Grofweg kan je aanhouden dat massief vuren- of populierenhout 10 tot 15 jaar goed blijft. Eikenhout en tropisch hout 25 tot 50 jaar. Wanneer je kiest voor een fineer houten kist, dat is spaanplaat met een heel dun laagje hout eroverheen, moet je rekening houden met een houdbaarheid van een maand.
De wetgever gaat er van uit dat na een begraving van 10 jaar een lichaam helemaal geskeletteerd is. Dat houdt in dat alleen de belangrijkste grote botten over zijn. Bij sommige mensen zal dit al na 5 of 7 jaar het geval zijn, afhankelijk van de omstandigheden.
De meest gebruikte kisten zijn binnen tien jaar wel vermolmd of verteerd, maar kisten in een grafkelder of van een materiaal zoals eiken, blijven vele jaren langer in goede staat.
De eerste maanden na de begrafenis is een kist gewoonlijk nog intact en kan, zonder de inhoud te hoeven beroeren, uit een graf worden genomen. Na tien jaar is de kist meestal vergaan en is het stoffelijk overschot geskeletteerd.
De schattingen gaan van 10 minuten tot 36 uur, maar veel langer dan dat zal het niet duren voor je stikt. Kleine mensen zullen het doorgaans iets langer rekken dan grote mensen doordat ze een grotere voorraad zuurstof hebben.
Wanneer de grond voldoende zuurstof en water doorlaat, zal een menselijk lichaam op tien à vijftien jaar volledig ontbonden zijn. In gebieden waar er veel klei- en veengrond aanwezig is, zal de ontbinding aanzienlijk vertragen. Zo kan men zelfs na dertig jaar nog resten van weefsels terugvinden.
Traditiegetrouw is het antwoord de naam van de overledene, met al zijn of haar titels. Die kennen we niet, is dan het antwoord. De ceremoniemeester klopt andermaal, en geeft als antwoord op de vraag wie wil binnenkomen een verkorte versie van alle wereldlijke titels.
Het antwoord varieert. Gemiddeld kan het 10 tot 15 jaar duren voordat een lichaam ontbindt tot het punt waarop alleen het skelet overblijft. In sommige gevallen kan het echter meerdere decennia duren, met name als het lichaam wordt gebalsemd en in een verzegelde metalen kist wordt geplaatst.
Grofweg kan je aanhouden dat massief vuren- of populierenhout 10 tot 15 jaar goed blijft. Eikenhout en tropisch hout 25 tot 50 jaar. Wanneer je kiest voor een fineer houten kist, dat is spaanplaat met een heel dun laagje hout eroverheen, moet je rekening houden met een houdbaarheid van een maand.
In goede omstandigheden is een lijk in een jaar of 5 tot 7 geskletteerd (er is dan alleen het bottenstelsel over) en kan het zo zijn dat na ongeveer 20-25 jaar helemaal niets meer van een lichaam terug gevonden wordt.
Normaal gesproken zal na ongeveer 1 tot 4 uur na het overlijden lijkstijfheid optreden. Door chemische processen worden de na overlijden verslapte spieren stijf. Rigor mortis treedt als eerste op in de extremiteiten zoals de armen, de benen en het hoofd.
Putrefactie (decompositie / verrotting / ontbinding)
Het lichaam begint van kleur te veranderen met als opvallendste "het wegschieten van kleuren" langs de slagaders en aders gelegen aan het huidoppervlak (marmer tekening / marmering). Dit komt doordat het bloed begint te ontbinden en bacteriën de overhand krijgen.
Bij het cremeren wordt de kist in een crematieoven geplaatst. De kist vergaat daarbij door de hitte. Voorafgaand aan een crematie is er vaak een uitvaartdienst of een kerkdienst, maar het hoeft niet. Na het afscheid brengt de uitvaartondernemer de kist naar de crematieruimte, waar de uiteindelijke crematie plaatsvindt.
'Als mensen een dierbare verliezen, kunnen ze die vaak nog zintuiglijk waarnemen', zegt rouwexpert Johan Maes. 'Horen, zien of zelfs voelen. Dat is normaal. '
Na het overlijden kunnen er momenten zijn waarop het lichaam lichte bewegingen vertoont, zoals het openen van de ogen bij de laatste ademhaling. Echter, deze bewegingen treden op binnen een korte periode na het overlijden en niet enkele uren later.
Tanden en nagels zullen in de komende weken uitvallen en naarmate het lichaam vloeibaarder wordt, zal dit leiden tot een vermindering van de activiteit van insecten. Het lichaam zal van groen naar rood verkleuren. In de periode van ongeveer een maand tot een jaar na de dood vindt skeletvorming plaats, waarbij uiteindelijk alleen de droge skeletresten achterblijven.
Onder optimale omstandigheden kan een goed gemaakte hardhouten kist tientallen jaren meegaan , maar in vochtige omgevingen kan het binnen 10 jaar vergaan.
Voor een lijk in een kist helemaal verteerd is (verdwenen is), moet u aan tientallen jaren denken. Soms kun je na honderden jaren nog skeletten of delen van skeletten op een oude begraafplaats vinden. Soms is na 20 of 30 jaar alles helemaal weg. Dat verschilt dus van begraafplaats tot begraafplaats.
Vroeger was deze angst echter nog enigszins gegrond. Tegenwoordig is levend begraven worden uitgesloten, zeggen zowel doktoren als uitvaartondernemers.
Proces van lijkontbinding
Zonder toevoer van energie blijven deze nog korte tijd leven, van enkele minuten voor zenuwcellen tot enkele dagen bij sommige bindweefselcellen. Daarna gaan de cellen dood: de cellulaire dood, waarna het ontbindingsproces begint.
In artikel 5 van het Besluit op de lijkbezorging (niet de Wet) staat dat boven de (bovenste) kist een laag aarde van minstens 65 centimeter moet zitten en tussen elke kist een laag aarde van 30 centimeter. Bij een hoge kist moet dus het gat wat dieper zijn.
De 19e eeuw, gekenmerkt door de Industriële Revolutie en de Amerikaanse Burgeroorlog, zag de wijdverbreide adoptie van balsemen, wat leidde tot een verschuiving van doodskisten naar meer verfijnde en decoratieve kisten. Deze verandering was bedoeld om de dood te verfraaien en een waardiger afscheid te bieden aan de overledene .
Als vorm van executie werd het levend begraven van veroordeelden onder andere toegepast in het Chinese Keizerrijk. Ook in de Nederlanden en Europa was deze executievorm niet ongebruikelijk. Vooral tijdens de Inquisitie werd de straf toegepast voor (veelal) vrouwelijke ketters.
Hier zijn geen wettelijke regels voor. Een kist mag in alle houdingen in een graf: horizontaal, verticaal, op een zijde, ondersteboven en ook, zoals in uw geval, achterstevoren. Op begraafplaatsen waar gewoonlijk 'achterstevoren' wordt begraven, staat dit ook niet in de reglementen.