Een marrontaal is een taal gesproken door een volk van marrons, gevluchte West-Afrikaanse slaven die in stamverband in de oerwouden van Suriname zijn gaan leven, en hun afstammelingen. De marrontalen worden gerekend tot de
Jamaicaanse Marron taal, Maroon Spirit taal, Kromanti, Jamaicaans Maroon Creools of Deep patwa is een rituele taal en voorheen moedertaal van Jamaicaanse Marrons. Het is een Engels-gebaseerd creools met een sterke Akan component, specifiek van het Asante dialect van het hedendaagse Ghana.
Marrons zijn afstammelingen van tot slaaf gemaakten die gevlucht zijn en aanvankelijk in het binnenland van Suriname in stamverband zijn gaan leven. Van de zes stamverbanden in Suriname wonen er nu ook Marrons in Nederland. Een kenmerk van hun cultuur is de gezagsstructuur.
Vrijwel iedereen beheerst het Nederlands. In de steden spreekt een groot deel van de bevolking Sranan Tongo (Surinaams). Daarnaast heb je ook het Sarnami (hindoestaans), Javaans, Chinees. In de binnenlanden is Nederlands minder gangbaar daar hoor je verschillende Marron-talen.
De zogenaamde creolen zijn afstammelingen van Afrikaanse slaven. Hun taal is het Sranantongo, vroeger Neger-Engels genoemd.
Creolen zijn de afstammelingen van in het verleden naar Suriname gebrachte slaven. Tot eind jaren zestig was dit in Suriname de grootste groep. De marrons zijn afstamme- lingen van weggelopen slaven. Hun aantal groeit de laatste jaren sterk.
Frans is een Romaanse taal die in Europa is ontstaan en is geëvolueerd uit het Latijn. Haïtiaans Creools is een Creoolse taal die zich in Haïti ontwikkelde als een fusie van Frans, Afrikaanse talen en elementen uit verschillende andere talen tijdens de koloniale periode.
Een marrontaal is een taal gesproken door een volk van marrons, gevluchte West-Afrikaanse slaven die in stamverband in de oerwouden van Suriname zijn gaan leven, en hun afstammelingen. De marrontalen worden gerekend tot de Creoolse talen.
Surinaams-Nederlands (Surinaams-Nederlands, uitgesproken als [syːriˌnaːms ˈneːdərlɑnts]), ook bekend als Surinaams, is de vorm van het Nederlands dat gesproken wordt in Suriname en is de officiële taal in Suriname, een voormalige kolonie van Nederland.
Marrons zijn afstammelingen van Afrikanen in Amerika die nederzettingen vormden buiten de slavernij. Ze vermengden zich vaak met inheemse volkeren en ontwikkelden zich uiteindelijk tot aparte creoolse culturen zoals de Garifuna en de Mascogos.
Naar schatting zijn er zo'n 120.000 marrons in het huidige Suriname. Ook in Nederland wonen zo'n 11.000 marrons. Marrons stammen af van tot slaaf gemaakte mensen die wisten te ontsnappen uit de slavernij en in het binnenland van Suriname gingen leven.
Gi pangi betekent letterlijk het geven van een pangi [omslagdoek]. Bij de gi pangi-ceremonie wordt een meisje tot volwassen vrouw verklaard.
De Surinaamse marrons zijn traditioneel aanhangers van hun eigen religies, zoals het Winti, waarbij 'Gaan Gadu' (de Grote God) de schepper van alles wat er bestaat is. De afgelopen halve eeuw zijn de Marrons echter massaal overgestapt naar het christendom, en dan met name tot de Volle Evangelie beweging.
Zelfstandig naamwoord. maroon (meervoud maroons) Een ontsnapte zwarte persoon uit het Caribisch gebied en Amerika of een afstammeling van zo iemand . [
Rond het begin van de jaartelling kwam er vanuit Noord-Duitsland een Germaanse kolonisatie. Toen sprak men hier dus Germaans. Na de volksverhuizingen, dus ongeveer rond het jaar 500 na Christus, zijn uit de Germaanse dialecten aparte talen ontstaan, waaronder het Oudnederlands.
a'kkaa bil, stamt af van het Surinaamse woord 'bakka', ook wel: billen, asser, ass, goof, bijv.
Ze zegt weleens een paar woordjes, bijvoorbeeld: 'Waarom doen jullie ogri boi dingen?' Dan bedoelt ze dat we ondeugend zijn. En ze noemt ons vaak 'goedoe',dat betekent 'schatje'.
Woordenlijst: van straattaal naar ABN
A blub ya! Hou je bek! A dobbo! Donder op!
Marrons zijn vrijgevochten tot slaafgemaakten en hun nazaten. Het woord 'Marron' stamt af van het begrip 'cimarrón'. Dit is een Caribisch-Spaans woord met de betekenis 'weggelopen of verwilderd vee'.
Het woord creool is een ontlening (mogelijk via het Frans) van het Portugese crioulo, dat is afgeleid van criar ("kweken"). Het woord betekende oorspronkelijk een in de koloniën geboren persoon, onafhankelijk van de huidskleur, die niet bij de oorspronkelijke inheemse bevolking hoort.
Kwaka lijkt op muesli-soort en is de belangrijkste maaltijd van de Oost Suriname marrons. Voor de bereiding wordt de bittere cassave geschild goed schoongewassen en aantal dagen in water gelegd, zodat het god kan weken. Het vervolg is dat deze knollen worden geraspt.
Het is niet onderling verstaanbaar met Standaard Frans en heeft bovendien een eigen grammatica.
Het is een West-Germaanse taal die zijn oorsprong vindt bij het Nederlands zoals dat in de 18e eeuw was. We zeggen dan ook wel dat het de "dochtertaal" is van het Nederlands. Dit maakt het een Creoolse taal, aan taal die door kolonisatie een oorsprong heeft in een Europees land.
Haïti is een eiland in het Caribisch gebied dat ooit een Franse kolonie was met een grote slavenpopulatie. De Haïtianen vochten voor hun onafhankelijkheid en wonnen in het begin van de 19e eeuw. Haïtiaans Creools is de belangrijkste taal die in Haïti wordt gesproken, hoewel het oorspronkelijke Frans een van hun officiële talen is.