Wat kan ik doen? Zorg dat ramen en deuren dicht zijn, vooral waar de wind op staat.Zet luiken goed vast.Zet uw auto op een veilige plek: zoveel mogelijk uit de wind en uit de buurt van bomen en schuttingen.
6: Krachtige wind (39-49 km/uur) 7: Zeer krachtige wind (50-61 km/uur) 8: Stormachtige wind (62-74 km/uur) 9: Storm (75-88 km/uur)
Bij harde wind, maandag was het windkracht 6, dinsdag zelfs windkracht 7, is het al helemaal niet veilig om mee te liften. ,,De voorste fietser kan door de wind een onverwachte beweging maken”, zegt Pompe. Fietsen hebben bovendien geen remlicht.
Bij windkracht 7 (op het dak gemeten) moeten werkzaamheden op het dak en hijswerk worden gestaakt. Materialen mogen niet wegwaaien, steigers en ladders moeten goed aan de constructie zijn vastgemaakt en steigerdelen moeten zijn gezekerd tegen wegwaaien.
Blijf thuis als je niet de weg op hoeft
De auto is geen veilige plek als het stormt. Blijf daarom bij voorkeur binnen.
Als het KNMI code geel uitgeeft, dan moet je op je hoede zijn. Maar bij code oranje of rood is het beter om het risico niet te nemen en dus thuis te blijven. Het KNMI geeft code geel op het moment dat er kans is op windstoten van meer dan 75 km/u, oftewel windkracht 9 tot 10.
De meest voorkomende windkrachten liggen in Nederland tussen de 2 Bft (zwakke wind) en 5 Bft ( vrij krachtige wind). Windkracht 5: bladeren van bomen ruisen en kleine bomen bewegen, vuilnisbakken waaien om. Windkracht 6: dikke takken bewegen, paraplu's waaien kapot en hoeden waaien af.
Volgens de windschaal van Beaufort is er sprake van storm als er een 10 minuut gemiddelde windsnelheid tussen 75 en 88 km/u gemeten wordt. Een zware storm bereikt windkracht 10 en een en zeer zware storm windkracht 11. Windkracht 12 staat voor een orkaan, dit komt in ons land bijna nooit voor.
De Health and Safety Executive (HSE) adviseert echter om in het algemeen geen kranen te gebruiken bij windsnelheden van meer dan 25 mph (40,23 km/u) en 11,18 meter per seconde . Windstoten mogen niet hoger zijn dan 35 mph (56,32 km/u).
Wind is één van de grootste risicofactoren voor bouwkranen. Harde windstoten kunnen een kraan uit balans brengen of omverwerpen. Als er harde wind of windstoten worden verwacht, zorg dan dat de bouwkraan vóór de storm ingeklapt wordt of leg tijdens de storm het werken met de kraan stil.
Een wind van 20 mph is genoeg om kleine bomen te laten slingeren en is heel duidelijk te zien op de fiets. Het is zelden gevaarlijk op zich, maar als het je een onveilig gevoel geeft, laat de fiets dan thuis. Bij 30 mph maakt de wind het fietsen behoorlijk moeilijk, zelfs voor de meer ervaren fietser. Winden van meer dan 40 of 50 mph zijn stormen .
Rijd langzamer tijdens een storm
Bijvoorbeeld een auto die jouw weghelft op slingert, of een tak die de weg op waait. Als je langzamer rijdt, is het ook makkelijker om je auto onder controle te houden. Let vooral op bij open vlakes, dijken en bruggen. Of bij het passeren van een vrachtauto of een gebouw.
Windkracht 8 is storm. Dan ga je niet fietsen. Sowieso is het af te raden om met windkracht 6 of meer op de fiets te stappen. Windkracht 12 noemen we overigens een orkaan.
Stormachtige wind: Windkracht 7 en 8 (50 tot 68 km/u)
Bomen waaien sterk en takken kunnen breken. Op zee is het zeer ruw met hoge golven en schuimstroken.
30 tot 39 km/u Kleine bomen beginnen te slingeren. 40 tot 50 km/u Sterk genoeg om paraplu's te breken en grote takken te verplaatsen. 51 tot 62 km/u Lopen zal zwaar zijn. Of ongelooflijk makkelijk, als je in dezelfde richting als de wind gaat.
Elk merk en model kraan heeft zijn eigen limieten die door de fabrikant zijn ingesteld op basis van de kraan en de configuratie. Deze limieten mogen nooit worden overschreden. Typische maximale windsnelheden voor torenkranen zijn 20 m/s (45 mph / 72 kph) .
En het record staat op de naam van de Bridge Creek tornado in de Amerikaanse staat Oklahoma uit 1999. Daar werden windsnelheden gemeten van 486 kilometer per uur, de hoogste windsnelheid die ooit op het aardoppervlak is aangetroffen.
Over het algemeen moet u echter stoppen met het bedienen van de kraan zodra de windsnelheid 20 mph of hoger is . Dat gezegd hebbende, is het verstandig om liften te heroverwegen als de windsnelheid überhaupt toeneemt, zelfs voordat deze de 20 mph-markering bereikt.
Vanaf windracht 6 wordt werk gevaarlijk
Over het algemeen geldt dat werken vanaf windkracht 6 gevaarlijk wordt. Dan mogen werknemers niet meer werken op rolsteigers, hangsteigers, werkbakken en hoogwerkers en geen ladders meer gebruiken.
Althans, was het maar zo makkelijk. Misschien wel het allerbelangrijkste voor jou als fietser zijn de wind en temperatuur. Een matige tot vrij krachtige wind, windkracht 3 tot 5, maakt jouw fietstocht al gauw tot een bikkeltocht. Als het ook nog eens bloedheet is met de krachtige zomerzon op je lichaam…
Men spreekt van een windkracht als er gemiddeld over 10 minuten een waarde wordt gemeten. Het is dus windkracht 6 als er 10 minuten lang een gemiddelde snelheid wordt gemeten tussen de 10,8-13,8 meter per seconde.