In de uitspraak valt de d vrijwel altijd weg en is het dus ik hou van jou. Dit gebruik dringt ook steeds meer door in de geschreven taal. Literaire uitgevers hebben daarom vaak een voorkeur voor deze vorm, zeker als het gaat om de weergave van een conversatie.
Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal.
Hou je aan de snelheidslimiet is wat informeler taalgebruik, meer spreektaal. Maar hou of houd is dus allebei goed. In de spreektaal laten we de slotmedeklinker vaak weg. 'Ik hou van jou' klinkt toch ook beter dan 'Ik houd van jou'.
Houd is goed in bijvoorbeeld: 'Ik houd de deur open', 'Houd jij de deur open? ' en 'Houd de deur open! ' Houdt is goed in bijvoorbeeld: 'Jij houdt de deur open', 'Maaike houdt de deur open' en 'Houdt u de deur open?
Er zijn veel manieren om iemand te laten weten dat je van ze houdt. Vertel het ze, vertel ze waarom je ze waardeert, dat je aan ze denkt en dat je er voor hem of haar bent. Zeg het face-to-face of schrijf het in een brief, of soms zijn acties luider dan woorden.
Iets anders zeggen dan 'ik hou van jou'
Ik vind je leuk. Ik vind het leuk met je. Ik ben blij met je. Ik ben gek op je.
De regel voor de gebiedende wijs is vrij duidelijk en eenvoudig: de gebiedende wijs krijgt altijd alleen de stam. Houd schrijf je dus zonder t. Soms twijfel je misschien of er sprake is van de gebiedende wijs. Dan kun je het werkwoord vervangen door een vorm van lopen.
Is houd of houdt juist in 'Houd(t) rekening met een wachttijd'? 'Houd rekening met een wachttijd' is juist. Houd is hier een gebiedende wijs en die is gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord.Er komt dus geen t achter.
Als ik zeg dat ik meer van je hou, bedoel ik niet dat ik meer van je hou dan jij van mij. Ik bedoel dat ik meer van je hou dan van de slechte dagen die voor ons liggen, ik hou meer van je dan van welke ruzie dan ook die we ooit zullen hebben. Ik hou meer van je dan van de afstand tussen ons, ik hou meer van je dan van welk obstakel dan ook dat tussen ons in zou kunnen komen.
Hoe ga je om met die d in het woord 'houd'? In de uitspraak valt de d vrijwel altijd weg en is het dus ik hou van jou. Dit gebruik dringt ook steeds meer door in de geschreven taal. Literaire uitgevers hebben daarom vaak een voorkeur voor deze vorm, zeker als het gaat om de weergave van een conversatie.
Je bent niets minder dan alles voor mij. Ik hou zoveel van je dat ik alles zou doen om je te zien lachen . In jouw armen voel ik me veilig en geliefd. Waar je ook bent, daar wil ik zijn.
Slechts een woordverschil in de uitspraak, maar een hele nieuwe diepte in betekenis. Met vriendelijke groet. "Ik hou van je" voelt vaak minder intiem en duidt doorgaans op een minder toegewijde relatie met de andere persoon.
'Je' is het lijdend voorwerp en niet het onderwerp van de zin (dat is hier 'Wat'). Terug naar jouw zin: 'Wat houdt je tegen? ' Ook in deze zin is je niet vervangbaar door jij: 'Wat houdt jij tegen' is niet correct.
Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”.Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.
Hou en houd zijn allebei goed. 'Ik hou van kerstliedjes' is het gewoonst. In teksten met een informele toon gaat de voorkeur uit naar hou, net als in de spreektaal: Ik hou er wel van.
Zowel Ik hou van zingen als Ik houd van zingen is correct. In gesproken taal is hou de gewoonste vorm, evenals in minder formele geschreven taal. In formelere geschreven taal komt de vorm houd meer voor.
Dat klinkt misschien een beetje technisch en schoolmeesterachtig, maar het komt hierop neer: je schrijft ik houd (zonder ‑t) en jij/je/u/hij/zij/het houdt (met ‑t). Maar let op! Bij jij en je schrijf je de ‑t wel als het werkwoord ná het onderwerp in de zin valt, maar niet als het ervoor komt.
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
Specifiek, als je verliefd bent op iemand, voel je een sterk, bijna onverklaarbaar verlangen naar die persoon . "De opwinding en het wonder van vroege liefde, van wederzijdse ontdekking, van genieten van fantasieën en het vooruitzicht om zoveel te delen in de komende jaren is een gedenkwaardige fase in het leven van een stel samen," zegt McCoy.
'Mensen die verliefd zijn, zijn enorm zenuwachtig. Ze voelen zich intens vrolijk, maar zijn ook bang om de ander kwijt te raken. Mensen die van elkaar houden zijn kalmer als ze samen zijn. Als er iets naars gebeurt op je werk ga je juist naar je partner om gerustgesteld te worden.