Je gebruikt ze als je het óver iemand hebt: Hij/zij/die kwam gisteren langs. Anne heeft zijn/haar/diens rijbewijs gehaald. Aanspreken doe je met iemands voornaam, of met de voornaamwoorden je/u. Bij aanspreken doen zich geen problemen voor; die woorden zijn niet genderspecifiek.
Zij is de onderwerpsvorm van de derde persoon enkelvoud. Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult. Haar is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat.
"She" en "her" zijn voornaamwoorden die verwijzen naar iemand die zich identificeert als een vrouw of die zichzelf presenteert op een traditioneel vrouwelijke manier . Door bewust te zijn van onze taal en consequent de juiste voornaamwoorden te gebruiken, kunnen we een gastvrijere en ondersteunende omgeving creëren voor iedereen.
In het Nederlands gebruiken we de voornaamwoorden hij, hem en zijn om naar mannen te verwijzen en ze/zij en haar om naar vrouwen te verwijzen.
In je e-mailhandtekening, op je sociale media-profiel en tijdens je online vergadering kun je bijvoorbeeld kiezen uit zij/haar, hij/hem, hen/hun en die/diens. Op deze manier stellen we samen een positieve norm en creëren we ruimte om respectvol om te gaan met ieders identiteit.
Spreek je over iemand die je niet kent? Dan kan je die/hen/hun of die/die/diens gebruiken. Een non-binair persoon is geen man of vrouw. Daarom voelt die/hen/hun vaak beter voor hen.
Naast het veiliger maken van social media, zetten mensen hun pronoun in hun bio om het normaal te maken dat mensen zich niet alleen voorstellen met hun naam, maar ook hun voornaamwoord.
Het vermelden van de voornaamwoorden waarmee je jezelf identificeert helpt om te voorkomen dat je 'misgendered' wordt (dus dat je aangesproken wordt op een manier die niet past bij jouw gender identiteit).
Er is nog geen volledige overeenstemming welke voornaamwoorden gebruikt kunnen worden om te verwijzen naar non-binaire personen of personen in het algemeen. Er zijn echter wel al een aantal genderneutrale voornaamwoorden in omloop. De meest courante sets zijn: die/hen/hun.
Mannelijke verbuigingen als norm. Waar denk jij aan als je het woord 'voorzitter' leest: een man of een vrouw? Een grote groep mensen zal automatisch aan een man denken, omdat mannen van oudsher meestal de rol van voorzitter hebben vervuld. Bovendien is het woord 'voorzitter' oorspronkelijk een mannelijke verbuiging.
Voornaamwoorden zeggen niets over iemands seksuele geaardheid. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat iedereen die zijn of haar voornaamwoorden deelt of laat zien, zichzelf identificeert als LGBTQ+.
Door voornaamwoorden toe te voegen aan uw e-mailhandtekening, laat u de ontvanger van de e-mail zien welke voornaamwoorden hij/zij moet gebruiken wanneer hij/zij naar u verwijst en rechtstreeks met u praat. Daarnaast laat u zien dat het bedrijf moeite doet om inclusief te zijn.
Dat zijn voornaamwoorden - meestal gebruikt en getoond om verwarring te verminderen . Wij, net als alle mensen, hebben voornaamwoorden (hij/hem zij/haar zij/hen). Sommige mensen geven de voorkeur aan hij/zij, andere mensen geven de voorkeur aan hij/hen. Uiteindelijk associëren voornaamwoorden je niet met wat voor soort persoon je bent.
Het gebruik van she/her/hers-pronouns geeft over het algemeen aan dat iemand zich identificeert als vrouwelijk of vrouwelijk zonder zijn of haar naam te gebruiken . Dat is echter niet altijd het geval en soms verschuiven de pronouns van mensen. Bijvoorbeeld, een persoon wiens genderidentiteit fluïde is, kan soms she/her-pronouns gebruiken, maar soms ook niet.
Iemand die zich man voelt (of hij nu geboren is met of zonder penis & ballen) noemen we binair. Iemand die zich vrouw voelt (of zij nu geboren is met of zonder vagina) noemen we ook binair. Iemand die zich man noch vrouw voelt, of juist net zozeer man als vrouw, noemen we non-binair.
In het Nederlands zijn er twee vormen van genderneutrale voornaamwoorden die iemand kan kiezen om zichzelf mee aan te duiden, namelijk 'hen/hun' en 'die/diens'.
Non-binaire personen voelen zich een beetje jongen/man en meisje/vrouw, of juist geen van beiden.
Bedank je vriend voor de moed om het je te vertellen . Kiezen om het je te vertellen betekent dat ze veel respect en vertrouwen voor je hebben. Oordeel niet over je vriend. Als je sterke religieuze of andere overtuigingen hebt over LGBTIQ-gemeenschappen, houd ze dan voor jezelf voor nu.
Bij de aanspreking van een non-binaire persoon wordt Geachte meestal gecombineerd met de voorletter(s) van de persoon in kwestie. Daarnaast komt ook Geachte met een voornaam en een achternaam af en toe voor (vooral in België), bijvoorbeeld Geachte Kim Verbeek.
Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat iemand die zich niet identificeert als man, wordt misgenderd met hij/zijn. Omdat je aan iemands naam niet altijd kunt afleiden wat iemands gender is, zetten zij hun voorkeursvoornaamwoorden in hun bio of ondertekening.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is hij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is hem correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).
In het Engels verwijst de term gender-neutral pronouns meestal naar voornaamwoorden van de derde persoon (they/ them), aangezien er geen geslachtsgebonden voornaamwoorden in de eerste of tweede persoon zijn. Soms wordt sie gebruikt als alternatief voor he/she.
De voornaamwoorden 'hij/hem/zijn' worden normaliter gebruikt om te verwijzen naar personen die zich identificeren als man en 'zij/haar' voor personen die zich identificeren als vrouw. Recentelijk zijn daar genderneutrale pronouns bijgekomen, zoals 'die/diens' en 'hen/hun'.
She/her/hers-pronouns verwijzen doorgaans naar een persoon die zich op dit moment identificeert als een vrouw of meisje . Pronouns zoals she/her, he/him, of they/hen hebben alleen betrekking op genderidentiteit en hebben niets te maken met iemands seksuele geaardheid of biologische geslacht. Zorg ervoor dat je de pronouns gebruikt die een persoon prefereert wanneer je naar hem/haar verwijst.
Je kunt de voornaamwoorden dus één op één vervangen met 'hij' of 'zij'. Het bezittelijk voornaamwoord (zijn/haar/hun/diens) werkt hetzelfde. “Hen moest lopen want hun fiets was kapot.” “Die moest lopen, want diens fiets was kapot.”