In het Nederlands worden soms nog oude naamvallen gebruikt. Ze komen bijvoorbeeld nog voor in 's morgens, een verkorting van de
Het Oudnederlands kende ook nog vier naamvallen: de nominatief, accusatief, datief en genitief (zie ook: naamvallen in het Middelnederlands). De verdoffing en vervolgens afslijting van de onbeklemtoonde syllaben leidde tot een reductie van de uitgangen, waardoor de naamvallen aftakelen (zie: Flexieverlies).
De eerste naamval wordt ook wel de nominatief genoemd en is de meest voorkomende naamval in het Duits. Dat komt omdat iedere zin een onderwerp heeft en het onderwerp altijd in de nominatief staat. Afhankelijk van het geslacht is het passende lidwoord der, die of das. In geval van meervoud is het lidwoord die.
Veelgestelde vragen over de Duitse naamvallen
In de Duitse taal wordt onderscheid gemaakt tussen de eerste naamval (nominatief), tweede naamval (genitief), derde naamval (datief) en vierde naamval (accusatief).
In de grammatica is case een soort verbuiging . Verbuiging is hoe een woord verandert om te passen bij een bepaalde grammaticale functie. Case is zo'n grammaticale functie. Andere verbuigingen zijn geslacht (niet aanwezig in Engelse zelfstandige naamwoorden als klasse), getal (aanwezig in het Engels) en meer.
De vocatief (Latijn: vocativus; vocare = roepen) of vijfde naamval is de naamval die wordt gebruikt als iemand of iets wordt aangesproken.
"Het is Hongaars ." Het is waarschijnlijk het antwoord dat je het vaakst tegenkomt, online en in het echt. Omdat ze deel uitmaken van de Oeraalse talen, staan leden van deze familie over het algemeen bekend om hun uitgebreide grammaticale naamvalsysteem. Estisch heeft er 14 of 15, Fins heeft er 15 en Hongaars heeft er 18.
uitdrukt, dan volgt de vierde naamval. Indien het werkwoord + keuzevoorzetsel geen van deze uitdrukt, dan geldt de 7/2 regel: an, hinter, neben, in, unter, vor en zwischen krijgen de derde naamval en auf en über krijgen de vierde naamval.
De genitief, of tweede naamval, is de naamval die gebruikt wordt om een bezit of om afhankelijkheid aan te duiden. In de heer des huizes betekent des 'van het', en geeft des de relatie tussen heer en huis aan. Andere voorbeelden: toonder dezes en Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
Naamvallen, die gebruiken we in het Nederlands gelukkig niet. Het Engels is veel makkelijker dan het Duits: het heeft tenminste geen naamvallen. Nederlanders denken bij naamvallen aan Duitse voorzetselrijtjes en verbuigingen van lidwoorden en zelfstandige naamwoorden.
Naamvallen zijn de verschillende vormen die woorden aannemen, afhankelijk van hun functie in de zin. Naamvallen komen voor bij zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden, telwoorden en voornaamwoorden. In het hedendaagse Nederlands zijn de meeste naamvalsonderscheidingen verdwenen.
Na een voorzetsel volgt altijd een niet-onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord. Onderwerpsvormen zijn ik, jij/je, hij, zij/ze, het, wij/we, jullie en zij/ze.
De genitief is een vorm die aangeeft van wie of wat iets is.
De betekenis ervan kan worden omschreven met een van-bepaling. Ook bijvoeglijke naamwoorden krijgen een bezits-s als ze voorafgegaan worden door iets, niets, wat, veel, weinig of wat voor en het geheel de waarde van een zelfstandig naamwoord heeft.
Het hedendaagse Russisch kent zes naamvallen: nominatief, genitief, datief, accusatief, instrumentalis en prepositionalis/locatief. Het Russisch kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig, die in de regel morfologisch gemarkeerd zijn.
Laten we eerst eens kijken naar zelfstandige naamwoorden in het Engels. Het Engels had honderden jaren geleden een echt zelfstandig naamwoordensysteem, maar tegenwoordig is het alleen nog in onze voornaamwoorden te vinden : She gives the ice cream to him. Then he gives the chocolate sprinkles to her.
Er zijn 3 naamvallen, 2 geslachten, 3 getallen en 3 'staten'.
Je vertaalt hem meestal als een bijvoegelijke bepaling, dus met door/op/met/bij/in.
De genitief (Latijn [casus] genitivus, afgeleid van gignere = voortbrengen, baren), vaak de tweede naamval genoemd, is een naamval die met name wordt gebruikt om een bezitsrelatie uit te drukken, of om uit te drukken dat iets iets anders omvat of heeft doen ontstaan, hetzij in letterlijke, hetzij in overdrachtelijke ...
Er wordt aangenomen dat er in het Engels geen "ablatief" bestaat (hoewel er wel een "instrumentale naamval" is), maar Engelse grammatica's houden vaak de datief aan naast de accusatief, waardoor de volgende vier naamvallen ontstaan: nominatief, genitief, datief en accusatief.
Modern Engels is een voorbeeld van een taal die een bezittelijke vorm heeft in plaats van een conventionele genitieve vorm . Dat wil zeggen, Modern Engels geeft een genitieve constructie aan met ofwel het bezittelijke clitische suffix "-'s", of een prepositionele genitieve constructie zoals "x of y".