De kleuren van de draden. Er zijn 4 kleuren draden die gebruikt worden bij elektra. Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad.
Blauw stroomdraad
Waar op een bruin stroomdraad altijd spanning staat, geldt voor een nuldraad het tegenovergestelde: op deze stroomkabel staat geen spanning. De blauwe stroomdraad zorgt voor de afvoer van stroom uit uw woning.
De aardedraad is geel/groen van kleur. Zoals de naam als zegt heeft dit stroomdraad als functie om elektrische apparaten, die aangesloten zijn op een stopcontact, in contact te stellen met de aarde. Dit maakt aardedraad de enige stroomdraad waar normaliter geen spanning op staat.
Geel-groen: aardedraad
Een geel-groene stroomdraad of aardedraad (symbool: PE) staat in voor de aarding of beveiliging van elektrische toestellen. Bij defecten leidt deze draad, die een dikte heeft van 2,5 mm², de stroom af naar de aarde. Er staat geen spanning op.
Welke kleuren zijn L en N? In een elektrisch schema staat de L voor 'fasedraad' (bruin) en de N voor 'nuldraad' (blauw).
Het omdraaien kan geen kwaad (het is wisselspanning/stroom).Het apparaat zal perfect werken (anders zouden stekkers ook een richting hebben hé). Uitmeten wat L en wat N is is onmogelijk. Daarom dat de N altijd als blauw word uitgevoerd.
A: N staat voor neutraal (witte draad) en L staat voor fase (zwarte draad) . Als u het verkeerd aansluit, kan dat een schokgevaar opleveren.
Als je een draad verkeerd om aansluit dan maakt dat voor de werking van de lamp of lichtbron niets uit.
Er zijn 4 kleuren draden die gebruikt worden bij elektra. Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad.
De aarddraad is geel en groen
Dit vervangt de oude kleuren rood (fase), zwart (neutraal) en groen (aarde), die in 2006 zijn gewijzigd. Als uw stekker deze kleuren draden heeft, raden wij u aan deze te vervangen.
Volgens de National Electrical Code is de meest voorkomende kleur voor de neutrale draad in residentiële bedrading wit of grijs. Het is echter belangrijk om op te merken dat in bepaalde gevallen een groene of kale draad ook als neutrale draad kan dienen .
Het is de bedoeling dat je de aardedraad aansluit wanneer je armatuur een geel-groene draad heeft en wanneer er geel-groene bedrading in de centraal doos zit. Deze is meestal aangesloten in het midden van de kroonsteen.
Een nul die vastzit aan de meterkast is in princiepe spanningsloos, maar kan door de weerstand in de draad en een grote stroom toch wat spanning over staan. De nul die komt van een apparaat voer wel spanning als deze niet aan de meterkast vast zit.
De kleur fasedraad (vaak aangeduid met P) was vroeger groen en is tegenwoordig bruin. De kleur nuldraad (vaak aangeduid met N) was vroeger rood en is tegenwoordig blauw. De kleur aardedraad (vaak aangeduid met een “antenne”-symbool) was vroeger grijs en is tegenwoordig geel/groen.
Het beste antwoord. De zwarte draad vanuit het plafond moet je aansluiten op de bruine draad in de lamp, want zo komt inderdaad de spanning op het contact dat je normalieter niet kan aanraken bij het uitschroeven van de lamp. De blauwe draad komt dan natuurlijk op de blauwe.
Het antwoord op de vraag “Welke kleur is plus en welke is min bij een accu?” is eenvoudig: rood is plus en zwart is min. Deze kleurcodering is universeel in de meeste toepassingen, maar het blijft belangrijk om altijd voorzichtig te werk te gaan en goed te controleren wat je doet.
Neutrale kleuren zijn rustige, onopvallende kleuren. Bijvoorbeeld, zwart, wittinten, bruintinten, taupetinten, donkerblauw, beige, grijstinten, ect. Dit soort kleuren zijn het fundament voor de garderobe, omdat je er heel gemakkelijk allerlei meer sprekende basiskleuren bij kunt combineren.
[kleurcode]. In Nederland is de netspanning 230v wisselspanning, met een frequentie van 50Hz of 60Hz. De kleurcodering van de draden voor netspanning zijn: blauw = nul, bruin = fase, geel/groen = aarde.
Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties. Als u de verkeerde draad op de verkeerde plaats aansluit, wordt het circuit van de draad kortgesloten en gaat er veel stroom door de draden . Dit leidt tot oververhitting van de draden/instrumenten en u kunt erdoor geschokt worden.
Een flikkerende lamp is niet echt gevaarlijk maar er zijn bekende klachten die ontstaan bij het voortdurend in de omgeving van knipperende verlichting zijn, zoals hoofdpijn en vermoeide ogen. In het ergste geval kunnen flikkerende lampen zelfs een trigger zijn voor een migraineaanval.
Verkeerd aansluiten kan de LED's beschadigen. Sluit de LED driver aan op de voeding: Sluit de LED driver aan op de voedingsbron, meestal een stopcontact. Zorg ervoor dat de spanning die uit de driver komt, overeenkomt met de vereisten van de LED strip.
Het nieuwe energielabel voor lampen loopt van A (donkergroen) tot en met G (rood). A is het meest zuinige energielabel, G het minst zuinige. Het nieuwe energielabel voor lampen vervangt het oude energielabel, dat loopt van A+++ (donkergroen) tot en met D (rood).
Begin met ervoor te zorgen dat de schakelaar die de fixture bedient UIT staat. Gebruik vervolgens een multimeter die is ingesteld op de spanningsmodus en raak de zwarte sonde aan op de aarddraad en de rode sonde op de hete draad . Een meting van ongeveer 120 volt geeft aan dat de fixture onder spanning staat.
Het woord lamp stamt via het Franse lampe en het Latijnse lampas, af van het Oudgriekse λαμπάς (lampás) dat fakkel of toorts betekent.