onnozel (bn) : kinderachtig, simpel, suf, groen, naïef, dom, schaapachtig, halfzacht, sullig, argeloos, imbeciel, lichtgelovig, schlemielig, bête, nes. onnozel (bn) : onschuldig, groen, naïef, onervaren.
gek (bn) : dwaas, gestoord, maf, krankzinnig, niet goed snik, dol, getikt, halfgaar, knots, geschift, waanzinnig, geestesziek, zot, krankjorum, mesjogge, lijp, mesjokke, daas, crazy, van de gekke, malende.
Wat zijn synoniemen? Woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen. Een synoniem noemen we ook wel evenwoord. Evenwoord is dus een synoniem van het woord synoniem!
onnozel bijv. naamw. Uitspraak: [ ɔˈnozəl ] Afbreekpatroon: on·no·zel 1) een beetje dommer dan je eigenlijk bent Voorbeeld: 'Doe toch niet zo onnozel, dat weet je best!' 2) als je gemakkelijk iemand vertrouwt en iets gelooft Synoniem: naïef Synoniemen: achterlijk afgestompt breinloos dom flauw geesteloos gek gro...
niet ernstig.(van een ding) onbeduidend, onbelangrijk •tweede betekenisomschrijving. wie niet goed kan denken en weinig snapt vb: lach niet zo onnozel! Synoniemen: dom stom suf Tegenstelling: knap van weinig betekenis vb: die ruzie ging om een onnozel voo...
'Onnozel' komt van onnosel, de Middelnederlandse vertaling van het Latijnse woord innocens, dat 'onschuldig' en 'onschadelijk' betekent. 'Onnozel' betekende al vrij snel ook 'onwetend', 'naïef', 'dom' en 'dwaas'.
Het woord onnozel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
stom (bn) : dwaas, suf, idioot, dom, achterlijk, onnozel, stompzinnig, oenig. onwetend (bn) : onbewust, dom, achterlijk, onkundig, ignorant, ezelachtig.
de onnozelaar
naamw. (m.) een persoon die handelt zonder notie. 1) Achterlijke 2) Dommerik 3) Dwaas 4) Idioot 5) Idioot (Zuidnederlands) 6) Kuiken 7) Oen 8) Onbenul 9) Onnozele 10) Onnozele kerel 11) Rund 12) Schaap 13) Schaapskop 14)...
Als je een woord in een zin kan veranderen zonder dat de betekenis hiervan verandert, is het een synoniem. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de volgende twee zinnen zie je dat er twee verschillende woorden worden gebruikt, maar de betekenis van de zin is nog steeds hetzelfde: 'Mijn telefoon is kapot.
woord (zelfstandig naamwoord als in eenheid van taal) Sterkste overeenkomsten . concept uitdrukking naam zinsnede klank term. Sterke overeenkomsten. aanduiding idioom lexeem spraakgebruik morfeem gebruik uiting vocaal.
plezierig (bn) : lekker, leuk, prettig, gelukkig, lollig, gemakkelijk, goed, aangenaam, charmant, aardig, fijn, vlot, gezellig, behaaglijk, vermakelijk, grappig, amusant, jofel, genoeglijk, plezant.
dwaas, bizar, wonderlijk, raar, vreemd, onzinnig, bespottelijk, onnozel, mal, geschift, zonderling, zot, bevreemdend. zeldzaam (bn) : wonderlijk, raar, merkwaardig, vreemd, eigenaardig, zonderling, curieus, vreemdsoortig.
synoniemen: hersenziek, dement, gestoord, gek, ziek, onevenwichtig, krankzinnig . gekweld. getroffen door of kenmerkend voor geestelijke stoornis. bijvoeglijk naamwoord. dwaas; totaal gestoord.
Het woord zot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
De adel is afgeschaft in Duitsland. Ondanks dat speelt het wel nog een maatschappelijke rol van betekenis.
Graaf, vrouwelijk gravin, is tegenwoordig een adellijke titel maar oorspronkelijk lag er een militaire en bestuurlijke functie aan ten grondslag. In rangorde van de Belgische en Nederlandse adel staat de graventitel boven die van burggraaf en onder die van markgraaf (markies).
Markies (of ook wel: markgraaf) (mv. markiezen, Latijn marchio) is een adellijke titel. In rangorde van de Belgische en Nederlandse adel, alsook van de Peerage van Engeland, staat de markiezentitel boven die van graaf en onder die van hertog.
vlug, bedachtzaam, ontwikkeld, rap, verstandig, intelligent, scherpzinnig, snugger, scherp, slim, bijdehand, pienter, snedig, scherpziend. intelligent (bn) : vlug, verstandig, geleerd, scherpzinnig, ingenieus, knap, vindingrijk, slim, wijs, bijdehand, pienter, bevattelijk, vernuftig, schrander.
Je bent dom als het resultaat van veel van je handelen, van veel van je beslissingen, negatief is. Je bent dom als anderen, en vaak ook jijzelf, geen baat hebben bij wat je doet, maar juist verlies leiden.
onbewust, dom, achterlijk, onkundig, ignorant, ezelachtig. onwetend (bn) : braaf.
Onverlaat bijvoorbeeld, maar ook onversaagd, onverschrokken, onnozel, onbeschoft, onbeschrijfelijk, onverzettelijk, onvergeeflijk, onooglijk, onstuimig.
De betekenis 'onervaren' speelt ook een beetje mee in de tweede betekenis 'naïef-dom'. Onnozel is niet dom vanwege onwetendheid of gebrek aan verstand, maar vanwege gebrek aan ervaring. Dom ben je door gebrek aan verstand en kennis.Onnozel ben je door gebrek aan 'kennis van de wereld'.