Wat is de regel van dt?

Voltooid deelwoord = stam + d/t Die bestaat uit een vorm van het hulpwerkwoord “zijn” of “hebben” en een voltooid deelwoord. De werkwoorden waarvan de werkwoordstam op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “t” erachter. Werkwoorden waarvan de stam niet op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “d”.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op athenacheck.nl

Hoe maak je nooit meer dt fouten?

Nooit meer dt-fouten in de persoonsvorm
  1. Is het onderwerp ik? Dan schrijf je altijd de ik-vorm. Er bestaan géén werkwoorden waarbij de ik-vorm eindigt op –dt.
  2. Is het onderwerp jij/hij/zij of het? Dan schrijf je altijd ik-vorm + t. Dus kan de persoonsvorm nooit op een d eindigen.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op vlinderss.nl

Hoe weet je of je een d of t moet schrijven?

Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d.Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op vlaanderen.be

Is het vindt jij of vind jij?

De correcte vervoeging is je/jij vindt.

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op vlaanderen.be

Is het hij wil of hij wilt?

Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op vlaanderen.be

Wanneer eindigt een werkwoord op d, t of dt?

24 gerelateerde vragen gevonden

Hoe bepaal je dt?

In de tegenwoordige tijd krijgen werkwoorden die je vervoegt in de tweede en derde persoon enkelvoud altijd een t. Ik loop en hij loopt. En als de stam van het werkwoord eindigt op een d, krijg je dt: ik vind, hij vindt.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op schooltv.nl

Waarom is vind je zonder T?

Waarom is het vind je, maar vindt u? Als je/jij achter de persoonsvorm staat, komt er geen t achter de stam. Deze bijzonderheid van jij/je komt voort uit de ontstaansgeschiedenis van dit woord. Jij/je is ontstaan uit g(h)i.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op onzetaal.nl

Wat is de kofschip regel?

Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op squla.nl

Wat zijn de dt-regels?

Voltooid deelwoord = stam + d/t

Die bestaat uit een vorm van het hulpwerkwoord “zijn” of “hebben” en een voltooid deelwoord. De werkwoorden waarvan de werkwoordstam op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “t” erachter. Werkwoorden waarvan de stam niet op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “d”.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op athenacheck.nl

Is het hij betaalt of betaald?

Betaald is het voltooid deelwoord van betalen: ik heb betaald, er is betaald, er wordt betaald, er zal wel betaald zijn. Betaald is hier met een d, omdat in de verleden tijd betaalde ook een d zit. In deze voorbeelden zijn andere werkwoordsvormen de persoonsvorm, respectievelijk heb, is, wordt en zal.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op onzetaal.nl

Is het je antwoord of je antwoordt?

17 antwoorden

Uw antwoord, antwoord is hier namelijk een zelfstandig naamwoord en dan is het nooit met een t er achter. Wanneer het een werkwoord is, is het in de hij-vorm wel antwoordt.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op studygo.com

Is het ik word of ik wordt?

Wat is juist: ik word of ik wordt, en word ik of wordt ik? Ik word en word ik zijn allebei zonder t. Als je de ik-vorm van een werkwoord vormt in de tegenwoordige tijd, voeg je geen t toe aan de stam. Het maakt niet uit of het onderwerp ik vóór of achter het werkwoord (de persoonsvorm) staat.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op onzetaal.nl

Is het krabde of krabte?

De stam is krab. De laatste letter is b. Deze letter staat niet in 't kofschip. Daarom schrijf je krabde.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op braint.nl

Hoe voorkom je dt fouten?

Dt-fouten voorkomen met de smurfenregel

Een bekend ezelsbruggetje voor werkwoordspelling in de onvoltooid tegenwoordige tijd is de 'smurfenregel'. Het is eigenlijk heel simpel: vervang een werkwoord in de tegenwoordige tijd door een vorm van 'smurfen' en je hoort meteen of er een -t achter moet.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op hulc.nl

Hoe schrijf je "ik ben verhuisd"?

Het werkwoord verhuizen wordt als volgt vervoegd: ik verhuis, jij verhuist, wij verhuizen, jij verhuisde, wij verhuisden, wij zijn verhuisd. De stam (het hele werkwoord min -en) van verhuizen is verhuiz. Bij werkwoorden waarvan de stam op een z eindigt, verschijnt in de verleden tijd een d: verhuisde.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op onzetaal.nl

Hoe weet je of er een T achter moet?

Ezelsbrug. Twijfel je nog of je een -t moet toevoegen of niet? Vervang dan het werkwoord dat in de ik-vorm op een -d eindigt door een vorm van “lopen”. Als daar een -t achter komt, dan moet je die ook toevoegen bij het werkwoord dat op een -d eindigt!

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op scribbr.nl

Hoe weet je of een woord eindigt op d of t?

Slide 14 - Video. Als het woord géén persoonsvorm is, dan gebruik je de verlengproef om te horen of je een -t of een -d aan het eind van een woord moet schrijven. Je maakt het woord met een t-klank langer met -e, -en of -ig. Je hoort dan of je een -t of een -d moet schrijven.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op lessonup.com

Is het jij word of jij wordt?

De correcte vervoeging is je/jij wordt.

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op vlaanderen.be

Wat is een OTT?

onvoltooid tegenwoordige tijd, o.t.t. (taalkundige term) De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt gevormd door aan de stam van het werkwoord een uitgang toe te voegen. Voorbeelden van de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) zijn: ik werk, jij denkt, hij gaat, wij wandelen, jullie eten, zij dromen.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op vlaanderen.be

Is het red mij of redt mij?

Deze meervoudsvorm is echter een schrijftaalvorm gebleven die vooral vroeger gebruikt werd, maar die in de omgangstaal nooit heeft geleefd. Tegenwoordig geldt het schrijven van een t in aansporingen als 'Redt de tijger! ' volgens de taalnorm als een spelfout(je).

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op onzetaal.nl

Is jij wilt fout?

Is 'je/jij wilt' dan ook fout? Nu vraag je je misschien af: als 'hij wilt' fout is, is 'jij wilt' dan ook fout? Nee, 'jij wilt' is wel correct. Zowel de vorm jij wilt als jij wil (zonder -t) is correct.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op hvds.nl

Is het ik wilde of ik wou?

Voor het enkelvoud zijn wilde en wou allebei correcte verledentijdsvormen. Voor het meervoud is wilden de correcte verledentijdsvorm. In gesproken taal wordt voor het meervoud weleens wouden of wouen gebruikt, maar in verzorgd taalgebruik kunt u die vormen beter vermijden.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op vlaanderen.be

Is het teveel of te veel?

Teveel is een zelfstandig naamwoord dat “een overschot” betekent. Het wordt voorafgegaan door een lidwoord (een teveel, het teveel). Te veel, met spatie, betekent “een te groot aantal” of “meer dan nodig/gewenst”.

Verzoek tot verwijderen van bron   |   Bekijk volledig antwoord op scribbr.nl

Populaire vragen