Die wordt ook wel gehechtheid of gehechtheidsrelatie genoemd en is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Je kind krijgt daardoor zelfvertrouwen, ontwikkelt veerkracht en kan ervan leren. Je zorgt voor veilige hechting als je je kind liefde geeft, contact maakt en goed op je kind reageert.
Het hebben van een onveilige hechting of gedesorganiseerde hechting, vergroot het risico op gedragsproblemen en psychiatrische aandoeningen, zoals depressies, verslavingen, angststoornissen en eetproblemen.
Talrijke studies vonden dat angstige en vermijdende gehechtheid positieve correlaties hebben met neuroticisme en negatieve associaties met extraversie . In een andere studie vonden Jenkins-Guarnieri en collega's associaties tussen angstige gehechtheid en deze twee persoonlijkheidstrekken.
De richtlijn Problematische gehechtheid (Wolff & Wildeman, 2020) onderscheidt risicofactoren op vier gebieden: • Kenmerken en gedrag van de ouder; • Kenmerken van het jonge kind; • Gezins- en leefomstandigheden; • Stabiliteit en continuïteit in het contact tussen ouder en kind.
Als je een vermijdende hechtingsstijl hebt, is het belangrijk om je partner voldoende bevestiging te geven. Hiermee zorg je ervoor dat deze minder geneigd is om daar steeds naar op zoek te gaan. Mogelijk voel je zelf daardoor ook minder de behoefte om afstand te nemen.
Gehechtheidsrelaties kunnen onderverdeeld worden in vier categorieën: veilig, onveilig vermijdend, onveilig ambivalent en gedesorganiseerd.
Kinderen met een hechtingsstoornis zoeken geen troost tijdens stress, reageren niet of zelden op troost, of zoeken juist extreem veel toenadering tot volwassenen. Als je je zorgen maakt over het gedrag van een kind kan diagnostisch onderzoek aantonen of er inderdaad sprake is van een stoornis.
Een goede hechting is afhankelijk van de mate waarin ouders en verzorgers over de fysieke en emotionele nabijheid en de middelen beschikken om betrouwbaar te zijn, op een betrouwbare en sensitieve manier te reageren op de basisbehoeften van een kind , waardoor het kind zich veilig voelt en een stabiele basis heeft om de wereld te verkennen.
Hechtingstrauma ontstaat door onveilige of inconsistente relaties met verzorgers in de vroege kindertijd. Dit kan gebeuren door: Hechtingstrauma komt voor wanneer je als kind niet tegemoet bent gekomen in je basisbehoeftes zoals warmte, nabijheid, veiligheid en zorg.
De borderline persoonlijkheidsstoornis wordt ook als een vroege hechtingsstoornis beschreven. Het is goed denkbaar dat het verstoorde hechtingsgedrag dat deze mensen als kind vaak vertonen, ervoor zorgt dat hun ouders zich ook minder aan hén hechten.
Uit het onderzoek bleek dat personen met een hogere (versus lagere) score op angstige gehechtheid een significant hoger risico liepen op matige tot ernstige psychische stress, terwijl personen met een hogere (versus lagere) score op vermijdende gehechtheid of veiligheid een lager risico liepen op matige tot ernstige psychische stress.
Herkennen van de angstige hechtingsstijl
Overmatige bezorgdheid over de relatie en angst voor verlating. Hier heb ik het over relaties in je volwassen leven, zoals intieme relaties of vriendschappen. Constante behoefte aan bevestiging en geruststelling van de partner.
Hechting is de emotionele band die je opbouwt met je kind. Die wordt ook wel gehechtheid of gehechtheidsrelatie genoemd en is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Je kind krijgt daardoor zelfvertrouwen, ontwikkelt veerkracht en kan ervan leren.
Hechtingsstijlen van baby's en persoonlijkheid van volwassenen
Onveilig gehechte kinderen ontwikkelen waarschijnlijk minder sociale vaardigheden en hebben lagere niveaus van communicatievaardigheden . Een onveilig gehecht kind kan vaak angstig worden, zelfs in goedaardige omstandigheden.
Onveilig gehecht op latere leeftijd: Ook op latere leeftijd kan hechtingsproblematiek ontstaan, bijvoorbeeld doordat een kind te maken heeft met een ingrijpende verandering in de leefsituatie, zoals een scheiding, verhuizing of langdurige afwezigheid van ouders.
Hechtingstrauma kan optreden in de vorm van een basale interpersoonlijke verwaarlozing (omissietrauma) of in de vorm van fysiek, mentaal of seksueel misbruik (commissietrauma) . In veel gevallen worden beide traumatypen gecombineerd. Hechtingstrauma leidt vaak tot een "gedesoriënteerde-gedesorganiseerde" hechting.
Ondanks alle goede bedoelingen die ouders vaak hebben, kunnen er hechtingsproblemen ontstaan. Dit kan gebeuren door negatieve momenten samen, afwezigheid op belangrijke momenten, overbezorgdheid of verwaarlozing. Je kan ook in je volwassen jaren te maken krijgen met de gevolgen van hechtingsproblemen.
Symbiose trauma ontstaat wanneer een kind hulpeloos en machteloos is en in deze staat geen stabiel, veilig en emotioneel contact kan opbouwen met de ouder.
Het centrale thema van de hechtingstheorie is dat primaire verzorgers die beschikbaar zijn en reageren op de behoeften van een baby, het kind een gevoel van veiligheid laten ontwikkelen . De baby leert dat de verzorger betrouwbaar is, wat een veilige basis creëert voor het kind om vervolgens de wereld te verkennen.
Ze ondergaan een enorme hersenontwikkeling, groei en neuronsnoei in de eerste twee levensjaren . De hersenontwikkeling van baby's (en hun sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling) is afhankelijk van een liefdevolle band of gehechtheidsrelatie met een primaire verzorger, meestal een ouder.
Een onveilige gehechtheid is wel een risicofactor, maar ook wat vanuit het gewone dagelijkse leven te herstellen is. Door nieuwe (wel goede) ervaringen op te doen. Eventueel met extra hulp; een periode behandeling is ondersteunend om oude pijn op te ruimen en nieuwe goede ervaringen binnen te laten komen.
Uit onderzoek blijkt dat voor kinderen met een hechtingsstoornis een veilige en stabiele plek in een gezin positief werkt. Verder moet er een emotioneel beschikbare, betrouwbare opvoeder zijn, bij wie het kind zich veilig voelt en op wie het kind leert vertrouwen.
Veilige hechting
Voor een veilig gehecht kind voelen de ouders als zijn veilige haven. Een veilig gehecht kind heeft geleerd op zichzelf en op anderen te vertrouwen. Er is een goede balans tussen hechtingsgedrag (nabijheid van de ouders zoeken) en exploratiegedrag (zelf op onderzoek uitgaan).
Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG)
Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag is een behandeling gericht op ernstige problemen met gehechtheid en gedrag.