Eenmaal goed geworteld zijn vlinderstruiken niet veeleisend. In droge, hete periodes doe je er goed aan om goed water te geven. In de winter wil Buddleja niet erg nat staan, kies een plek uit waar in de winter geen plassen blijven staan.
Staat de vlinderstruik in de volle grond, dan hoef je zelden extra water te geven. De struik kan prima eventjes zonder water zolang het niet te extreem is. Staat de Buddleja davidii in een pot, dan is het goed om de tuinplant wekelijks water te geven. Let er wel op dat de struik niet al te natte voeten krijgt.
Een vlinderstruik kan niet tegen:Natte voeten: een goed doorlatende grond is nodig om wortelrot te voorkomen. Strenge vorst: Hoewel vlinderstruiken redelijk winterhard zijn, kunnen strenge vorstperiodes schade veroorzaken.
Ook de bekende vlinderstruik (Buddleja davidii) kan wel wat droogte hebben. Deze struik krijgt prachtige blauwe, witte of roze pluimen waar bijen en vlinders dol op zijn.
Belangrijk is een standplaats in de halfschaduw tot volle zon, de vlinderstruik houdt van warmte. Zet de plant op een goed doorlatende, vochtige grond en geef de planten regelmatig water. Geef de planten in het voorjaar extra voeding zodat ze lang en rijk blijven bloeien en gezond blijven.
Vlinderstruik laag snoeien
De vlinderstruik bloeit op eenjarig hout, voor een mooie groeiwijze en een rijke bloei is het aan te raden de vlinderstruik elk voorjaar (maart) sterk terug te snoeien. U kunt alle takken vlak boven de grond of tot 30 centimeter van de grond afzagen, het liefst vlak boven een zijscheutje.
Bemesting is nodig voor vlinderstruiken omdat het kan helpen om de bloei te bevorderen. Dit is vooral belangrijk als de grond rondom de struik erg droog is en te weinig water vasthoudt. Wanneer een plant niet genoeg voedingsstoffen uit de grond kan opnemen, kan dat de groei en bloei van de plant belemmeren.
De vlinderstruik (Buddleja) krijgt zijn bloemen op jonge scheuten, dus als je hem niet snoeit, komen alle bloemen steeds hoger in de plant te zitten. En onderin de struik blijven wat zielige kale takjes over. Door je vlinderstruik te snoeien, voorkom je dat.
Vlinderstruiken groeien snel, maar worden niet oud. Door de struik geregeld te verjongen kun je zijn leven rekken. Het is niet zo dat jouw vlinderstruik hierdoor het eeuwige leven krijgt, maar vijf tot tien jaar winst is wel haalbaar.
Sterke bodembedekkers die het vaak goed doen onder of in de buurt van vlinderstruiken zijn de kleine maagdenpalm (Vinca minor), de gele aardbei (Waldsteinia ternata) en het wintergroene dikkemanskruid (Pachysandra terminalis).
Knip net boven een knop of uitlopende scheut. Wil je dat je struik hoger dan 3 m wordt, knip dan hoger af, op zo'n 60 cm van de grond. Haal alle dode en schurende takken weg, en ook dunne takjes die uit de grond opschieten. Houd 5 tot 6 hoofdtakken over.
Daarnaast is het goed om de vlinderstruik eens per jaar te voorzien van wat kalk. De struik houdt namelijk niet van een te zure grond.
Bij een vlinderstruik die in een pot wordt gehouden, is het gevaar duidelijk groter dat de pot bevriest en onherstelbare schade aan de basis en de wortels ontstaan. Kokosmatten, jute zakken of een winterbeschermingsvlies verhinderen het ergste.
Dit zal de groei van bloemen alleen maar bevorderen. Het is ook mogelijk om de Vlinderstuik tot zo'n 20 cm boven de grond terug te snoeien op jaarlijkse basis. Zo ben je altijd verzekerd van nieuwe uitgroei, mét bloemen. Vlinderstruiken hebben een gemiddelde groeisnelheid van 20 tot 30 cm per jaar.
Indien je twijfelt of je buddleja nog in leven is, haal dan eens met een nagel over de bast, is de kleur daaronder frisgroen dan is er niets aan de hand. Denk erom dat je de struik het komende seizoen goed water blijft geven. Veel succes!
Dat houdt in dat u de uitgebloeide bloemknoppen van de planten knipt. Dat kan meteen als bepaalde bloemen verwelkt zijn; u hoeft niet te wachten tot de hele struik uitgebloeid is. Koppen kan ervoor zorgen dat uw vlinderstruiken langer bloeien.
Om de hele zomer van veel bloemen te genieten, is een dwergvlinderstruik snoeien van belang. In het voorjaar, na de vorst, kan de Buddleja een flinke snoeibeurt gebruiken. Je snoeit de kleine struik dan tot 15 à 40 cm boven de grond terug.
Is een vlinderstruik giftig voor dieren? Hoewel vlinderstruiken (Buddleja davidii) niet eetbaar zijn, zijn ze niet giftiger dan om het even welke tuinplant. Ze zouden veilig moeten zijn om te planten waar kinderen, honden, katten en andere dieren leven.
Wij adviseren om de lavendel tweemaal per jaar te snoeien. De eerste keer na de bloei, waarbij je alleen de uitgebloeide bloemtakken wegsnoeit. De tweede keer na de winter (begin maart), waarbij de 1-jarige scheuten van vorig jaar tot bijna op het oude hout teruggesnoeid mogen worden.
De maand januari is perfect om fruitbomen/struiken en knotwilgen te snoeien. Dit scheelt je weer werk in het voorjaar. Let op: snoei alleen als het niet vriest, bij vorst kunnen snoeiwonden namelijk invriezen. Het is nu ook de tijd om de blauwe regen (Wisteria) te snoeien.
Vlinderstruik snoeien (Buddleja davidii)
Houd de groeikrachtige vlinderstruik (Buddleja davidii) in toom door in februari of maart alle takken van je vlinderstruik terug te snoeien tot 20 cm van de grond. Let op: andere soorten Buddleja moet je nu niet snoeien!
De vlinderstruik, ook bekend als Buddleja, is een populaire keuze voor tuiniers die graag kleurrijke vlinders naar hun tuin willen lokken. Deze struik, oorspronkelijk afkomstig uit Azië, staat bekend om zijn overvloedige bloei en aantrekkingskracht op volwassen vlinders, bijen en andere bestuivers.
De kleine vos was met 127 exemplaren verreweg de talrijkste vlinder. Atalanta staat met 80 vlinders op plek 2 en het klein koolwitje en de dagpauwoog volgen met iets meer dan 50 vlinders.
Hoe stek je een vlinderstruik? Om een vlinderstruik te stekken, snijd je zachte scheuten van 10-15 cm in het voorjaar. Verwijder de onderste bladeren, dompel de stekken in stekpoeder en plant ze in potgrond. Houd vochtig en bescherm tegen direct zonlicht tot ze wortelen.