de dieren en planten in de poolgebieden hebben zich aan extreme omstandigheden moeten aanpassen: zeer lage temperaturen, hevige wind, arme en vaak bevroren grond, afwisselend een lange nachtperiode in de winter en een lange dagperiode in de zomer. de planten zijn dus klein en groeien in bosjes om zich tegen de kou te ...
Het poolklimaat wordt gekenmerkt door zeer lage temperaturen. De warmste maand heeft een gemiddelde temperatuur van minder dan 10ºC. Door de lage temperaturen kunnen er geen planten groeien en zijn de gebieden vrijwel onbewoond.
Lange koude winters, koele zomers en het hele jaar door valt er neerslag, vaak als sneeuw. Dat zijn ongeveer de kenmerken van het poolklimaat. In het poolklimaat groeien alleen kleine struikjes grassen en mossen. Er groeien geen bloemen en bomen.
Waar vindt je het poolgebied? Deze twee gebieden aan de bovenkant en aan de onderkant van onze aarde ontvangen zó weinig zonlicht dat de temperatuur tot -50 graden kan zakken. Het is er dus zeer koud. De temperatuurlijn ligt het hele jaar door onder de 0 graden Celsius.
IJsberen, poolvossen, muskusossen, rendieren, sneeuwhazen en lemmingen leven alleen op en rond de Noordpool. Terwijl pinguïns en reuzenalbatrossen uitsluitend bij de Zuidpool voorkomen. De zeezoogdieren van beide polen lijken meer op elkaar. Sommige walvissoorten komen zelfs bij beide polen voor.
Dieren. IJsberen en poolvossen zijn aangepast aan het extreme weer in het Arctische gebied. Walrussen en bultruggen leven in de Noordelijke IJszee. Verschillende soorten pinguïns, waaronder de keizerspinguïn, leven in Antarctica, net als walrussen en narwals.
De dieren van de Noordpool zijn helemaal aangepast aan het leven in extreme kou. Dit is het leefgebied van de ijsbeer, de walrus, de narwal, de beluga en de Groenlandse walvis. Het is ook het thuis van 3,8 miljoen mensen, waaronder inheemse volken met eigen culturen, zoals de Inuit (Eskimo's) en de Samen (Lappen).
Zowel de Noordpool als de Zuidpool zijn erg koud omdat ze het hele jaar door erg weinig direct zonlicht krijgen . Dit heeft te maken met waar de polen zich bevinden op de bolvormige Aarde. De Noordpool bevindt zich bovenaan en de Zuidpool bevindt zich onderaan.
Antarctica is het gebied rond de Zuidpool, het koudste gebied op aarde. Het eiland Vostok (3420 meter) heeft een jaargemiddelde temperatuur van -55 graden en is daarmee de koudste plek op aarde. Aan de kust liggen de temperaturen in de zuidelijke winter tussen -15 en -30 graden en 's zomers tussen -5 en +5 graden.
Het is volgens het Antarctic Treaty niemand toegestaan om permanent op het Antarctisch Schiereiland of ergens anders op Antarctica te wonen. Voor onderzoekers is het echter wel mogelijk om voor een beperkte tijd op Antarctica te verblijven.
Polaire bodems vertonen duidelijke patronen in microbiële diversiteit en dominante fylotypen - British Antarctic Survey - Publicatie.
In het binnenland van Groenland en op Antarctica heerst een poolklimaat. Op de eilanden van Canada en noord Rusland heerst een toendraklimaat. Het poolklimaat komt buiten de poolgebieden ook voor boven de boomgrens in de hooggebergten.
Waar we de Noordpool kunnen zien als een bevroren oceaan, is de Zuidpool juist een eiland omringd door water. Het ijsoppervlakte bestaat dus, voor het grootste deel, uit landijs. Juist vanwege dit verschil in opbouw vinden we geen ijsberen op de Zuidpool: naar de Zuidpool bestaat geen natuurlijke brug.
het poolklimaat kenmerkt zich door de extreme koude. de seizoenen zijn beperkt tot een lange, ijzig koude winter en een koele zomer die 3 maanden duurt. naargelang van de breedtegraad kan de zon in de zomer drie maanden onafgebroken schijnen ('middernachtzon'), terwijl de nacht in de winter 3 maanden duurt3.
Plantjes groeien niet
Dit kan te maken hebben met het weer: te warm, te koud, te droog, te nat. Veel wind kan ook de oorzaak zijn: dan moet je plantjes te veel energie stoppen in het rechtop blijven staan en gaat dat ten koste van de groei. Staan plantjes te dicht op elkaar dan kunnen ze ook niet goed groeien.
De witte spar, grove den, dwergberk en arctische wilg behoren tot de meest winterharde overlevers van het noorden. Deze soorten hebben buitengewone aanpassingen ontwikkeld die hen in staat stellen te overleven onder de zware omstandigheden van het arctische gebied.
Er leven geen pinguïns op de Noordpool!
Ze blijven dicht bij de kust en brengen het grootste deel van hun tijd op zee door. Dit zijn dus geen pinguïns, want die komen alleen op het zuidelijk halfrond voor.
Antarctica en de Zuidpool zijn niet hetzelfde. Een veelvoorkomende misvatting is dat de Zuidpool hetzelfde is als Antarctica. Dit is niet waar alhoewel het eigenlijk hetzelfde gebied is. Antarctica is namelijk het grote continent in het zuidelijkste deel van de aarde, de Zuidpool is een specifiek punt in Antarctica.
Op 22 december 1991 registreerde het Klinck Automatic Weather Station (AWS) in Groenland een temperatuur van -69,6 °C (-93,3 °F) .
> Het klimaat in de poolgebieden is het resultaat van een zichzelf versterkend proces. Omdat er zo weinig zonne-energie binnenkomt, bevriest het water tot ijs, dat vervolgens als een spiegel de kleine hoeveelheid straling die wel binnenkomt, weerkaatst .
Beide poolgebieden van de aarde zijn koud, voornamelijk omdat ze veel minder zonnestraling ontvangen dan de tropen en de middelste breedtegraden. Op beide polen komt de zon nooit hoger dan 23,5 graden boven de horizon en beide locaties ervaren zes maanden aanhoudende duisternis.
Boven de poolcirkel is er in de winter weinig tot geen zonne-energie , waardoor de regio donker en koud blijft. Het zonlicht dat de regio in de winter bereikt, komt er in een lage hoek binnen. In de zomer schijnt de zon vele uren of de hele dag door, wat warmte en licht brengt.
Voor het Noordpoolgebied bestaat, in tegenstelling tot het Zuidpoolgebied, geen integrale verdragsregeling. Geen enkel land of groep van landen heeft soevereiniteit over de geografische Noordpool of over de delen van de Noordelijke IJszee die buiten de territoriale wateren van de Arctische staten zijn gelegen.
Er leven geen mensen op Antarctica. Er verblijven alleen wetenschappers in speciale onderzoekstations. Bijna alle dieren leven aan de kust van Antarctica. In de rest kunnen alleen speciale bacteriën leven.
Voorbeelden hiervan zijn de ijsbeer (zowel een zeedier als een landdier), de kariboe, de poolwolf, de poolvos, de poolwezel, de poolhaas, de bruine lemming, de kraaglemming, de sneeuwhoen, de giervalk en de sneeuwuil .