Selecteer Bestand > Info. Selecteer het vak Werkmap beveiligen en kies Versleutelen met een wachtwoord. Voer een wachtwoord in het vak Wachtwoord in, en selecteer OK. Bevestig het wachtwoord in het vak Wachtwoord opnieuw invoeren en selecteer vervolgens OK.
Zijn de bestandseigenschappen ingesteld op alleen-lezen? Controleer de bestandseigenschappen door met de rechtermuisknop op het bestand te klikken en Eigenschappen te kiezen.Als het kenmerk Alleen-lezen is geselecteerd, kunt u de selectie ongedaan maken en op OK klikken.
Klik in het document, de werkmap of de presentatie met de rechtermuisknop op het label en klik vervolgens op Label ontgrendelen in het snelmenu.
Ga naar het werkblad waarvan u de beveiliging wilt opheffen. Ga naar Bestand > Info > Beveiligen > Beveiliging blad opheffen, of ga vanaf het tabblad Controleren naar Wijzigingen > Beveiliging blad opheffen.
In een werkmap komen 1 of meerdere werkbladen te staan. Elk werkblad heeft een tab die onderaan in het venster van de werkmap te zien is. Op de tab staat de naam van het werkblad. In het werkblad worden de gegevens en de formules ingevoerd.
Klik met de rechtermuisknop op de map in Windows Verkenner. Selecteer Eigenschappen. Ga naar Algemeen en klik vervolgens op de knop Geavanceerd onder Kenmerken. Vink Inhoud versleutelen om gegevens te beveiligen aan.
De Vergrendelde map verbergt en beschermt items achter de schermvergrendeling van je apparaat of het wachtwoord van je Google-account. Gearchiveerde items kunnen misschien nog wel worden geopend. Items in de Vergrendelde map worden niet getoond als je zoekt in Google Foto's, maar Gearchiveerde items wel.
Open het werkblad of de werkmap die u wilt beveiligen. Klik op het tabblad Controleren op Blad beveiligen of Werkmap beveiligen. Typ een wachtwoord in het vak Wachtwoord en typ het ter bevestiging ook in het vak Controleren. Kies desgewenst nog andere beveiligingsopties en klik op OK.
Verwijder indien mogelijk de wachtwoordversleuteling van het bestand. Daarvoor gaat u naar het tabblad Controleren. Als Werkmap beveiligen is gemarkeerd, klikt u erop om de beveiliging uit te schakelen. Voer desgevraagd het wachtwoord in.
Open de werkmap die u wilt beveiligen. Klik op het menu Bestand en klik vervolgens op Wachtwoorden. Schakel in het dialoogvenster Bestandswachtwoorden het selectievakje Alleen-lezen aanbevolen in en klik op OK. Sluit de werkmap.
Schakel op het tabblad Beveiliging het selectievakje Vergrendeld in en selecteer vervolgens OK om het pop-upvenster te sluiten. Opmerking: Als u deze stappen probeert uit te voeren voor een werkmap of werkblad dat u niet hebt beveiligd, ziet u dat de cellen al zijn vergrendeld.
Een werkmap is een bestand met een of meer werkbladen, waarmee u gegevens kunt ordenen.
Wanneer je een Excel-werkmap opent, worden er standaard drie werkbladen aangemaakt. De standaard namen op de tabs van deze werkbladen zijn “Blad1”, “Blad2” en “Blad3”. Je kunt je werkmap een andere naam geven of een kleurcode toevoegen.
Open Outlook en kies op het tabblad Bestand de opties Accountinstellingen > Accountinstellingen. Kies op het tabblad Gegevensbestanden de Outlook-gegevensbestand (. pst) waarvoor u een wachtwoord wilt maken of wijzigen en kies vervolgens Instellingen. Kies Wachtwoord wijzigen.
Voer de volgende stappen uit: Als het werkblad beveiligd is, voert u de volgende handelingen uit: Selecteer op het tabblad Controleren de optie Beveiliging blad opheffen (in de groep Beveiligen). Selecteer Blad beveiligen om over te schakelen naar Beveiliging blad opheffen wanneer een werkblad is beveiligd.