Voortplanting SlangenSlangen leggen, net als alle andere reptielen, eieren na een inwendige bevruchting. Sommige soorten zijn echter eierlevendbarend: de eieren worden inwendig uitgebroed, waarna de jongen levend ter wereld komen. De penis van het mannetje is in tweeën gedeeld.
Bij de erectie wordt er bloed gestuwd in de hemipenis. Tegelijkertijd trekt een spiertje de penis naar buiten. Het terugtrekken na de paring gebeurt, doordat het bloed niet meer tegengehouden wordt, en andere spieren de hemipenis weer naar binnen trekken.
Alle slangen kennen een inwendige bevruchting, de mannetjes hebben een hemipenis. Dit is een gepaarde penis zodat het mannetje langs beide zijden contact kan maken. Net als bij de hagedissen zit de staart namelijk in de weg.
Slangen kennen een bijzondere vorm van voortplanting. De meeste slangen zijn eierleggend, maar een aantal soorten is eierlevendbarend, wat wil zeggen dat de jongen direct ter wereld komen. Pythons hebben bovendien als bijzonderheid dat de vrouwtjes de eieren “uitbroeden” door zich eromheen te kronkelen.
Adder en gladde slang zijn eierlevendbarend: hun jongen zitten bij de geboorte nog in een dun vlies.Dat vlies breekt meestal binnen enkele uren en de jongen zijn direct zelfstandig. Vaak blijven ze nog een of twee dagen als een kluwentje regenwormen bijeen liggen.
De jongen zitten in een dun, oranjeachtig vlies: veilig verstopt en lekker warm en vochtig in het moederlichaam, maar er is geen verbinding on- derling. Bij geboorte floepen de kleintjes samen met de resten van dit vliesachtige ei uit de moe- der.
Vrouwelijke koningscobra's kunnen het prima af zonder man: bij gebrek aan een partner planten deze slangen zich in hun eentje voort. Dat bewijst een slang die in haar uppie twee levende nakomelingen wist te maken. Er zijn meer dieren die zich zonder partner kunnen voortplanten, waaronder vogels, haaien en hagedissen.
De eieren worden door de zon uitgebroed en soms door rottende bladeren. De jonge slangen kruipen uit het ei met behulp van de eitand, een soort punt op hun neus. Eenmaal buiten moeten ze meteen voor zichzelf zorgen. Bij enkele soorten slangen komen de jongen niet uit een ei, maar worden ze levend geboren.
De koningscobra is de enige slang ter wereld die een nest bouwt. Daar legt een vrouwtje gemiddeld 20 tot 40 eieren. En in sommige gevallen kan de koningscobravrouwtje dus haar eigen eieren bevruchten. Dat gebeurt alleen als het vrouwtje in een gebied terecht komt zonder mannetje.
De gladde slang is eierlevendbarend. Dat betekent dat ze eitjes legt in haar eigen buik. Die eieren komen dus in de buik uit en levende gladde, glibberige, gladde slangetjes, glibberen de gladde slang uit.
Wanneer een vrouwtje klaar is om te paren, produceert ze feromonen die mannetjes aantrekken.Tijdens de balts richt het mannetje zijn cloaca op die van het vrouwtje en gebruikt zijn hemipenes om haar eieren te bevruchten . Dit proces kan een uur tot een hele dag duren.
Ongeveer drie maanden na een paring zoekt een zwanger addervrouwtje een plekje om haar jongen te werpen. De jongen worden een voor een naar buiten geperst. Bij de geboorte zit elk jong verpakt in een doorzichtig vlies.
De zaadcellen bewegen zich voort door het slijm van de baarmoederhals; via de baarmoederholte komen ze daarna in de eileider. De eigenlijke bevruchting vindt plaats wanneer de eicel en de zaadcel elkaar ontmoeten in één van de eileiders. De bevruchte eicel begint zich meteen te delen, zodat meer cellen ontstaan.
Voortplanting Slangen
Slangen leggen, net als alle andere reptielen, eieren na een inwendige bevruchting. Sommige soorten zijn echter eierlevendbarend: de eieren worden inwendig uitgebroed, waarna de jongen levend ter wereld komen. De penis van het mannetje is in tweeën gedeeld.
De paring gaat via de cloaca. Die heeft als het ware lippen, die zwellen door hormonen. De man gaat niet in de vrouw, maar ze drukken de lippen van de cloaca tegen elkaar. Het sperma wordt via kanaaltjes in die lippen overgedragen.
Maar een vuistregel (met veel uitzonderingen) is dat hoe groter een slang kan worden, hoe langer hij kan leven. Boa's leven meestal 25 tot meer dan 50 jaar.Veel colubriden hebben een levensduur van tussen de 15 en 25 jaar en kleinere soorten leven 5 tot 10 jaar.
Sommige slangen kunnen zich voortplanten zonder mannetjes door een zeldzaam proces genaamd parthenogenese, waarbij vrouwtjes nakomelingen produceren zonder bevruchting . Dit is waargenomen bij soorten als boa's, pythons en zelfs bepaalde soorten ratelslangen.
Slangen hebben een lange staart, dat maakt voortplanting moeilijker. Om deze reden hebben slangen een hemipenis, dat betekent letterlijk een 'penis in twee delen'. Zo kan het mannetje zowel linksom als rechtsom contact maken met het vrouwtje, dat vergroot de kans op bevruchting.
Ongeslachtelijke voortplanting komt veel voor bij planten en insecten. Bij gewervelde dieren is het zeldzamer. Voor zover wij weten, doen geen zoogdieren dit in het wild. Toch kan een groeiende lijst van vogel-, haaien-, hagedissen- en slangensoorten het zonder een vent stellen .
De Indische wandelende tak, sommige kevers, beerdiertjes en vele bladluizen, maar ook sommige hagedissen, salamanders en slangen zijn voorbeelden van soorten met maagdelijke voortplanting. Ook bij de komodovaraan schijnt sprake te zijn van parthenogenese en bij de haai is dit waargenomen.
#1 De giftigste slang ter wereld: Inlandtaipan
Hij beschikt over extreem dodelijk gif, en kan met één beet genoeg injecteren om 100 mensen, 250.000 muizen of twee Afrikaanse olifanten te doden. Deze giftige slang bezit het meest dodelijke gif van alle gifslangen ter wereld.
Na 50 tot 70 dagen komen de eieren uit. De pasgeboren jongen zijn zo'n 15 tot 30 centimeter lang. Na twee tot drie jaar is de rattenslang geslachtsrijp. De leeftijd waarop dat gebeurt, is mede afhankelijk van de hoeveelheid voer die de slang krijgt.
Nooit levensvatbaar
"Een dier en een mens liggen te ver van elkaar vandaan. De eitjes herkennen elkaar simpelweg niet." In een laboratorische setting zou het, volgens Curfs, mogelijk zijn om door dat schilletje te komen en een zaadcel dus in een eicel te krijgen.
Alle gewervelde dieren hebben rood bloed. Hetzelfde geldt voor zoogdieren, vogels, reptielen en vissen. Maar bij de ongewervelde dieren zijn er soorten die geen rood bloed hebben, zoals wormen en inktvissen. Dat komt doordat deze dieren andere eiwitten dan hemoglobine gebruiken voor het transporteren van zuurstof.
Een slang waarvan men dacht dat het een mannetje was, heeft 14 slangetjes ter wereld gebracht - ondanks dat hij geen partner had. Ronaldo, een 13-jarige boa constrictor, bracht de kleine reptielen ter wereld op City of Portsmouth College.