Als een product door één land wordt geëxporteerd, wordt dit door een ander land geïmporteerd. Als een Nederlands bedrijf bijvoorbeeld aardappelen verkoopt in België, worden deze aardappelen door België geïmporteerd. De aardappelen gelden dan voor Nederland als export en voor België als import.
Import is het proces van het kopen en invoeren van goederen en diensten uit het buitenland naar een land. Het kan betrekking hebben op verschillende soorten goederen en diensten, zoals voedsel, kleding, elektronica, grondstoffen en meer.
Import is het tegenovergestelde van export.
Bij import komen er goederen of diensten het land binnen, terwijl bij export ze juist hat land verlaten. Wat voor het ene land dus import is, is voor het andere land export.
Hierbij kan gedacht worden aan motorvoertuigen, vliegtuigen, voedsel, ijzer- en staalproducten, industriële en energie genererende machines, chemische producten en allerlei elektronische apparatuur.
Import van goederen (P71) bestaat uit transacties in goederen (aankopen, ruilhandel en geschenken) van niet-ingezetenen naar ingezetenen . Import van goederen vindt plaats wanneer het economische eigendom van goederen verandert tussen ingezetenen en niet-ingezetenen.
In 2021 was de import, met 526,7 miljard euro, fors hoger was dan in voorgaande jaren. Het volume van de invoer was 8,6 procent groter dan in 2020 en 5,7 procent groter dan in 2019.
Als een product door één land wordt geëxporteerd, wordt dit door een ander land geïmporteerd. Als een Nederlands bedrijf bijvoorbeeld aardappelen verkoopt in België, worden deze aardappelen door België geïmporteerd. De aardappelen gelden dan voor Nederland als export en voor België als import.
Het proces omvat de overdracht van goederen en diensten van het ene land of de ene regio naar het andere in ruil voor geld of andere goederen en diensten . Import verwijst naar de goederen en diensten die in een land of regio worden gebracht, terwijl export verwijst naar de goederen en diensten die uit een land of regio worden verzonden.
Een import is het proces van het ontvangen of binnenbrengen van goederen uit het buitenland met als doel handel. Deze goederen kunnen worden ontvangen door individuen, bedrijven of de overheid en worden gebruikt voor de verwerking van andere producten of om door te verkopen aan eindgebruikers.
Dan zijn landbouwgoederen, inclusief alle voeding en dranken gemaakt van landbouwproducten, de exportgroep waar de Nederlandse economie het meest aan verdient. Het ging om 44,4 miljard euro in 2022. Na landbouw volgen machines en apparaten, fabricaten, chemische producten, energie en vervoermaterieel.
De belangrijkste importproducten van Nederland zijn minerale brandstoffen, waaronder olie, elektrische machines, apparatuur, machines waaronder computers, farmaceutische producten, voertuigen, optische, technische en medische apparatuur .
Nederlandse bedrijven importeren doorgaans veel goederen en diensten die (efficiënter) in het buitenland worden geproduceerd of die ze niet zelf kunnen produceren. Een aanzienlijk deel van deze goederen en diensten blijkt essentieel te zijn om (concurrerend) te kunnen exporteren.
Soorten artikelen die een land kan importeren zijn: industriële en elektrische machines, auto's en andere voertuigen, mineralen, brandstoffen, aardgas, meubels, verlichting, computers, edelstenen, edele metalen, fruit, groenten, suiker, koffie, cacao, rubber, kleding en plastic. Voor veel landen is olie een zeer belangrijke import.
Ook is 'Made in' verplicht als een aanduiding of afbeelding op het product doet denken aan een ander land dan het land van oorsprong. De oorsprongsmarkering moet verwijzen naar het land waar het product 'geheel en al is verkregen'. Of naar het land waar het product een 'laatste ingrijpende bewerking heeft ondergaan'.
Voor het importeren van goederen betaalt u invoerrechten aan de Douane.De hoogte van de invoerrechten hangt af van de goederencode en het land waaruit u importeert. U hoeft minder of geen invoerrechten te betalen als: Uw product is gemaakt in een land waarmee de EU een handelsverdrag heeft.
De importhandel verwijst naar goederen en diensten die van het ene land naar het andere worden gekocht . Het woord 'import' is afgeleid van het woord 'haven', aangezien de producten vaak per schip naar het buitenland worden vervoerd. Net als export, vormen importen ook de ruggengraat van de internationale handel.
Het 0%-tarief geldt niet meer zodra de goederen zijn ingevoerd. De volgende leveringen zijn dus belast met btw: leveringen door de ondernemer die de goederen heeft ingevoerd of in wiens opdracht de invoer heeft plaatsgevonden. leveringen van de goederen nadat ze zijn ingevoerd.
Reken op 21% btw, voor een aantal producten geldt een verlaagd tarief van 9%. Is uw aankoopbedrag € 150 of meer?Dan betaalt u ook invoerrechten.Reken op 0 tot 17% invoerrechten.
Je mag voor maximaal € 430,- aan spullen van buiten de EU invoeren. Over alles wat daarboven komt, betaal je belasting. Ook over een teveel aan sigaretten, tabak of drank betaal je belasting.
De importquote berekenen
Als je berekent hoeveel procent van de import is ten opzichte van het nationaal inkomen dan bereken je de importquote.De importquote kan je bereken door: totale import/ nationaal inkomen x 100.
De economie wordt getypeerd door stabiele verhoudingen, relatief lage inflatie, een gezond financieel beleid en een belangrijke rol als Europese transportader. Voedselverwerking, chemie, olieraffinage en de fabricage van elektrische apparaten zijn de belangrijkste industriële activiteiten.