Materie of stof is een verzamelbegrip voor datgene waaruit het waarneembare universum is opgebouwd; waarneembaar in die zin dat materie massa heeft en plaats (ruimte) inneemt. Een ruimte waarin geen materie aanwezig is wordt in de natuurkunde een vacuüm genoemd.
Stof is de naam die wetenschappers hebben gegeven aan alles wat je kan aanraken, zien, voelen of ruiken. Stof neemt ruimte in en heeft een bepaald gewicht. Om preciezer te zijn, zouden we moeten zeggen dat stof een volume en een massa heeft.
Een stof is een chemisch element en zijn verbindingen in de natuurlijke toestand of het resultaat van een vervaardigingsproces. In een vervaardigingsproces is doorgaans een chemische reactie nodig om een stof te vormen.
Samengestelde stoffen: Stoffen die bestaan uit twee of meer verschillende elementen die chemisch zijn gecombineerd, zoals water (H2O), koolstofdioxide (CO2) en zout (NaCl). Mengsels: Materie die bestaat uit twee of meer stoffen die fysiek zijn gemengd, maar niet chemisch zijn gecombineerd.
Stoffen worden omschreven als chemische elementen en hun verbindingen. Stoffen kunnen voorkomen in de natuur zoals water, (keuken)zout, glucose, zetmeel, ijzererts, aardolie. Veel stoffen worden door de mens gemaakt in de chemische industrie.
Stof is een mengsel van huidschilfers, haren van mens en dier, vezels van kleding, meubels en boeken, en zelfs zand en gruis van buiten. Stof bevat soms ook huismijten, kleine beestjes die zich voeden met stofdeeltjes en de groei van bacteriën en schimmels kunnen bevorderen.
Ieder materiaal heeft zijn eigen toepassingen en eigenschappen. Zo kunnen materialen gaan krimpen of uitzetten als je ze verwarmt of afkoelt. Als hout vochtig wordt, zet het bijvoorbeeld uit. Zo gaat de voordeur soms minder makkelijk open als het regent.
Lucht is een materie die alle beschikbare ruimte inneemt. Als men de ruimte van lucht vermindert (door op het membraan van de grote trommel te drukken), zal de lucht een andere beschikbare ruimte innemen (nl. de ruimte in de kleine trommel). De lucht in de kleine trommel wordt samengedrukt.
Een zuivere stof bestaat slechts uit één stof. Een voorbeeld hiervan is zout, dat uit natriumchloride moleculen bestaat, en in de volksmond ook wel bekend staat als keukenzout.
Een stof is in de scheikunde een vorm van materie die een gelijke chemische samenstelling heeft, een chemisch zuivere stof. Deze wordt gekenmerkt door specifieke, uniforme stofeigenschappen, zoals dichtheid, geleidbaarheid en smeltpunt.
stof (zn) : spul, zaak, grondstof, substantie, materie, het stoffelijke. stof (zn) : poeder, gruis, pulver, mul, maalsel, steengruis.
Betekenis en definitie
Wanneer je kort van stof bent dan herken jij vast een aantal van onderstaande kenmerken: je hebt weinig woorden nodig om veel te vertellen. je verspilt vooral geen woorden in die zin: je zegt niet gauw een woord te veel. je komt snel tot de kern en essentie.
Natuurkunde, ook wel fysica, is de wetenschap die alle verschijnselen in de levenloze natuur onderzoekt. Hiermee worden eigenschappen als materie, evenwicht, beweging, straling, warmte, licht (optiek), magnetisme en elektriciteit onderzocht. Bij natuurkunde verandert de samenstelling van de onderzochte stof niet.
Metalen, zouten, moleculaire stoffen.
Lucht is geen zuivere stof, daar zij in hoofdzaak is samengesteld uit zuurstofgas, stikstofgas en argon. Drinkwater bestaat dan weer uit diverse in het water opgeloste zouten (weliswaar in lage concentraties). Deze 'zuivere' stoffen zijn dus in feite mengsels.
Alle deeltjes dragen energie. Ze dragen ook momentum en impulsmoment op dezelfde manier. Dat betekent niet dat energie een soort substantie is waarvan dingen zijn gemaakt. Materie en massa zijn verschillende termen, maar alle materie heeft massa.
Waaruit is een watermolecuul opgebouwd? Een watermolecuul bestaat uit drie atomen. Twee waterstof- en een zuurstofatoom, die als magneetjes aan elkaar vastzitten. De atomen bestaan uit materie, met in het centrum een kern.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn: Kleur, geur, smaak (let op niet testen!), fase bij bepaalde temperatuur, brandbaarheid, geleidbaarheid en oplosbaarheid.
Als de atomen in een molecuul hetzelfde zijn, dan heet de stof een element. Als het twee verschillende atomen zijn, dan noem je dit een verbinding. Als je naar de formule van een stof kijkt, dan kun je zien of het om een moleculaire stof gaat.
Voorbeelden van eigenschappen die geen stofeigenschappen zijn. De massa van een voorwerp hangt af van de hoeveelheid materiaal en is dus geen stofeigenschap, en het - via de plaatselijk geldende zwaartekrachtversnelling - uit de massa afgeleide gewicht van hetzelfde voorwerp dus ook niet.
Over het algemeen hebben natuurlijke vezels zoals katoen, wol, zijde en linnen een zachtere en gladdere textuur dan synthetische vezels zoals polyester, nylon en acryl. Ook kunnen we het ruiken. Volgens mijn ervaring is een van de effectieve manieren om de vezels van een stof te kennen, ze aan te raken en de textuur te voelen .
Wat zijn natuurlijke stoffen? Natuurlijke vezels komen van planten, wol of draad uit de natuur. De bekendste voorbeelden zijn katoen, wol, bamboe, zijde en linnen. Elke natuurlijke stof heeft zijn eigen maakproces.
Stof: Een chemisch element of verbinding, inclusief additieven voor stabiliteit en onzuiverheden van het productieproces, maar zonder oplosmiddelen die gescheiden kunnen worden zonder de stabiliteit of samenstelling te wijzigen.