Van grafiek naar formule De lijn gaat door een gegeven punt van de y-as en een ander punt. Omdat nu het snijpunt op de y-as gegeven is, weet je het getal b in de formule: y = ax + b. Met behulp van het andere gegeven punt van de lijn kun je nu de richting van de lijn bepalen (de richtingscoëfficiënt).
Formule bepalen van een lijn
Stap 1: Bedenk dat de vorm van de formule y = ax + b is. Stap 2: Bereken b door x = 0 in te vullen in de formule. Stap 3: Bereken a met behulp van de formule: richtingscoëfficiënt a=verticale afstandhorizontale afstand.
Om een vergelijking grafisch weer te geven met behulp van de helling en het y-snijpunt, 1) Schrijf de vergelijking in de vorm y = mx + b om de helling m en het y-snijpunt (0, b) te vinden. 2) Teken vervolgens het y-snijpunt. 3) Beweeg vanaf het y-snijpunt omhoog of omlaag en naar links of rechts, afhankelijk van of de helling positief of negatief is.
Syntaxis. Gebruik de functie ALS, een van de logische functies, om één waarde te retourneren als een voorwaarde waar is en een andere waarde als de voorwaarde onwaar is. Bijvoorbeeld: =ALS(A2>B2;"Budget overschreden";"OK")
Als een verticale lijn de grafiek op twee of meer punten kan snijden, dan vertegenwoordigt de grafiek geen functie. Met andere woorden, als een verticale lijn die ergens wordt getekend de grafiek slechts op één punt snijdt, betekent dit dat elke x-waarde overeenkomt met slechts één y-waarde, dus de grafiek vertegenwoordigt een functie .
Een formule begint altijd met het gelijkteken (=). Excel voor het web interpreteert de tekens die het gelijkteken volgen als een formule. Na het gelijkteken komen de elementen die moeten worden berekend (de operanden), zoals constanten of celverwijzingen. Deze worden gescheiden door berekeningsoperatoren.
Een grafiek bestaat altijd uit een titel, x-as en y-as. De titels staat boven de grafiek, de x-as is de horizontale as en de y-as de verticale. Als er meerdere lijnenen of kleuren gebruikt worden in een grafiek, is er bovendien een legenda aanwezig. Wat zijn roosterpunten?
Een functie beschrijft op een wiskundige manier het verband tussen verschillende dingen. Bij een vierkant is er een duidelijk verband tussen de lengte van een zijde en de oppervlakte. Als de zijde lengte heeft, dan ligt de oppervlakte onherroepelijk vast: die is dan . De oppervlakte is dus een functie van de lengte.
Een lineaire formule is een formule die een rechte lijn wordt, zoals bijvoorbeeld: a = 3x + 5. Als je een lineaire formule zou plotten in een grafiek dan is het altijd een rechte lijn! Een lineaire formule is één die evenredig (dus continu met een rechte lijn) toeneemt of afneemt.
In de formule y = ax+b is b het vaste "startgetal" en is a de vaste toename als x met stappen van 1 toeneemt. a bepaalt zo de helling van de grafiek en heet daarom de richtingscoëfficiënt. Als a negatief is, daalt de grafiek. Als b=0 is y recht evenredig met x.
De top van de grafiek berekenen van f(x)=ax²+bx+c. De formule f(x) = ax² + bx + c staat bekend als de algemene vorm van een kwadratische functie, ook wel een parabool genoemd.
Bij exponentiële groei wordt een hoeveelheid telkens met hetzelfde getal g, de groeifactor, vermenigvuldigd. Als de g > 1 , dan wordt de hoeveelheid steeds groter. Als 0 < g < 1 wordt de hoeveelheid steeds kleiner, op den duur bijna 0 . De formule is van de vorm N = b ⋅ g t waarin b de beginhoeveelheid.
Selecteer Invoegen > vergelijking of druk op Alt + =.Selecteer de vergelijking die u nodig hebt.
Met de formule =SOM.ALS(B2:B5; "John"; C2:C5) telt u alleen de waarden in het bereik C2:C5 op wanneer de overeenkomende cellen in het bereik B2:B5 gelijk zijn aan "John".
Hier volgt een voorbeeld van een eenvoudige formule. Selecteer in het werkblad de cel waarin u de formule wilt invoeren. Typ het gelijkteken = en vervolgens de constanten en operatoren (maximaal 8192 tekens) die u in de berekening wilt gebruiken. Typ voor ons voorbeeld =1+1.
Van grafiek naar formule
De lijn gaat door een gegeven punt van de y-as en een ander punt. Omdat nu het snijpunt op de y-as gegeven is, weet je het getal b in de formule: y = ax + b. Met behulp van het andere gegeven punt van de lijn kun je nu de richting van de lijn bepalen (de richtingscoëfficiënt).
Een grafiek is het weergeven van het verband tussen twee (of meer) variabelen met behulp van een assenstelsel, maar totaal anders dan het coördinatenstelsel in de meetkunde. De waarden op de assen geven nu niet samen een positie in het vlak (of de ruimte) aan.
Een parabool is een speciale grafiek die hoort bij kwadratische formules, zoals bijvoorbeeld (x 2 + 4). Dit soort grafieken kunnen eruit zien als een kom (dalparabool) of een berg (bergparabool).
Een diagram is een soort plaatje waarin informatie wordt gegeven. Er zijn verschillende soorten diagrammen. Bij een puntdiagram wordt er informatie in een diagram gezet door middel van punten. Een puntdiagram kun je bijvoorbeeld tegen komen wanneer de lengte en het gewicht van kinderen wordt gemeten.