Dit brede profiel is gericht op talen, culturen, communicatie, muziek, kunst en maatschappelijke onderwerpen als rechten, politiek, onderwijs, filosofie, geschiedenis of hulpverlening.
C&M: Wiskunde C of Wiskunde A of Wiskunde B en Geschiedenis. E&M: Wiskunde A of Wiskunde B, Economie en Geschiedenis. N&G: Wiskunde A of Wiskunde B, Biologie en Scheikunde. N&T: Wiskunde B, Natuurkunde en Scheikunde.
Wiskunde C kan alleen gekozen worden in het profiel C&M en bereidt voor op universitaire studies in de sociale, juridische, en taal- en gedragswetenschappen.
Natuur en Gezondheid
In dit profiel volg je de verplichte vakken Biologie en Scheikunde. Daarnaast is het verplicht om Wiskunde A of Wiskunde B te volgen. Ook kies je uit de profielkeuzevakken Natuurkunde, Natuur, Leven en Technologie en Aardrijkskunde.
Wiskunde A en B zijn het algemeenst, wiskunde C is enkel voor leerlingen met profiel Cultuur en Maatschappij. Wiskunde D is een uitbreiding voor leerlingen die al wiskunde B volgen (niet in profiel C&M). Je bent vrij om wiskunde C in te ruilen voor A of B.
De focus ligt bij wiskunde C echter minder op theorie en meer op toegepaste wiskunde in het dagelijks leven dan bij wiskunde A. Zo is er meer aandacht voor ruimtemeetkunde (tekenen in perspectief) en logisch redeneren. Leerlingen vinden wiskunde C vaak makkelijker dan wiskunde A.
Profielkeuze havo en vwo. Aan het einde van het derde leerjaar havo en vwo maak je een profielkeuze. De bovenbouw van havo en vwo heeft vier profielen: Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij en Cultuur en Maatschappij. Scholen bieden deze profielen altijd aan.
Bij wiskunde B op havo-niveau en op vwo-niveau komen meer theoretische vraagstukken aan bod. De sommen bestaan vaak uit grafieken en vergelijkingen. Algebra en meetkunde zijn bij dit vak aan de orde van de dag, terwijl statistiek ontbreekt. Je rekenmachine moet je bij wiskunde B veel vaker thuislaten.
Cultuur en Maatschappij (C&M)
Het profiel Cultuur en Maatschappij is een breed profiel. Het is gericht op taal, communicatie, geschiedenis, kunst en maatschappelijke onderwerpen als rechten, politiek, onderwijs en hulpverlening. Doordat het zo breed is, kun je er veel verschillende richtingen mee uit.
Vwo bereidt je voor op het wetenschappelijk onderwijs
Het vooroordeel dat gymnasium beter of hoger is dan atheneum klopt niet. Er bestaat geen niveauverschil tussen gymnasium en atheneum.
havo: rekenen 3F en taal 3F; vwo: rekenen 3F en taal 4F; mbo niveau 1/entreeopleiding, mbo niveau 2 en niveau 3: taal 2F (het onderdeel fictionele, narratieve en literaire teksten uitgezonderd) en rekenen 2F; Let op: Het is de entreeopleidingen ook toegestaan om onder niveau 2F te examineren.
Als je verder wilt studeren in de richting van “Economie” is wiskunde A onmisbaar. Let op: bij sommige economische studies op de universiteit moet je wiskunde B hebben. Als wiskunde je goed af gaat en je wilt economie studeren op de universiteit, dan heeft wiskunde B de voorkeur boven wiskunde A.
CM is het profiel dat de meest brede algemene kennis opbouwt. Zijn talen je op het lijf geschreven en heb je belangstelling voor terreinen als cultuur, communicatie, maatschappelijke vraagstukken en onderwijs, dan is dit profiel de voor de hand liggende keuze.
Cultuur en Maatschappij (C&M)
Bij dit profiel heb je als verplichte vakken Geschiedenis en een moderne vreemde taal. Verder horen bij dit profiel de vakken Aardrijkskunde, Duits, Economie, Filosofie, Frans, Kunst, Maatschappijwetenschappen en Wiskunde C.
De opgaven bij Wiskunde A zijn vaak verhaaltjessommen, toegepast op situaties die je in het echte leven tegenkomt. Over het algemeen wordt wiskunde A als makkelijker ervaren dan wiskunde B, al verschilt dit ook weer per persoon.
Hoewel Cultuur en Maatschappij en Economie en Maatschappij zich heel wat minder richten op de bètakant van de wetenschap, zit ook in die 2 profielen minimaal 1 exact vak verborgen: wiskunde.
Wiskunde C is een examenvak in de bovenbouw van het vwo vanaf klas 5. Wiskunde C is dé wiskunde die aansluit bij het profiel Cultuur en Maatschappij. De wiskunde krijgt een plek in de wereld om ons heen. Het rekenen met letters en formules wordt toegepast in concrete contexten, in voorstelbare situaties.
Wat veel mensen vergeten, is dat rekenkunde geen aangeboren vaardigheid is. Haast iedereen kan goed worden in wiskunde, maar het zit 'm vooral in het oefenen en verbanden kunnen leggen. Het oplossen van wiskundige sommen gaat de een beter af dan de ander, maar dit betekent niet dat je nooit beter kunt worden.
Op het vwo en de havo bestaat voor wiskunde B1,2 een centraal schriftelijk examen. In het profiel natuur en techniek was het een verplicht vak. Over het algemeen wordt wiskunde B1,2 als het moeilijkste van de wiskundevakken gezien.
Bijvoorbeeld: je wilt starten met Accountancy maar je hebt geen Wiskunde A of B in je profiel. Dan kun je een instaptoets wiskunde doen. Zo zijn er ook instaptoetsen Economie, Natuurkunde, Engels en Nederlands. Die mogelijkheid is er niet voor elk vak van elke opleiding.
Bij wiskunde C ligt de focus meer op grafieken en thema's die relevant zijn voor sociale opleidingen. Het is daarom alleen beschikbaar voor leerlingen met het profiel Cultuur & Maatschappij, zowel op de havo als het vwo.
natuurkunde gaat over stoffen die niet van natuur veranderen en scheikunde gaat over het veranderen van de ene stof in de andere.