Continue variabelen zijn variabelen als lengte, gewicht, buitentemperatuur, tijd, enzovoort. Continue variabelen kunnen allerlei tussenwaarden aannemen.
Een continue variabele wordt gedefinieerd als een willekeurige variabele die een oneindig aantal waarden binnen een bepaald bereik kan aannemen en niet aftelbaar is . Voorbeelden zijn temperatuur, lengte en concentratie.
Er zijn drie soorten categorische variabelen: binaire variabelen, nominale variabelen en ordinale variabelen.
Een latente variabele is een variabele die niet direct waarneembaar of meetbaar is, maar wordt afgeleid uit andere variabelen die worden gemeten in een onderzoek. Deze variabelen worden ook wel verborgen of onzichtbare variabelen genoemd.
Een voorbeeld van een nominale variabele is “vervoersmiddelen”. Hierbij zou je de data kunnen verdelen over de categorieën auto, bus, trein, tram, fiets en metro. Iedere waarde kan maar in één categorie vallen (want iets kan bijvoorbeeld niet zowel een auto als een metro zijn).
Continue variabelen zijn variabelen als lengte, gewicht, buitentemperatuur, tijd, enzovoort. Continue variabelen kunnen allerlei tussenwaarden aannemen.
Nominaal: de data kunnen alleen worden gecategoriseerd, zonder duidelijke rangorde.Ordinaal: de data kunnen worden gecategoriseerd en er is sprake van een duidelijke rangorde.
Kwalitatieve (attributieve) variabelen zijn variabelen die zijn gebaseerd op namen. Bijvoorbeeld, een dier, of een diersoort, geslacht, kleur, kompasrichting of academisch niveau.
A manifest variable is a variable or factor that can be directly measured or observed. It is the opposite of a latent variable, which is a factor that cannot be directly observed, and which needs a manifest variable assigned to it as an indicator to test whether it is present.
Een mediërende variabele (ook mediatievariabele of mediatorvariabele genoemd) verklaart op welke manier twee variabelen gerelateerd zijn, terwijl een modererende variabele (ook moderatievariabele of moderatorvariabele genoemd) de sterkte en richting van die relatie beïnvloedt.
Zaken als lengte, gewicht, tijdsduur, inhoud, oppervlakte, leeftijd... e.d. zijn allemaal continu.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: variabel (bn) : wisselend, flexibel, veranderlijk.
Een voorbeeld van een ordinale variabele is “Leeftijd”.
Een continue variabele kan letterlijk elke waarde aannemen. Of het nu 30000 of 1,3589 is, alle opties zijn mogelijk. Voorbeelden van continue variabelen zijn de lengte van je kleine zusje, het gewicht van een koe of de temperatuur in Amsterdam.
Lengte, gewicht en temperatuur zijn continue variabelen (bijvoorbeeld 37.3 graden Celsius).
Ze worden gebruikt om te voorkomen dat andere onbekende variabelen de uitkomst van het experiment beïnvloeden. Ze kunnen bijvoorbeeld controleren of de proefpersonen die deelnamen aan het experiment gelijk zijn of dat er verschillende leeftijden of achtergronden zijn.
Een actieve variabele kan door de onderzoeker gemanipuleerd worden om het verband tussen een aantal variabelen te onderzoeken en te verklaren. Een passieve onafhankelijke variabele kan niet gemanipuleerd worden. Voorbeelden daarvan zijn lichaamslengte, leeftijd of geslacht.
Variabele: een abstract begrip, een verschijnsel/fenomeen dat kan variëren (bijvoorbeeld creëren van een krachtige leeromgeving). Algemene naam voor een gemeten (of nog te meten) kenmerk bij de onderzoeksobjecten.
Een exogene variabele is een variabele die van buiten het model wordt gegeven.
Continue variabele: als de variabele elke waarde tussen de ondergrens en bovengrens kan aannemen. Voorbeeld: de prijs van een portie patat. De waarde kan alle getallen aannemen.
Kwalitatieve variabelen hebben waarden die worden uitgedrukt in aanduidingen, eigenschappen, namen, etc. Voorbeelden hiervan zijn geslacht, kleur van verf, diersoort en nog veel meer. Soms worden kwalitatieve variabelen ook aangeduid door getallen. Denk bijvoorbeeld aan rugnummers bij de voetbal.
Kwantitatief onderzoek heeft betrekking op getallen en statistiek, terwijl kwalitatief onderzoek over woorden en betekenissen gaat.
Er zijn vier meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval en ratio.
Discrete kwantitatieve variabelen zijn variabelen die een beperkt aantal waarden kunnen aan nemen. Een voorbeeld is aantal. Continue kwantitatieve variabelen zijn variabelen die ook tussenliggende waarden kunnen aannemen.
Bij kwantitatieve variabelen representeren de data hoeveelheden (zoals een lengte, gewicht, leeftijd).