zitten elkaar in de weg, en zorgen ervoor dat je groenten minder goed kunnen groeien.
Courgettes voorzaaien en opkweken
Laat het zaad een nacht weken in warm water. Je kunt het dan zaaien in kleine potjes of in een kweekbak . De courgette is een donkerkiemer. Daarom moet je het grote zaad bedekken met twee tot drie centimeter grond.
Vanaf maart kunnen tomaten voorgezaaid en geplant worden
Vanaf midden maart is een warme, lichtrijke vensterbank of een verwarmde serre ideaal. De kiemtemperatuur bij tomaten bedraagt 20 tot 24°C. Vanaf midden mei, wanneer het zeker niet meer vriest, kunnen de planten naar buiten verhuizen.
Koriander kweken
Kruiden zijn bijna allemaal lichtkiemers. Daarom bedek je deze zaden met een kleine hoeveelheid fijne aarde, nadat je ze hebt gezaaid. Voorkom dat ze uitdrogen, maar geef de plantjes ook niet te veel water.
Pepers zijn namelijk lichtkiemers. Dek de trays of aparte potjes af met een deksel of wat huishoudfolie. Houd goed vochtig maar zeker niet te nat om te voorkomen dat de zaden beschimmelen. Zorg voor een temperatuur tussen 25 tot 30 °C.
Binnen voorzaaien
Bedek de zaden niet, ze hebben licht nodig om te ontkiemen. Zet in een kamer van 18 - 20 graden maar niet in direct zonlicht. Zet koeler nadat de eerste zaden ontkiemen. Buiten afharden en uitplanten na de laatste nachtvorst met een afstand van 50 cm.
Zet mediterrane kruiden (zoals Salie, tijm, rozemarijn, hysop, bonenkruid, currykruid, citroenverbena, laurier, oregano, lavendel) niet samen met groene kruiden, de mediterrane kruiden hebben immers minder water nodig. Munt woekert en palmt heel je (kruiden)tuin in: zet ze daarom altijd apart, liefst in een pot.
De zaden van kruiptijm hebben licht nodig om te ontkiemen . Zorg er dus voor dat u ze niet afdekt bij het planten.
Bijna alle kruiden kunnen uit zaad worden gekweekt. Er zijn enkele uitzonderingen, zoals lavendelzaadjes , die lastig te laten ontkiemen zijn. Zaai anijs, borage, koriander, dille en venkel direct in de tuin, omdat ze niet goed te verplanten zijn.
De meeste kruiden zijn makkelijk te kweken. Rozemarijn, salie en tijm zijn soorten die oorspronkelijk rond de Middellandse Zee groeien. Ze verlangen een zonnige plek en vrij droge, goed gedraineerde grond. Andere kruiden, zoals bieslook, kervel en peterselie groeien ook goed in de halfschaduw.
Radijs, Raapstelen, Spinazie, Wortelen, Veldsla, Erwten en Kervel zijn allemaal soorten die niet veel last hebben van de koude temperaturen. Je kan ze dus perfect in januari al zaaien. Je kan ook beginnen met voorzaaien, zo kan je sneller beginnen en zullen je planten sterker zijn tegen dat ze in volle grond mogen.
ð§ Inconsistente bewatering
Verwelkende of vergelende bladeren kunnen een schreeuw om hulp zijn van uw dilleplant. Om dit te bestrijden, stelt u een consistent waterschema op. Zorg ervoor dat uw pot een goede drainage heeft en pas uw watergewoonten aan op de veranderende seizoenen en het binnenklimaat.
Dillezaadjes hebben licht nodig om te ontkiemen , dus wees voorzichtig dat u ze niet afdekt bij het planten. Lees hier meer over de lichtvereisten voor ontkieming. Bereid de grond voor uw plantgebied voor door er wat compost doorheen te mengen en het grondoppervlak te egaliseren.
Overweeg om dille in een kluit te planten waar het zichzelf kan zaaien voor opeenvolgende gewassen. Dun zaailingen uit wanneer ze 2-4 inchhoog zijn, en laat de sterkste planten staan. Vermijd verdringing om voldoende luchtcirculatie mogelijk te maken.