Vóór 1667 is Suriname, de 'Wilde Kust' tussen de Spaanse en Portugese gebieden, een Engelse kolonie. Bij gebrek aan belangstelling voor een Zeeuws plan om de Engelsen tijdens de Tweede Engelse Oorlog in hun kolonie te treffen, besluiten de Zeeuwen zelf een vloot uit te rusten om de kolonie te veroveren.
Vooral door plantage-eigenaren, ambtenaren en hun familieleden. In de 20ste eeuw kwamen veel Surinamers naar Nederland om te studeren, maar vanaf de jaren twintig ook om te werken, bijvoorbeeld als muzikant of later verpleegster. De grootste groep echter vestigde zich rond de onafhankelijkheid in 1975.
Veel Surinamers vertrokken alsnog naar Nederland omdat ze hun Nederlandse nationaliteit zouden verliezen als ze in Suriname zouden blijven. Koster vestigde zich in 1970 definitief in Nederland, nadat hij er eerder al een aantal jaren had gewoond.
Het Nederlands deed zijn intrede in Suriname toen Paramaribo en de omgeving van Nieuw-Amsterdam een Nederlandse kolonie werden. Na het verlies van Nieuw-Nederland werd heel Suriname een Nederlandse kolonie (ook het buurland Guyana en een poosje Frans-Guyana waren Nederlands, zie Nederlands-Guiana).
Met een oppervlakte van 163.821 vierkante kilometer is Suriname het kleinste land van Zuid-Amerika. Het land is daarmee bijna 4 keer zo groot als Nederland en ruim 5 keer zo groot als België.
Suriname werd in 1650 door Engelsen bezet en ontwikkeld als plantagekolonie met geïmporteerde slavenarbeid uit Afrika. In 1667 werd het door Nederlanders veroverd en is het, met korte onderbrekingen, tot 1975 een kolonie gebleven.
Samenvatting. Suriname was een Nederlandse kolonie aan de noordkust van Zuid-Amerika en dateerde van 1667. Vanaf 1951 kreeg Suriname steeds meer autonomie en in 1975 werd het uiteindelijk onafhankelijk van Nederland .
Suriname was in de zeventiende eeuw een korte periode Zeeuws bezit. Paramaribo heette toen Nieuw-Middelburg en het voormalige Engelse fort kreeg de naam Fort Zeelandia.
Surinaams-Nederlands (Surinaams-Nederlands, uitgesproken als [syːriˌnaːms ˈneːdərlɑnts]), ook bekend als Surinaams, is de vorm van het Nederlands dat gesproken wordt in Suriname en is de officiële taal in Suriname, een voormalige kolonie van Nederland.
De oorspronkelijke bewoners zijn de indianen.Vandaag de dag leven er ook Creolen, Javanen, Hindoestanen, Chinezen, Europeanen en Moslims. Het bijzondere aan dit land is dat de culturen harmonieus naast elkaar leven. Zo is het mogelijk dat de moskee en de synagoge in Paramaribo gewoon naast elkaar kunnen staan!
Van alle in Nederland wonende personen van Surinaamse herkomst is 48 procent ook hier geboren. Eind jaren '70 was dat aandeel nog een op vijf. Het aantal Surinamers van de tweede generatie nam in vier decennia gestaag toe, terwijl de eerste generatie sinds het begin van de jaren '90 weinig meer groeide.
Het maakt ook 37% uit van de gehele Surinaamse bevolking wereldwijd. Sinds de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 zijn er meer dan 100.000 Surinamers naar Nederland gekomen vanwege de onrust in Suriname en de betere levenskwaliteit in Nederland .
Betaling eenmalig bedrag aan Nederlandse ouderen van Surinaamse herkomst. Een groot aantal Surinaamse Nederlanders dat voor de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Nederland kwam, krijgt een eenmalig bedrag van € 5.000. Dat heeft het kabinet besloten.
Toen Suriname in 1975 onafhankelijk werd, vertrouwden veel Surinamers de nieuwe toekomst die dat zou brengen niet en kochten een enkel ticket richting het voormalig moederland dat hen eeuwen had gekoloniseerd. Ze arriveerden en masse op Schiphol. Met de integratie van Surinamers is het gelukkig goed gekomen.
Binnen de groep Surinamers kan onder- scheid worden gemaakt naar etnische achtergrond. In Nederland zijn de volgende groepen te onderscheiden: Hindostanen, Creolen, Javanen, Chinezen en Marrons. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere bevolkingsgroepen, zoals Inheemsen (Indianen), Boeroes en Libanezen.
In de zestiende eeuw verovert Nederland Sint Maarten, Bonaire, Curaçao, Aruba, Sint Eustatius en Saba. Deze Nederlandse Antillen worden gebruikt voor zoutwinning, landbouw, kaapvaart en als doorvoerhaven voor de slavenhandel. Curaçao en Sint Eustatius zijn belangrijke centra voor de handel in Afrikaanse slaven.
Andere talen die in Suriname in een Surinaamse variant zijn ontstaan, maar een kleiner aantal gebruikers hebben dan het Sranan en het Sarnami, zijn onder meer de Creoolse talen het Ndjuka, het Paramaccaans, het Boni en het Saramaccaans, de Aziatische talen het Javaans en het Chinees, en het Surinaams-Nederlands.
In Suriname spreekt de meerderheid Nederlands. Dat is ongeveer 62% die het als moedertaal spreekt. Hoewel veel mensen ook Sranantongo als tweede of derde taal spreken. En er zijn ongeveer 20 andere lokale talen die door velen als tweede of derde taal worden gesproken .
In het Sranantongo zijn de invloeden van Afrikaanse talen duidelijk herkenbaar in de syntaxis, het idioom en de uitspraak. Het doorzichtige karakter van de taal maakt dat ze over het algemeen makkelijk te leren is.
Suriname was van 1667 tot 1954 een kolonie van Nederland en daarna een autonoom land binnen het Koninkrijksverband. Op 25 november 1975 werd Suriname onafhankelijk, waarbij ruim een kwart van de inwoners naar Nederland vertrok. De totale Surinaamse diaspora van de 20e eeuw omvat veertig procent van de Surinamers.
Suriname is ongeveer 0,0066% van de wereldbevolking. Dus de kans dat je ooit een Surinamer in je leven bent tegengekomen is echt heel klein, tenzij je in de buurt woont . Dus mensen in Zuid-Amerika zullen waarschijnlijk weten dat Suriname bestaat.
'Suriname is een van de rijkste landen ter wereld. ' Sinds de Wereldbank het land in 1995 rangschikte als zeventiende rijkste land ter wereld op basis van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen, schuwen Surinamers de grootspraak niet. Aan natuurlijke rijkdommen is er in Suriname inderdaad geen gebrek.
In 1667 werd Suriname ingenomen door een Nederlandse vloot en dat jaar werd het afgestaan aan Nederland in ruil voor Nieuw-Amsterdam (nu New York City) . (Met uitzondering van de jaren 1799-1802 en 1804-1815, toen het onder Brits bestuur stond, bleef Suriname onder Nederlands bestuur tot de onafhankelijkheid in 1975.)
Na de Tweede Wereldoorlog krijgt Suriname meer zelfbestuur. Op 25 november 1975 wordt het land officieel onafhankelijk. Culturele banden tussen Nederland en Suriname zijn er ook vandaag de dag nog, bijvoorbeeld door migratie en de taal.
Suriname werd in 1650 door Britse kolonisten gesticht als plantagekolonie en werd in 1667 overgenomen door de Nederlanders. Vanaf het begin werden de plantages in Suriname bewerkt door dwangarbeiders, voornamelijk van tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika en, in mindere mate, inheemse mensen.