Een inleiding is gestructureerd volgens het trechterprincipe. Je schetst eerst de bredere context - de achtergrond waartegen je paper zich afspeelt - en presenteert aan het eind de structuur van jouw specifieke paper over het onderwerp. Je eindigt dus 'smal'. Je begint nooit uit het niets met je onderzoeksvraag.
De inleiding is een aandachtstrekker, die de lezer moet overhalen om de hele tekst te lezen. De inleiding eindigt vaak met een vraag, met een mening of met een vooraankondiging.Na de inleiding volgt het middenstuk.
In de laatste alinea van de inleiding geef je een korte beschrijving van de opbouw van het document en de manier waarop je de centrale vraag gaat beantwoorden. Je maakt de lezer als het ware wegwijs in je document.
Inleidingen moeten:
Begin met een algemeen idee over het onderwerp en eindig met een specifieke verklaring over de focus van het artikel (thesis statement) . Gebruik een funnel-benadering door breed te beginnen en steeds smaller te worden door de these.
Aan het einde van de inleiding geef je al kort de posities en argumenten weer die je in het middenstuk gaat behandelen en tot welke conclusie je gaat komen. Het is in de inleiding niet de bedoeling dat je de argumenten al uitwerkt of voorbeelden geeft.
Nadat je de stelling expliciet genoemd hebt, vertel je aan de lezer wat jouw standpunt is. Je vertelt dus of je voor of tegen de stelling bent. Tot slot besteed je in de inleiding aandacht aan wat jij gaat doen in dit betoog. Je noemt de argumenten die je gaat gebruiken om jouw standpunt te onderbouwen.
Bij Slot: Begin je slotalinea met een signaalwoord voor een samenvatting: kortom,samengevat, met andere woorden, al met al.synoniemen gebruikt.
De inleiding moet een haak, achtergrondinformatie en een these bevatten. Het hoofdgedeelte van een overzicht bevat het subonderwerp dat in die paragraaf behandeld moet worden, gevolgd door de details die besproken zullen worden. De conclusie bevat een herformuleerde these en een laatste gedachte om de lezer mee achter te laten.
Om de weeën op gang te brengen, krijg je een infuus. Je krijgt daarvoor een naaldje in een bloedvat van je hand of onderarm, daaraan zit een dun slangetje. De naald gaat er dan uit en het slangetje blijft achter. Via een infuuspomp krijg je steeds een beetje meer medicijnen (oxytocine).
Hoe sluit je je zelfintroductie effectief af? Sluit je zelfintroductie effectief af door je belangrijkste sterke punten samen te vatten en deze af te stemmen op de rol of situatie . Sluit af met een zelfverzekerde verklaring over je enthousiasme om bij te dragen aan het team of project.
Een goede inleiding trekt de aandacht van de lezer en geeft aan waarover de tekst gaat. Een goed geschreven tekst bevat een inleiding van één of enkele alinea's. Na het lezen van de inleiding weet de lezer wat er komen gaat. Zo kan hij bepalen of de tekst voor hem interessant is om te lezen.
Uw inleidende alinea moet het volgende bevatten: 1) Hook: Beschrijving, illustratie, vertelling of dialoog die de lezer naar het onderwerp van uw paper trekt. Dit moet interessant en specifiek zijn. 2) Overgang: Zin die de hook verbindt met de these.
“ Het was een genoegen om mezelf voor te stellen en ik kijk ernaar uit om met jullie samen te werken .” “Ik kijk ernaar uit om me bij het team aan te sluiten en met jullie allemaal samen te werken.”
Een goed slot van een presentatie bevat eigenlijk drie onderdelen: de samenvatting van de belangrijkste onderdelen, het herhalen van de kernboodschap en de uitsmijter. Onder de uitsmijter verstaan we een knallend einde dat niet snel vergeten wordt.
Houd je eerste zin kort
Maar vaak schieten mensen zo in de stress van hun inleiding dat ze met lange, geknutselde zinnen op de proppen komen. Het probleem is dan dat je de lezers te hard laat werken. Dat willen lezers niet, vooral niet in het begin. Begin je inleiding dus met een of twee korte zinnetjes.
Uw inleiding is belangrijk omdat het de toon van uw essay bepaalt. Het moet uiteenzetten waar het essay over gaat en samenvatten wat de hoofdtekst van het essay zal behandelen. Een methode die u kunt gebruiken om uw inleiding te schrijven is de What, Why and How-benadering .
De conclusie weerspiegelt de inleiding in structuur en vat het hoofddoel en de belangrijkste ideeën in het essay samen, en trekt een logische conclusie . De inleiding stelt wat het essay zal doen en de conclusie vertelt de lezer wat het essay heeft bereikt.
Na je conclusie komt de discussie. Hierin geef je de resultaten weer, bespreek je beperkingen van je onderzoek en geef je je aanbevelingen voor je vervolgonderzoek. Wanneer er geen discussie is dan komt de aanbevelingen. Anders komt het na de discussie.
De eerste alinea is de inleidende alinea van een essay. Deze verschijnt helemaal aan het begin van het essay om het onderwerp te introduceren, achtergrondinformatie te geven, de these over te brengen en een routekaart voor het essay te bieden . De eerste alinea zet de toon voor uw essay.
Korte samenvatting
Op het moment dat de lezer bij het slot is aangekomen, moet de lezer geïnformeerd zijn. Het is daarom verstandig om in het slot nog een korte samenvatting te geven van de standpunten die jij gegeven hebt. De korte samenvatting van de argumenten is een geheugensteuntje voor de lezer.
In een uiteenzetting met een verklaringsstructuur verklaar je een verschijnsel. In je inleiding introduceer je dit verschijnsel en in de kern werk je dit verder uit aan de hand van voorbeelden, kenmerken, oorzaken en gevolgen.
In een slot kun je vertellen wat je geleerd hebt over het onderwerp en hoe je het vond om er aan te werken. Je kunt hier je eigen mening kwijt.