Je ziet dat 70⁄100 gelijk is aan 7⁄10 . Als je de breuk niet verder kunt vereenvoudigen, dan heb je het antwoord gevonden op de som. 70% is gelijk aan 7⁄10 .
Oplossing: 70% als breuk is 7/10 .
1/4 deel = 25 % 1/2 deel = 50 % 3/4 deel = 75 %
Het geheel is 100%. Daar moet je het 1 7 deel van nemen. 100 % : 7 = 14 2 7 %. Reken deze breuken om naar procenten.
Je ziet dat 60⁄100 gelijk is aan 3⁄5 . Als je de breuk hebt vereenvoudigd, dan heb je de uitkomst van de som. In dit geval is 0,60 gelijk aan de breuk 3⁄5 .
Daarom kan 60% worden weergegeven als 3/5 in breukvorm.
Van procent naar breuk
Om deze breuk te vereenvoudigen kan je kind de teller en de noemer delen door hetzelfde getal. Je kind gaat dan op zoek naar de grootst gemeenschappelijke deler. In dit geval is dat 10. De uitkomst van de som is dus 30/100 is 3/10.
Hoe gebruik je breuken? Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat.
De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort.
Stel dat de oorspronkelijke prijs van een product €200 is en er twee kortingen zijn: 10% en 15%. Berekening: 10% van €200 = €20. Eindprijs na eerste korting: €200 – €20 = €180.
Je ziet dat 70⁄100 gelijk is aan 7⁄10 . Als je de breuk niet verder kunt vereenvoudigen, dan heb je het antwoord gevonden op de som. 70% is gelijk aan 7⁄10 .
Antwoord: 75% wordt in de eenvoudigste vorm geschreven als 3/4 als breuk.
Vermenigvuldig het fulltime salaris met 0,6 (het parttime percentage als je 24 uur werkt) om het parttime salaris te berekenen.
Omrekenen van breuk naar percentage
= 3 : 4 = 0,75. Als je dat keer 100 doet, dan kom je uit op 0,75 x 100 = 75. hoort is dus 75%.
Om een percentage om te zetten in een breuk, zet u het percentage boven 100 (nadat u het %-teken hebt verwijderd) en vereenvoudigt u indien nodig . Om bijvoorbeeld 17% om te zetten in een breuk, zet u 17 boven 100, zoals dit: 17/100.
70 is een geheel getal (of een geheel getal), dus het hoeft niet als een breuk te worden uitgedrukt omdat het al in zijn eenvoudigste vorm is. Bijvoorbeeld, 70 kan worden geschreven als 350/5 , maar aangezien die breuk een geheel getal oplevert, namelijk 70, zou je niet echt de moeite moeten nemen om het als een breuk uit te drukken.
Stap 1: Converteer 40% naar een breukvorm door het te delen door 100. Stap 2: Vind de GCF of de grootste gemene deler van 40 en 100. Stap 3: Deel de getallen door de GCF om de breuk te vereenvoudigen en terug te brengen tot de eenvoudigste vorm. Dus, 40% als breuk in de eenvoudigste vorm is 2/5.
Om het bijbehorende percentage te berekenen, deel je de teller door de noemer.Dit antwoord vermenigvuldig je met 100.
Fractie = aantal delen / totaal aantal delen
Elke breuk heeft een teller die gelijk is aan het aantal delen dat we hebben en een noemer die gelijk is aan het totale aantal delen van het geheel.
2 – Breuken vereenvoudigen
Je kind maakt een breuk zo eenvoudig mogelijk (vereenvoudigen) door de teller en de noemer door het hoogst mogelijke getal te delen. Je moet dus zowel de teller als de noemer door dat grootste getal kunnen delen. Dit getal wordt ook wel de grootste gemeenschappelijke deler (of ggd) genoemd.
Met een zakrekenmachine druk je eenvoudig in plaats van de breukstreep (de deler) gewoon de 'gedeeld door' knop in, omdat 1/2 = een half, en één delen door 2 is ook een half. Op grafische rekenmachines zit er (bijna) altijd een aparte knop op waarmee je breuken kan invoegen.
In de eenvoudigste vorm is 30% als breuk 3/10 .
We moeten weten hoeveel 2/5 deel van het geheel is. Van 45 dus. De noemer van de breuk is 5.