toedieningswegen: lokale toediening (medicijn direct op de plaats die behandeld moet worden), systemische toediening (medicijn wordt eerst opgenomen in het bloed), enterale toediening (oraal), parenterale toediening (buiten het maag-darmkanaal om, direct in de bloedbaan);
Voorbeelden Van de drie P'S Bij de indeling van de verhalen is er een onderscheid gemaakt in de drie P's: Pil, Proces en Patiënt. In de cate- gorie 'Pil' vallen de voorbeelden van verbeteringen die gericht zijn op farmacotherapeutische effecten zoals bij- werkingen en interacties tussen medicijnen.
Rectaal. Geneesmiddelen kunnen ook direct in het spijsverteringskanaal worden toegediend via de anus en endeldarm, door middel van een zetpil. Rectale toediening van medicijnen wordt o.a. toegepast: als de patiënt misselijk is en moet overgeven.
De parenterale route verwijst naar de intraveneuze toediening van voeding en medicijnen door het maag-darmkanaal te omzeilen . De parenterale route van medicijntoediening omvat vier typen: subcutane, intramusculaire, intraveneuze en intrathecale toediening.
Dezelfde geneesmiddelen kunnen verschillende uitwerkingen hebben door gebruik te maken van een andere toedieningsvorm. Enterale toediening is over het algemeen het gemakkelijkst voor de patiënt, omdat geen injecties of andere steriele methodes nodig zijn.
Toediening kan via tabletvorm (via de mond doorslikken of smelten onder de tong (niet doorslikken), zetpil (via de anus), pleister (via de huid), via een naaldje in het onderhuids weefsel of direct in het bloedvat (infuus). Het medicijn moet via zijn toedieningsroute in uw bloedbaan komen om effect te kunnen hebben.
Orale suspensie: een orale vloeistof die een of meer actieve ingrediënten bevat die zijn gesuspendeerd in een geschikte base . Orale oplossing: een orale vloeistof die een of meer actieve ingrediënten bevat die zijn opgelost in een geschikte base.
Bij enterale toediening wordt het geneesmiddel toegediend via de darmen. Als iets via de enterale weg wordt toegediend, zal het eerst via de maag en darmen moeten worden opgenomen. Dit gaat dus langzaam en geleidelijk.
Een bolus is het toedienen van een extra dosis insuline met behulp van een insulinepomp. Je doet dit wanneer je een maaltijd of tussendoortje eet dat koolhydraten bevat of om een te hoge glucosewaarde te corrigeren.
Transdermale geneesmiddelen worden weliswaar op de huid aangebracht, maar hebben hun werking niet op of in de huid. De huid fungeert als transportmiddel voor de werkzame stof die meestal in de vorm van een pleister, soms als een gel, daarop wordt aangebracht.
Onder intraveneuze (IV) toediening verstaan we het toedienen van vloeistoffen in de veneuze circulatie. Het toedienen van vloeistoffen direct in de bloedbaan is ingrijpend en kan risico's voor de patiënt met zich meebrengen.
Parenterale voeding betekent intraveneus (via een ader) voeden . "Parenteraal" betekent "buiten het spijsverteringskanaal." Terwijl enterale voeding via een slang naar uw maag of dunne darm wordt toegediend, omzeilt parenterale voeding uw gehele spijsverteringsstelsel, van mond tot anus.
Parenterale voeding is voeding die via een infuus rechtstreeks in de bloedbaan komt. Er wordt een dun slangetje geplaatst in een groot bloedvat. Parenteraal betekent: buiten het maag-darmkanaal om.
Transdermale toediening kan in feite een niet-invasief alternatief bieden voor parenterale toedieningswegen . Het maakt een vermindering van de doseringsfrequenties mogelijk en is ook geschikt voor patiënten die bewusteloos zijn of braken (Prausnitz en Langer, 2008).
Klysma's komen voor als oplossing, suspensie of emulsie. Het volume van het klysma is afhankelijk van de toepassing.
De toediening kan gebeuren langs enterale weg (absorptie door het maagdarmstelsel) of parenterale weg (injectie, infusie of implantatie). In contrast hiermee staat de topicale toediening, waar het effect over het algemeen plaatselijk is.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Het snelste effect wordt verkregen bij i.v. toediening. Deze wijze van toediening wordt daarom aangeraden bij acute gevallen.
Nieuwe beslagvrije voet: de 5%-regel
Bij een minimum inkomen is de minimale afdracht 5% van het inkomen dat je ontvangt.