Informeel wordt, afhankelijk van de context, met 'object' een voorwerp, ding, zaak, of entiteit aangeduid, dat zowel van materiële als van onstoffelijke aard kan zijn. In algemene zin is een object datgene waar de mens zijn aandacht, zijn bewustzijn op richt.
Een object is een materieel (tastbaar) iets, veelal bestaand uit vaste, levenloze materie. Een object kan zowel onroerend goed, met name gebouwen en (infrastructurele) kunstwerken betreffen, als roerend goed (voorwerpen), bijvoorbeeld meubilair, auto's, kunstobjecten en archeologische artefacten.
Object is in de redekundige ontleding de overkoepelende benaming voor alle mogelijke grammaticale functies van een zinsdeel waarop de door middel van het werkwoord uitgedrukte handeling direct of indirect betrekking heeft.
object (zn) : iets, voorwerp, zaak, ding. object (zn) : lijdend voorwerp.
Binnen het privaatrecht geldt enkel de mens als 'persoon' (rechtspersonen worden hier buiten beschouwing gelaten). Alle andere juridische entiteiten, inclusief andere levende wezens, worden beschouwd als voorwerpen en zijn dus met name onderworpen aan het eigendomsrecht.
Informeel wordt, afhankelijk van de context, met 'object' een voorwerp, ding, zaak, of entiteit aangeduid, dat zowel van materiële als van onstoffelijke aard kan zijn. In algemene zin is een object datgene waar de mens zijn aandacht, zijn bewustzijn op richt.
In gewone taal is men geneigd om alleen een materieel object "object" te noemen. In bepaalde contexten kan het sociaal ongepast zijn om het woord object toe te passen op levende wezens, met name op mensen , terwijl de woorden entiteit en wezen acceptabeler zijn.
Objecten zijn doorgaans zelfstandige naamwoordgroepen (een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord en alle afhankelijke woorden ervoor of erna). Objecten volgen normaal gesproken het werkwoord in een zin: Iedereen vindt haar leuk.
Enkele veelvoorkomende synoniemen van object zijn aim, design, end, goal, intention, intent, objective en purpose . Hoewel al deze woorden betekenen "wat men van plan is te bereiken of te verkrijgen", kan object gelijk zijn aan end, maar is vaker van toepassing op een meer individueel bepaalde wens of behoefte. Waar zou aim een redelijk alternatief zijn voor object?
curiosa nieuwigheid zeldzaamheid . Sterke matches . snuisterij objet d'art snuisterij .
Het lijdend voorwerp (of: direct object) is het zinsdeel dat de zelfstandigheid aanduidt waarop de handeling of werking die door het gezegde wordt uitgedrukt, direct gericht is. Het lijdend voorwerp ondergaat deze handeling of werking of wordt erdoor voortgebracht: (1) Hij bouwt het huis.
Open objecten zijn vrij toegankelijk voor iedereen. Er is dan ook geen toegangsbeleid. Enkele voorbeelden van dit soort objecten zijn: Winkelcentra.
Lijdend voorwerp (direct object) is het zinsdeel dat antwoord geeft op de vraag: wie of wat + gezegde + onderwerp? Het object komt in sommige talen overeen met de vierde naamval en gebruik je alleen in combinatie met transitieve werkwoorden.
iets dat je kunt zien of aanraken, maar dat doorgaans geen levend dier, plant of persoon is : een vast/materieel/fysiek object.
Een object kan een zelfstandig naamwoord zijn dat uit één woord bestaat (bijvoorbeeld hond, goudvis, man ), een voornaamwoord (bijvoorbeeld haar, het, hem), een zelfstandig naamwoordgroep (bijvoorbeeld het hondje in het raam, onze goudvis opeten, een man in de stad) of een zelfstandig naamwoordbijzin (bijvoorbeeld wat de hond zag, hoe de goudvis overleefde, waarom de man zegevierde).
Het woord object staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: voorbeeld (zn) : proef, monster, staal, illustratie, prototype, proefstuk, staaltje.
1nou (bijwoord) 1(Nederland; informeel) nu: is het nou al tijd?
Overtuigen en beïnvloeden zit hem in details, betoogt Nicol Tadema. Dit laat ze zien aan de hand van deze 7 magische woorden: maar, omdat, jij, niet, of, als en jij. Per woord legt ze uit waarom het zo krachtig is.
Het meervoud van object is 'objecten'. Eén object, twee objecten.
Het meest voorkomende Nederlandse woord is de, gevolgd door ja, en, uh, een, ik, dat, van, is, die, in, niet, maar, dat, dan, je, ook, op, het en ze.
In die zin is 'het lichaam' het Object , en academici die zich met dit onderwerp bezighouden zijn de Subjecten. En toch, als je er wat verder over nadenkt, lijkt er een serieus probleem duidelijk te worden: zijn we niet allemaal 'lichamen'?
Voorbeelden zijn een wolk, een menselijk lichaam , een banaan, een biljartbal, een tafel of een proton. Dit staat in contrast met abstracte objecten zoals mentale objecten, die in de mentale wereld bestaan, en wiskundige objecten.
Het gezichtsveld van een mens is oneindig. Je kunt mijlenver kijken. Op een heldere dag kun je tot wel 3 mijl voor de horizon kijken, vanwege de kromming van de aarde.