Snel geïrriteerd en agressief. Gevoelens van achterdocht en paranoia verergeren. Hoe vaker je cocaïne gebruikt, hoe groter de kans op last van angsten, depressies, achtervolgingswaanzin en waanvoorstellingen.
Zijn rusteloos, opvliegend, geïrriteerd. Staan strak, zien bleek, soms wijde pupillen. Moeten vaak naar toilet. Drinken vaak ook veel alcohol.
Je ervaart een sterk verlangen om te gebruiken. Door gebruik schiet je tekort op het werk, school of thuis. Je blijft gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt op sociaal of relationeel vlak. Door gebruik heb je hobby's, sociale activiteiten of werk opgegeven of sterk verminderd.
Het is een proces dat bestaat uit een aantal fasen: van experimenteel naar recreatief gebruik, naar gewoontegebruik, naar problematisch gebruik en uiteindelijk naar een allesbeheersende verslaving.
Impulsief gedrag
Hun manier van denken kan vaak veranderen na slechts een paar korte weken gebruik. De belangrijkste van deze gedragsveranderingen is een toegenomen verlangen om risicovol gedrag te vertonen. Een verslaafde kan bereid zijn om alles te doen wat nodig is om zijn volgende hit te krijgen.
“Junkiegedrag” is een term die wordt gebruikt om gedragingen te beschrijven die iemand kan vertonen wanneer hij of zij vastzit in een verslaving. Het gaat hierbij om gedragingen die voortkomen uit de drang om aan het middel of gedrag te kunnen blijven voldoen, vaak ten koste van andere aspecten van het leven.
Over het algemeen kan je tandarts niet direct zien of je drugs gebruikt. Tandartsen zijn gespecialiseerd in mondgezondheid en richten zich op het diagnosticeren en behandelen van problemen in je mond.
Spraakverandering: je spraak kan onduidelijk worden, je kunt gaan slissen of woorden verkeerd uitspreken. Coördinatieproblemen: je kunt moeite hebben met lopen, struikelen of je evenwicht verliezen. Veranderd gedrag: dronkenschap kan leiden tot impulsiviteit, agressie of juist apathie.
Door gebruik opgeven of sterk verminderen van hobby's, sociale activiteiten of werk. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt. Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
Als cocaïnepoeder gesnoven wordt, komt het vrij snel via de neusslijmvliezen in het bloed terecht.Via het bloed bereikt de cocaïne de hersenen. Dat betekent dat de effecten al vanaf een vijftal minuten na het snuiven merkbaar worden. Ze duren een half uur tot maximaal een uur.
Iemand die cocaïne gebruikt, kan niet stilzitten en zal heel snel praten. Ze kunnen ook moeilijk slapen en dagenlang wakker zijn. Cocaïne kan ook neusbloedingen veroorzaken, omdat de drug vaak door de neus wordt gesnoven. Dit kan leiden tot een loopneus of een verstopte neus, maar ook tot bloedneuzen.
Van veel soorten drugs zoals XTC of cocaïne ga je tandenknarsen en klemmen. Hierdoor raakt je tandglazuur beschadigd. Cocaïne wordt ook nog eens een zuur als het in aanraking komt met speeksel. Het kan dan zorgen voor ernstige tanderosie, wat resulteert in een drugs gebit.
Nicotine in je bloed kan worden opgespoord met tests die kwalitatief (kijken of nicotine aanwezig is) en kwantitatief (kijken hoeveel nicotine aanwezig is) zijn. Deze tests kunnen nicotine, cotinine en een ander afbraakproduct genaamd anabasine opsporen. Valspositieven voor nicotine komen vaak voor bij bloedonderzoek.
In een vergevorderd stadium kan het tandglazuur transparanter worden of zelfs sneller afbreken. Doet tanderosie pijn? Tanderosie veroorzaakt vooral gevoeligheid tijdens het eten en drinken en kan zelfs het plezier in eten en drinken enorm beperken.
De GGD vreest dat het lange excessieve roken nog wel veel slachtoffers zal maken. Nu hun gemiddelde leeftijd rondom de 45 jaar schommelt, verdwijnen de junkies langzamerhand uit het zicht. De levensverwachting van spuiters ligt rond de 55 jaar, rokers worden gemiddeld 10 jaar ouder.
Drugsgebruikers liegen vaak omdat ze zich ervoor schamen en hun drugsgebruik geheim willen houden voor hun omgeving. Ook gaan ze meer over de gevolgen van hun drugsgebruik liegen, zoals problemen op het werk en financiële problemen.
Na verloop van tijd drijven de effecten van drugsgebruik een persoon ertoe om bepaalde drugsgebruikspatronen te ontwikkelen die zich in fasen ontwikkelen, namelijk binge-eten, ontwenning en anticipatie . In feite werken deze drie verslavingspatronen allemaal samen om voortdurend drugsgebruik te bevorderen.
Factoren zoals groepsdruk, fysiek en seksueel misbruik, vroege blootstelling aan drugs, stress en ouderlijke begeleiding kunnen de kans op drugsgebruik en verslaving van een persoon sterk beïnvloeden. Ontwikkeling. Genetische en omgevingsfactoren werken samen met kritieke ontwikkelingsstadia in iemands leven om het risico op verslaving te beïnvloeden.
De meest verslavende drugs zijn heroïne, alcohol, cocaïne en barbituraten .