Een gelijkwaardige breuk zoeken die net zo groot is als 1/3. Op het strokenblad kun je zien dat 2/6 even groot is als 1/3.
Een vierde deel is hetzelfde als een kwart. Op deze breukenkaart zie je een duidelijk voorbeeld met het bijbehorende kommagetal en het percentage. Breuken, kommagetallen en procenten staan namelijk in verhouding met elkaar.
Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33...Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.) Dit is logisch, aangezien een 'geheel' steeds 100 % is. 1/3 daarvan is 33,33...
Zowel drie als negen passen in drie. Wanneer je 3/9 vereenvoudigt, krijg je 1/3. Dus drie negende zou gelijk kunnen zijn aan een derde.
Een breuk is ook een verhouding!
1/3 is hetzelfde als 2/6! Ik kan zelfs hier een verhoudingstabel toepassen, kijk maar.
Wat betekent een 1 tot 3 verhouding? De verhouding 1 tot 3 is het vergelijken van 1 item met 3 items . Dit kan worden geschreven als 1 tot 3, 1:3 of 1/3, en het kan worden gezien als het delen van 1 door 3.
Je verdeelt één pannekoek onder drie kinderen. Elk kind krijgt dan een derde pannekoek want één gedeeld door drie is gelijk aan een derde; 1 : 3 = 1/3. Een derde stuk pannekoek is een afgebroken stuk van een hele pannekoek. Het is minder dan één pannekoek.
3 gehelen kunnen worden weergegeven als 3 * 9/9 = 27/9 negenden . 1 derde is gelijk aan 1 * 3/9 = 3/9 negenden.
Bijvoorbeeld: de arbeidsovereenkomst heeft zes jaar geduurd, de werknemer verdient € 3.000 bruto per maand en heeft recht op 8% vakantietoeslag. De berekening is dan als volgt. Het salaris inclusief vakantiegeld = € 3.240 bruto per maand.1/3e deel hiervan is € 3.240/3 = € 1.080.
Derden worden berekend door te delen door 3. Bijvoorbeeld: Een derde van 24 = 1/3 van 24 = 24/3 = 8. Een derde van 33 = 1/3 van 33 = 33/3 = 11.
Wil je met 7 personen 3 broden eerlijk verdelen, dan is de verhouding broden : mensen gelijk aan 3 : 7. Ieder 3 // 7 krijgt deel.Dit laatste heet een breuk en je schrijft meestal 3/7. Omdat dit 3 zevende delen zijn, heet 7 de noemer (naamgever) van de breuk en is 3 de teller (het aantal zevende delen).
Kinderen kunnen een honderd raster gebruiken om decimale equivalenten voor helften en kwarten te vinden door de breuk in te kleuren , bijvoorbeeld 50 vierkanten voor ½. Ze kunnen vervolgens een plaatswaarde raster gebruiken om de breuk als een decimaal te schrijven. 50/100 kan op het plaatswaarde raster worden geschreven als 0,5.
Een periode van 4 maanden wordt een "derde" of "tertiel" genoemd. Dit komt omdat een jaar kan worden verdeeld in drie gelijke periodes van 4 maanden, die elk een derde van het jaar vormen. De term "trimester" kan ook verwijzen naar een periode van 4 maanden, hoewel het vaker wordt geassocieerd met een periode van 3 maanden in academische of medische contexten.
2 – Breuken vereenvoudigen
Je kind maakt een breuk zo eenvoudig mogelijk (vereenvoudigen) door de teller en de noemer door het hoogst mogelijke getal te delen. Je moet dus zowel de teller als de noemer door dat grootste getal kunnen delen. Dit getal wordt ook wel de grootste gemeenschappelijke deler (of ggd) genoemd.
Het cijfer 3 staat voor 3 honderdsten en hebben een waarde van 0,03.
Veelvouden van 3 zijn bv.3, 6, 9, 12,......
De informatie dat 2 derde gelijk is aan 4 zesden, 6 negenden en 8 twaalfden, staat in de tweede rij van de onderstaande tabel.
Breuken vergelijken en vereenvoudigen
Je schrijft dan [2/8]. Dat is evenveel als één vierde deel, [1/4]. Zie ook Breuken vergelijken.
Antwoord: 1/3 van 100 is 100/3 of 33⅓.
Antwoord. Omdat LHS gelijk is aan RHS, is 1/3 van 33/4 gelijk aan 11/2 ...
Dat doet hij door er een ander gebruik van '1 op 3' bij te betrekken, namelijk: als je zegt dat één op drie mensen diabetes krijgt, wil dat zeggen dat de ziekte 1 persoon wel en 2 personen niet treft.
1/3 deel = 1/3 × 100 % = 100/3 % = 33 1/3 %
Hoe vind je de verhouding van drie getallen? De verhouding van 3 getallen kan worden gevonden met behulp van de GCF-methode. Vind de GCF van 3 hoeveelheden, deel elke hoeveelheid door GCF en schrijf de waarden in de verhoudingsnotatie . Bijvoorbeeld, de verhouding van 2, 4 en 6 is gelijk aan 1 : 2 : 3.