- Type A: De aardlekschakelaar met type A biedt bescherming tegen zowel sinusvormige- als aangesneden wisselstromen en pulserende gelijkstromen. - Type B: Naast detectie van lekstroomgolfvormen (zoals bij type A), worden type B-aardlekschakelaars ook gebruikt om vlakke DC-lekstromen te detecteren.
Wat is het verschil tussen een type A en een type B type aardlekbeveiliging? Een type A-aardlekbeveiliging is gevoelig voor wissel- en/of pulserende gelijkstromen. Een type B- aardlekbeveiliging detecteert wissel-, pulserende gelijk- en vlakke DC-lekstromen.
Sinds 1 juli 2016 mogen geen 3 fase groepenkasten meer verkocht en geïnstalleerd worden waarbij installatieautomaten (groepen) aangesloten worden op een 4-polige aardlekschakelaar. Een 4-polige aardlekschakelaar is een 3 fase aardlekschakelaar. Na ingang van de NEN 1010:2015 is dit niet meer toegestaan.
Controle aardlekschakelaar
Ook is het type AC niet meer toegestaan omdat deze alleen op sinusvormige lekstromen reageert. Doordat in vele gereedschappen halfgeleider-componenten worden toegepast zijn de lekstromen niet meer sinusvormig waardoor AC aardlekschakelaars onvoldoende reageren.
Type B, B+ is een differentieel die naast detectie van aangesneden wis- selstromen (zoals bij type A) ook wordt gebruikt om vlakke DC-lekstromen te detecteren.
Mensen met een type B-persoonlijkheid zijn misschien makkelijk in de omgang en relaxed, en pakken taken met minder urgentie aan . Type B-persoonlijkheidskenmerken zijn onder andere geduld, flexibiliteit en een gelijkmatig humeur. Mensen met een type B-persoonlijkheid zijn mogelijk vatbaarder voor uitstelgedrag of afleiding van een taak.
Autodiffs zijn in de loop der jaren steeds ingewikkelder geworden, en zijn geëvolueerd om te voldoen aan de behoeften van krachtigere en verfijndere voertuigen. De drie meest voorkomende typen autodiffs zijn de open, vergrendelde, limited-slip en torque vectoring differentials .
Alle eindgroepen in de groepenkast moeten bij installaties van na 1996 verdeeld zijn achter twee aardlekschakelaars van 30mA. Deze verplichting geldt overigens ook bij het wijzigen van de bestaande groepenkast. Aardlekschakelaars van 500 mA of van het type AC mogen tegenwoordig niet meer gebruikt worden.
Voor verlichting en verwarmingstoestellen, die een lage inschakelstroom hebben, gebruikt men een B-karakteristiek. Dit is de meest toegepaste automaat bij huisinstallaties. Automaten met een C-karakteristiek worden gebruikt bij wat grotere (in)schakelstromen zoals motoren.
Type AC RCCB's: Speciaal ontworpen voor lineaire belastingen zoals gloeilampen, elektrische kachels, boilers, ovens en stofzuigers . Detecteren voornamelijk sinusvormige restwisselstromen en ontkoppelen het circuit wanneer deze reststroom een vooraf bepaalde drempel overschrijdt.
531, Gebruik 4-polige aardlekschakelaars
Het wordt bijvoorbeeld afgeraden omdat bij het aansluiten van meerdere toestellen de optelsom van (HF-)lekstromen een zodanige waarde kan bereiken dat de aardlekschakelaar onbedoeld kan aanspreken.
Elk type aardlekschakelaar detecteert de sinusvormige foutstroom in sinusvormige wisselstromen (AC). In een nieuwe elektrotechnische installatie pas je het type AC niet meer toe. In huishoudelijke installaties komt het type A het vaakst voor.
Knaagschade aan leidingen en kabels in de agrarische sector verhoogt het risico op brand aanzienlijk. Vooral in ruimtes met verhoogd brandrisico, zoals stallen en opslagplaatsen voor voer, kan een 300mA aardlekschakelaar helpen bij het vroegtijdig detecteren van lekstromen en zo het risico op brand verminderen.
Het is niet verstandig om alle groepen achter één aardlekschakelaar te plaatsen. Dit, omdat dan de gehele installatie spanningloos raakt bij een aardlek. Het beste is dan ook om minimaal twee aardlekschakelaars toe te passen. Het is aan te raden om de groepen per verdieping te verdelen over beide aardlekschakelaars.
Vanuit de NEN wordt geadviseerd om een aardlekschakelaar type B te gebruiken in combinatie met een laadstation. Een aardlekschakelaar voor laadstations moet je apart kopen, deze zit niet al standaard in je groepenkast.
Als ELCB's worden gebruikt met oudere apparaten met een kleine lekstroom, dan kunnen deze onnodig trippen vanwege hun gevoeligheid . Deze zijn duurder dan op spanning gebaseerde ELCB's. Deze ELCB's bieden geen overbelastingsbeveiliging. Deze bieden geen bescherming tegen kortsluiting.
Verschil B of C karakteristiek.
Een automaat met B karakteristiek is de standaard uitschakelkarakteristiek voor woningen.De C karakteristiek gebruiken we wanneer er sprake is van hogere inschakelstromen. Installatieautomaten en aardlekautomaten zijn componenten die je terugvindt in een meterkast.
De meest gebruikte uitvoering in huisinstallaties is de 1P + N automaat (P = fase, N = Neutraal of Nul). Om er voor te zorgen dat de automaten bij diverse specifieke omstandigheden niet onnodig aanspreken zijn ze verkrijgbaar met verschillende uitschakelkarakteristieken.
Met een aardlekautomaat wordt alleen de desbetreffende groep spanningsloos gemaakt waarbij een te hoge lekstroom is gedetecteerd. Bij een gewone aardlekschakelaar worden bij een te hoge lekstroom alle groepen uitgeschakeld. Met een aardlekautomaat weet u dus precies welke groep de lekstroom heeft veroorzaakt.
Er mogen maximaal vier groepen worden beveiligd door één aardlekschakelaar.
Wat te doen wanneer de aardlekschakelaar is uitgeschakeld
Schakel de uitgeschakelde aardlekschakelaar en de groepsschakelaars weer in. Schakel de apparaten 1 voor 1 weer in, totdat de aardlekschakelaar opnieuw wordt uitgeschakeld. Zo merkt u welk apparaat kapot is.
Je mag een 4-polige differentieel 2 polig aansluiten. Dit geeft geen problemen bij keuring.
Wanneer achterste differentiëlen falen, kan dit trillingen, geluiden en vloeistoflekken veroorzaken . Uiteindelijk kan het de wegligging en acceleratie van uw voertuig beïnvloeden. Als u een van de bovenstaande symptomen opmerkt, is het van cruciaal belang dat u een gecertificeerde monteur raadpleegt om het probleem te diagnosticeren en te verhelpen.
Differentiëlen maken allerlei geluiden als ze verslijten. Luister naar klikkende of knarsende geluiden als u accelereert of door een bocht stuurt.Luister naar huilende geluiden als u met hoge snelheid rijdt.Trillingen en schudden .
Het type differentieel dat de hoeveelheid koppel die naar de wielen wordt gestuurd niet varieert, wordt een open differentieel genoemd. Dit type differentieel verdeelt het koppel altijd gelijk over beide wielen, ongeacht de tractieomstandigheden.