Er zijn verschillende soorten onderzoeksmethoden. Verkennend, beschrijvend en causaal zijn de drie belangrijke varianten die we met u gaan doornemen.
Grofweg zijn er (minstens) vier verschillende soorten onderzoeksvragen: beschrijvend, vergelijkend, relationeel en verklarend . Beschrijvende vragen vragen wat er gebeurt. Met andere woorden, ze proberen een fenomeen of situatie te beschrijven.
De onderzoeksvraag is de vraag die gedetailleerd beschrijft waar jouw onderzoek zich op focust. De onderzoeksvraag is de vraag die volgt op je hoofdvraag. De hoofdvraag geeft in zeer brede zin richting aan je onderzoek.
De belangrijkste onderzoeksvraag waarop je antwoord geeft, is de hoofdvraag. De deelvragen zijn de onderzoeksvragen die je helpen de hoofdvraag te beantwoorden. Je baseert je onderzoeksvragen op je probleemstelling die voortkomt uit je probleemanalyse.
Hoe beïnvloeden leiderschapsstijlen het behoud van werknemers? Dit is een voorbeeld van een sterke onderzoeksvraag omdat het direct kijkt naar het effect van de ene variabele (leiderschapsstijlen) op de andere (behoud van werknemers), wat een sterk afgestemde methodologische benadering mogelijk maakt.
✍️ Formuleer de vraagstelling helder en simpel, bij voorkeur op taalniveau B1.Laat taalgebruik specifiek voor jouw vakgebied ('jargon') achterwege. ð Vermijd negatieve woorden in de vraagstelling. Een positieve opdracht leidt tot betere uitkomsten en is, niet geheel onbelangrijk, leuker om over na te denken.
Een filosofische vraag is een open vraag over fundamentele kwesties, waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn (er is niet één juist antwoord).
Een hulpvraag is een vraag waarmee jij de ander(en) om hulp vraagt over: inzet, kennis, expertise, (onder)steun(ing), assistentie, medewerking, zorg, middelen, etc. Het is de start van een gezamenlijke dialoog en mogelijk aanvullende actie die jou en daarmee de organisatie verder helpt.
Het is analytisch in plaats van beschrijvend. De onderzoeksvraag moet u in staat stellen een analyse van een kwestie of probleem te produceren in plaats van een simpele beschrijving ervan . Met andere woorden, het is niet te beantwoorden met een simpel "ja" of "nee", maar vereist een synthese en analyse van ideeën en bronnen.
Causaal onderzoek is bedoeld om bewijs te leveren dat een bepaalde relatie bestaat. Wilt u weten of een strategie succesvol is voor uw bedrijf? Of wilt u de oorzaak van een probleem achterhalen? Dan is causaal onderzoek geknipt voor u.
In een onderzoeksvraag formuleer je wat je wilt weten en hoe je daar achter denkt te komen, terwijl je in een hypothese al een uitkomst formuleert. Je onderzoeksvraag beantwoord je meestal met een aantal hypothesen.
Als u bekend raakt met de vier typen onderzoek – beschrijvend, correlatief, experimenteel en diagnostisch – kunt u de meest geschikte methode voor uw onderzoek selecteren. Vaak wilt u een combinatie van methoden gebruiken om zinvolle gegevens te verzamelen.
Onderzoeksmethoden zijn specifieke benaderingen om data te verzamelen en te analyseren (i.e., de dataverzamelingsmethoden en de data-analysemethoden), zodat je je onderzoeksvraag kunt beantwoorden.
Bij een case study doe je geen onderzoek onder een grote steekproef. Je gaat je in plaats daarvan in detail verdiepen in één specifiek persoon of fenomeen of één specifieke groep, organisatie of gebeurtenis. Zo krijg je diepgaand inzicht in die ene case of in een paar cases.
Metafysische vragen zijn vragen die niet gaan over de direct waarneembare werkelijkheid (wat je kan horen, voelen, aanraken, proeven en zien), maar over wat daarachter ligt, het wezen ervan. Voorbeelden van zulke vragen zijn: Wat is tijd eigenlijk? Bestaat tijd?
Het zijn vragen waarbij een beroep wordt gedaan op iemands waarden, visie, oordeel of mening.
Abstractie: Filosofische vragen zijn vaak abstract en gaan over concepten die niet direct waarneembaar zijn, zoals waarheid, rechtvaardigheid, schoonheid, en betekenis. Open-eindig: Ze hebben meestal geen definitief of absoluut antwoord. In plaats daarvan zijn ze bedoeld om discussie en debat te stimuleren.
Een kritische denkvaardigheid is het vermogen om goede vragen te formuleren: vragen die een doordacht antwoord oproepen dat niet summier met een "ja" of "nee" of een korte feitelijke verklaring kan worden beantwoord . Goede vragen vereisen reflectie en zetten aan tot verder debat.
Met een waarderende vraag neem je dat wat van waarde is voor je gesprekspartner als uitgangspunt. Je vraagt waar iemand trots op is, belang aan hecht of meer van zou willen zien. Dit soort vragen zorgt vaak voor een positieve inbreng, omdat het gaat om onderwerpen waar de ander energie van krijgt.
Onderzoek levert echter geen bruikbare informatie op als de vragen gemakkelijke antwoorden hebben (omdat de vragen te simpel, te beperkt of te algemeen zijn) of antwoorden die helemaal niet te bereiken zijn (omdat de vragen geen mogelijk antwoord hebben, te duur zijn om te beantwoorden of te breed van opzet zijn).
Een specifieke onderzoeksvraag betekent dat de collectieve gegevens en observaties samenkomen om de gekozen hypothese op een duidelijke manier te bevestigen of te ontkennen .
Goed onderzoek is repliceerbaar, reproduceerbaar en transparant . Repliceerbaarheid, reproduceerbaarheid en transparantie zijn enkele van de belangrijkste kenmerken van onderzoek. De repliceerbaarheid van een onderzoeksstudie is belangrijk omdat dit andere onderzoekers in staat stelt de bevindingen van de studie te testen.