Fagot | Een fagot bestaat uit een houten buis die dubbelgeklapt is. Hierin zit een S-vormige metalen buis waarop het dubbelriet wordt geplaatst. Het dubbelriet van de fagot is groter dan dat van de hobo. Zoals bij de andere houten blaasinstrumenten, zitten ook in de fagot gaten met daarboven
De hobo is de neef van de fagot . De hobo is een neef van de fagot, niet van de fluit of klarinet. Hij produceert noten met behulp van een dubbelriet. Klarinetten en saxofoons worden geclassificeerd als "enkele rieten"; fluiten en blokfluiten als "luchtrieten"; en trompetten, hoorns, enzovoort als "liprieten."
De fagot is familie van de contrafagot, fagottino en de fagonello. De klank is uiterst karakteristiek; in de lage tonen enigszins grof en korrelig, in het middenregister gelijkend op die van de hoorn en in de hoogte nadert de toon die van de altviool of menselijke tenorstem.
De hobo wordt echter doorgaans beschouwd als een van de moeilijkste orkestrale instrumenten om onder de knie te krijgen . Dit komt door het gebruik van een dubbelriet mondstuk, wat een gespecialiseerd type embouchure en ademcontrole vereist. Bovendien kan het beheersen van de intonatie op de hobo een enorme uitdaging zijn.
Fagot | Een fagot bestaat uit een houten buis die dubbelgeklapt is. Hierin zit een S-vormige metalen buis waarop het dubbelriet wordt geplaatst. Het dubbelriet van de fagot is groter dan dat van de hobo. Zoals bij de andere houten blaasinstrumenten, zitten ook in de fagot gaten met daarboven kleppen.
Hoe lager de fagottist speelt, hoe 'grover' en 'ruisiger' (warmer) het instrument klinkt. Naarmate de toonhoogte stijgt, wordt de klank gladder en doordringender. In het middenregister lijkt de klank op die van de hoorn en in de hoogte lijkt de klank op die van een cello, altviool of menselijke tenorstem.
De hobo heeft een heel helder geluid. Daarom wordt op de A van de hobo gestemd, omdat iedereen dat in het orkest heel goed kan horen. Voice over: De hobo is een houten blaasinstrument met een dubbel riet.
De fagot heeft misschien wel de meeste obstakels om het een toegankelijk eerste instrument te maken. De grootte kan het beperken tot leerlingen van boven de tien, en het complexe toetsenwerk kan lastig zijn om aan te pakken . Fagotten zijn wispelturige, kwetsbare instrumenten, dus de speler moet er goed voor zorgen.
De blokfluit is het eenvoudigst om op te pakken. Maar de makkelijkste klassieke houtblaasinstrumenten zijn de fluiten, omdat ze geen riet hebben. Toch zijn er sterke longen voor nodig en kan het moeilijk zijn met kleine handen. De klarinet en saxofoon zijn ook vrij eenvoudig, maar vereisen verzorging en onderhoud van rieten.
De twee soorten fagotten zijn de Duitse en Franse fagot.
Het woord fagot is afgeleid van het Italiaanse woord fagotto, wat (hout)bundel betekent. Het instrument bestaat namelijk uit een lange 'dubbelgevouwen' houten buis. De voorloper van de moderne fagot is de dulciaan uit de Renaissance.
IS HET MOEILIJK OM EEN FAGOT TE LEREN BESPELEN? Een instrument goed leren bespelen is altijd moeilijk, anders zou je er geen les voor moeten volgen. De fagot laat zich echter goed bespelen ook door jonge kinderen. Grote handen is een voordeel, maar geen must.
De blaastechniek is redelijk gecompliceerd, maar wel heel goed aan te leren. Per dag minimaal een kwartier spelen volstaat in het begin. De hobo is een instrument dat niet mag ontbreken in een orkest!
fagottistes, fagottisten (meerv.) [muziek] iemand die de fagot bespeelt.
Typen. Blaasinstrumenten worden doorgaans in twee families ingedeeld: Koperblaasinstrumenten (hoorns, trompetten, trombones, euphoniums en tuba's)Houten blaasinstrumenten (blokfluiten, fluiten, hobo's, klarinetten, saxofoons en fagotten)
Daarom wordt de viool vaak het moeilijkste instrument genoemd. Ga maar na: de vingerbewegingen (buiten je eigen gezichtsveld), de positie van de viool op de schouder en het gebruik van de strijkstok om geluid te krijgen uit de snaren. Een instrument dat ook de titel 'moeilijkste' zou kunnen krijgen is de hoorn.
Er is geen vast antwoord op de vraag hoe lang het duurt om te leren spelen. Met regelmatige oefening kan een basisniveau van spelen in een paar maanden worden bereikt. De meeste van onze studenten nemen lessen op lange termijn omdat ze constant willen verbeteren en ze vinden de lessen leuk.
Hoe wordt een fagot bespeeld? Een fagot bespeel je met een “dubbelriet”. Door hierop te blazen begint de lucht in het instrument te trillen en ontstaat er een klank. Je kan verschillende noten spelen door de kleppen en gaatjes van de fagot in te drukken of af te dekken.
Het heldere, nogal doordringende geluid van de hobo was gemakkelijk te horen en de toonhoogte was stabieler dan die van darmsnaren, dus het was logisch om erop te vertrouwen bij het stemmen (Je kunt je ook voorstellen dat het tot rust kwam of ruzies voorkwam. Twintig strijkers die ruzie maakten over een stemmingsnoot en vervolgens de hoboïst vroegen om in te grijpen).
De speler blaast door een smal dubbelriet. Je plaatst je lippen rond het riet en met wat druk vanuit de buik blaas je er lucht door. Als hoboïst maak je je rieten zelf, beginnend vanuit een rietstengel. Je kunt de hobo, door haar unieke gefocuste toon heel gemakkelijk herkennen.
Het achttiende-eeuwse instrument waar Mozart voor schreef had vier kleppen. Ook bij de fagot ontstaat de behoefte aan kleppen voor de halve tonen: in 1800 had een modern instrument zes kleppen en in 1820 waren dat er acht of negen.
Bastuba. Het instrument met de laagste toon is de bastuba die een conische boring heeft. Het wordt gebruikt in een harmonie, een fanfare en brassbands.
De fagot bestaat uit verschillende delen om zo gemakkelijk in een koffer te kunnen steken. De fagot weegt ongeveer 3,5 kg.