Neoliberalisme ('nieuw liberalisme') is een stroming binnen het liberalisme, waarin de overheid de rol heeft van schepper en handhaver van markten en concurrentie, met de nadruk op het maximaliseren van individuele vrijheid.
Liberalen streven naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken. Ook streeft het liberalisme naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt.
Neoliberalisme onderscheidt zich van liberalisme doordat het geen laissez-faire-economisch beleid voorstaat, maar juist sterk constructivistisch is en pleit voor een sterke staat om marktgerichte hervormingen in alle aspecten van de samenleving door te voeren.
Economisch liberalisme is de erkenning van het recht op vrije economische activiteit en vrij economisch verkeer, gebaseerd op particulier bezit en marktmechanismen. Het liberalisme stelt de individuele vrijheid centraal, ook op economisch vlak.
Liberale partijen kunnen zich zowel links als rechts in het politieke spectrum bevinden. Het progressief-liberalisme (ook bekend als links-liberalisme en sociaal-liberalisme) staat links van het midden terwijl het conservatief-liberalisme rechts van het midden staat. In Nederland is D66 een progressief-liberale partij.
Economisch liberalisme verzet zich tegen overheidsingrijpen in de economie wanneer dit leidt tot inefficiënte uitkomsten. Ze zijn voorstander van een sterke staat die het recht op eigendom beschermt en contracten afdwingt. Ze kunnen ook overheidsinterventies steunen om marktfalen op te lossen.
Zowel de VVD als D66 zijn lid van de Liberale Internationale en de Partij van Europese Liberalen en Democraten (ELDR). In 2004 begon partijleider Femke Halsema GroenLinks eveneens te positioneren als vrijzinnige, sociaal-liberale partij.
Postneoliberalisme, ook wel antineoliberalisme genoemd, is een stelsel van idealen dat zich kenmerkt door de verwerping van het neoliberalisme en het economische beleid dat belichaamd wordt door de Washington Consensus.
Wereldwijd heeft de invoering van neoliberaal beleid geleid tot een overvloed aan schadelijke sociaaleconomische gevolgen, waaronder toegenomen armoede, werkloosheid en verslechtering van de inkomensverdeling (Rotarou en Sakellariou 2017; Collins et al. 2015). Hartmann (2016, p.
De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een Nederlandse politieke partij met een rechts-liberale signatuur.
De fundamentele liberale idealen van instemming van de bevolking, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van pers, vrijheid van godsdienst, de scheiding van kerk en staat, het recht om wapens te dragen, het recht op een eerlijk proces en gelijkheid voor de wet worden algemeen aanvaard als een gemeenschappelijke basis van het liberalisme.
De VVD staat als voornamelijk conservatief-liberale partij (centrum)rechts van het midden (hoewel de partij ook sociaalliberalen bevat). Net als de Duitse FDP en Deense Venstre. D66 staat als sociaalliberale partij in het midden.
Neoliberalisme wordt daarbij niet exclusief geassocieerd met politieke partijen die als rechts en conservatief worden beschouwd, maar in zekere mate ook met partijen in het politieke midden of zelfs links daarvan.
Neoliberalisme, ook wel marktfundamentalisme genoemd, stelt dat het menselijk welzijn het beste kan worden bevorderd binnen een institutioneel kader dat wordt gekenmerkt door vrije markten, een minimale staat, vrijhandel, de afwezigheid van economische regulering en sterke individuele eigendomsrechten.
Recente hervormingen van het regeringsapparaat van Zuid-Afrika, in de context van een steeds grotere toewijding aan de neoliberale economische filosofie, hebben ernstige, zelfs onherstelbare schade toegebracht aan de politieke transformatie van het land.
De politiek in Nederland vindt plaats binnen een parlementaire democratie, een constitutionele monarchie en een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Nederland is een consensusdemocratie, waar de politieke instituties gericht zijn op een brede consensus tussen politieke actoren.
Socialistische economie gaat uit van de premisse dat "individuen niet geïsoleerd leven of werken, maar in samenwerking met elkaar leven. Bovendien is alles wat mensen produceren in zekere zin een sociaal product, en iedereen die bijdraagt aan de productie van een goed heeft recht op een deel daarvan.
Anticommunisme. Anticommunisme is een politieke grondhouding die zich richt tegen de communistische ideologie en tegen de politiek die uit naam van deze ideologie wordt bedreven.
De Partij voor de Vrijheid (PVV) is een radicaal-rechtse Nederlandse politieke partij met een nationalistische en anti-islamitische signatuur. De partij maakt deel uit van het op 2 juli 2024 beëdigde kabinet-Schoof.
Liberalisme kan verschillende dingen betekenen in verschillende contexten, soms links (sociaal liberalisme) en soms rechts (conservatief liberalisme of klassiek liberalisme). Mensen met een tussenliggende visie worden soms geclassificeerd als centristen.
De SP staat sinds haar aantreden in de Eerste en Tweede Kamer een wat gematigder socialisme voor, maar is wel een van de meest uitgesproken linkse partijen in de Nederlandse volksvertegenwoordiging gebleven.
Uit een onderzoek uit 2024 dat in Online Information Review werd gepubliceerd, bleek dat Wikipedia een groter percentage liberale bronnen citeerde dan conservatieve bronnen. De auteurs interpreteerden dit als een "gematigde maar aanzienlijke liberale vooringenomenheid".
Liberalisme is een politieke en morele filosofie die gebaseerd is op de rechten van het individu, vrijheid, instemming van de geregeerden, politieke gelijkheid, het recht op privé-eigendom en gelijkheid voor de wet.
Smith wordt alom genoemd als de vader van de moderne economie. Ook wordt hij beschouwd als een van de grondleggers van het klassieke liberalisme. Hij was van mening dat het nastreven van het eigen individuele belang ook in het grootste maatschappelijk belang zou resulteren.
Deze associaties namen tegen het einde van de eeuw af, omdat het aantal vakbondsleden afnam en centrumlinkse partijen zich meer gingen richten op de Derde Weg-politiek. Hierdoor werden elementen van het neoliberalisme in de centrumlinkse politiek geïntroduceerd en nam de nadruk op de vrije markt toe.