Er is geen vast aantal deelvragen dat je moet opstellen. Wel is het zo dat hoe complexer je onderwerp is, hoe meer deelvragen je nodig zult hebben. Probeer je te beperken tot 4 à 5 deelvragen. Als je er (veel) meer nodig hebt, moet je wellicht je hoofdvraag vereenvoudigen of beter afbakenen.
Hoofd- en deelvragen
De hoofdvraag is de belangrijkste onderzoeksvraag van je scriptie. De hoofdvraag bestaat dan ook vaak uit meerdere typen vragen. De deelvragen zijn kortere vragen die vaak uit één type onderzoeksvraag bestaat.
Het helpt om als richtlijn acht tot twaalf pagina's voor je theoretisch kader aan te houden. Maar met veel theoretische begrippen in je hoofd- en deelvragen zit je eerder op twaalf pagina's. Is je onderzoek qua theorie wat eenvoudiger, dan kan je theoretisch kader toe met 6 tot 8 pagina's.
Meestal kom je op ongeveer vijf tot tien deelvragen. Heb je er meer dan 10? Dan moet je waarschijnlijk de hoofdvraag wat specifieker te maken. Vraag je dus altijd af: helpt deze vraag mij om de hoofdvraag te beantwoorden?
Er is geen vast aantal deelvragen dat je moet opstellen. Wel is het zo dat hoe complexer je onderwerp is, hoe meer deelvragen je nodig zult hebben. Probeer je te beperken tot 4 à 5 deelvragen. Als je er (veel) meer nodig hebt, moet je wellicht je hoofdvraag vereenvoudigen of beter afbakenen.
Anders maak je het voor jezelf moeilijk en kan de samenhang binnen je PWS ontbreken. Een goede onderzoeksvraag begint vaak met de woorden 'in hoeverre', 'wat', 'hoe', 'waarom' en 'wanneer'. Hierdoor maak je het onderwerp vaak al specifieker. Aan de andere kant moet de onderzoeksvraag ook niet te smal zijn.
De hoofdvraag is het belangrijkste onderzoeksvraag van je scriptie. Je stelt je hoofdvraag op aan de hand van je probleemstelling. Een goede hoofdvraag is onderzoekbaar, haalbaar, origineel, complex, relevant, specifiek en focust zich op één probleem.
Houd rekening met relevantie: Zorg ervoor dat elke deelvraag relevant is voor het beantwoorden van je hoofdvraag. Als een deelvraag niet relevant is, schrap deze dan. Gebruik heldere formulering: Formuleer je deelvragen duidelijk en concreet, zodat het voor de lezer meteen duidelijk is wat er wordt gevraagd.
Hoeveel uur moet je aan het PWS besteden? Over het algemeen moet je op de havo en het vwo 80 uur per persoon in het profielwerkstuk steken. Op het vmbo tl/gl is dit minimaal 20 uur.
Dit korte verhaal zou de stimulans kunnen zijn die je aanbiedt aan mensen die zich aanmelden. En het is een ruwe schatting, maar 10.000 woorden kunnen ongeveer 40 pagina's beslaan.
Vmbo-leerlingen werken er minimaal 20 uur aan. Hoeveel woorden / pagina's moet je profielwerkstuk zijn? Een richtlijn is rond de 10.000 woorden (zo'n 25 pagina's).
Meestal is een hoofdvraag te complex om in één keer te beantwoorden en daarom gebruik je deelvragen om stap voor stap tot het antwoord op de hoofdvraag te komen. Het formuleren van de deelvragen geeft je ook een idee hoe je het onderzoek uiteindelijk moet aanpakken en bepaalt welke onderzoeksmethoden je gaat toepassen.
Gelukkig staat de opbouw min of meer vast: een PWS opent met een inleiding, inhoudsopgave en samenvatting. Daarna behandel in de hoofdstukken je onderzoeksopzet, deelvragen en onderzoeksresultaten. Tenslotte trek je je conclusie(s) in het laatste hoofdstuk. Je sluit af met de literatuurlijst en de bijlagen.
Wat misschien opvalt is dat een hypothese leidt tot een verwachting: als een hypothese waar is, zul je een bepaalde uitkomst moeten zien. Voorbeelden van hypotheses: “Als zonlicht belangrijk is voor de groei van appels, dan zou een appelboom in het donker geen appels moeten krijgen.”
Stel slechts één vraag
Een dubbele vraag in je hoofdvraag herken je vaak aan de koppelwoorden 'en' en 'of'. Probeer deze woorden dus te vermijden en altijd slechts één vraag te stellen in je hoofdvraag. Dit doe je door een duidelijke keuze te maken in hetgeen je wilt gaan onderzoek. Denk na over wat je echt wilt weten.
De hoofdvraag bestaat uit één vraag
Je vraag kan wel uit meerdere delen bestaan, maar dan moeten deze delen met elkaar te maken hebben, bijvoorbeeld een beschrijvend deel gevolgd door een verklarend deel.
Toetsende hoofdvraag
In hoeverre zijn 20-jarigen geneigd om minder sigaretten te roken als op pakjes sigaretten een waarschuwende foto staat afgedrukt?
Een goede onderzoeksvraag is concreet, relevant en goed afgebakend. Het moet duidelijk zijn wat er onderzocht wordt en wat het doel is van het onderzoek. De deelvragen moeten hierbij aansluiten en moeten specifiek genoeg zijn om beantwoord te kunnen worden binnen het onderzoek.
De vraag is goed en duidelijk afgebakend. De vraag is relevant. De vraag sluit aan op je probleemstelling en doelstelling. Het is een complexe vraag, dus geen ja/nee-vraag.
Criteria voor goede ontwerpvragen
nodigt uit tot het bedenken van creatieve en concrete ideeën. … is een beetje prikkelend en geeft energie. … heeft een duidelijke link met het positieve kernthema. … nodigt uit tot het bedenken van ideeën binnen de eigen cirkel van invloed.
Je deelvragen beantwoord je (afhankelijk van je onderzoeksmethode) in het theoretisch kader of in de resultatensectie.