Het Palestijnse volk of de Palestijnen is de inheemse bevolking van de regio Palestina in de Levant. Dat gebied had geen eenduidige geografische grenzen, maar kwam grotendeels overeen met de later gevormde Palestijnse gebieden, het gebied van het huidige Israël en Jordanië.
In de oudheid werd Palestina bewoond door Semitische volkeren, waarvan de eerste van Kanaänitische oorsprong waren. Volgens de overlevering kwam Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van joden en Arabieren, uit Ur naar Kanaän.
Vanaf 1517 tot na de Eerste Wereldoorlog maakte Gaza deel uit van het Ottomaanse Rijk. Na 1917 viel het onder het Britse Mandaatgebied Palestina, waarin later de staat Israel werd opgericht. Tijdens de daarop volgende Arabisch-Israelische Oorlog van 1948 bezette Egypte de strook.
De term 'Palestina' was oorspronkelijk een aanduiding van een gebied in het zuiden van Kanaän waar het volk dat de Filistijnen werd genoemd een heel klein deel van bezette. Onder andere de Kanaänieten, Kanaänitische Feniciërs en de Israëlieten vestigden zich al veel eerder in het gebied.
Tegenwoordig wordt de term gebruikt om de Arabische inwoners van de streek aan te duiden. Zij stammen af van Arabieren die de afgelopen eeuwen in de landstreek Palestina zijn gaan wonen, vooral vanaf de negentiende eeuw.
Een Israëlische nederzetting is een kolonie van Joodse Israëliërs in Palestijnse gebieden die door Israël zijn veroverd en bezet gedurende de Zesdaagse Oorlog van 1967. De bewoners van de nederzettingen worden aangeduid als kolonisten.
Het gebied werd in 1516 veroverd door de Turken en maakte vanaf dat moment deel uit van het Ottomaanse Rijk. In 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog, veroverde Engeland, gesteund door Arabische bondgenoten, Palestina op de Turken.
In november 1947 besliste de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een einde te stellen aan het na WO I aan Groot-Brittannië toevertrouwde mandaat over Palestina en dat land (27.000 km²) te verdelen in twee onafhankelijke staten, een joodse en een Arabische, de eerste 14.500 km² groot, de tweede 12.500 km².
“Palestijnen” is de algemeen gebruikte benaming voor de afstammelingen van ongeveer 780.000 Arabieren die vluchtten als gevolg van een oorlog tussen vijf Arabische naties en de nieuw uitgeroepen staat Israël in 1948.
De heersers kwamen en gingen en vulden hun voorraadschuren met graan, dadels, vijgen en andere rijkdommen uit het land van David. In Jezus' tijd bezetten de machtige Romeinen Palestina. Ze waren 60 jaar eerder het land binnengevallen en hielden de bevolking in een ijzeren greep.
Het gebied werd niet geannexeerd door Israël, maar Israëlisch-joodse kolonisten stichtten er onder bescherming van het Israëlisch defensieleger in totaal 21 nederzettingen. In 2005 ontruimde Israël de nederzettingen in de Gazastrook.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het Jewish Agency een dag eerder de staat Israël uit.
Veel inwoners van Gaza zijn afstammelingen van mensen die in 1948, tijdens de oprichting van de staat Israël, op de vlucht sloegen of van huis en haard werden verdreven . Deze periode noemen de Palestijnen de Nakba, het Arabische woord voor catastrofe.
De Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, gaf een mandaat over het het gebied toen aan de Britten. Hiermee kreeg het Verenigd Koninkrijk controle over Palestina en Transjordanië. Oorspronkelijk behoorden deze gebieden tot het Ottomaanse Rijk, dat na de Eerste Wereldoorlog uiteenviel.
In het Bijbelboek "II Samuel" wordt beschreven hoe David door verovering een koninkrijk creëert in Palestina. Zijn zoon Salomo zou zelfs geregeerd hebben over een rijk dat zich uitstrekte van de Eufraat tot de grenzen van Egypte. Beide vorsten zouden 'veertig jaar' hebben geregeerd.
In oudtestamentische termen valt Palestina grofweg samen met het land Kanaän (het huidige Israël en delen van Libanon, Jordanië en Syrië), waar in Bijbelse tijden verschillende volkeren leefden.
Het is een centraal onderdeel van de Joodse religie, de geschiedenis en het ethos. De nieuwe Palestijnen (zoals de PLO, Fatah en Hamas) hebben de historische Yishmael - de andere zoon van Abraham (die hij wegstuurde!) - als hun historische vaderfiguur genomen. Sara B. God beloofde de nakomelingen van Abraham het 'Beloofde Land'.
In Gaza en de Westelijke Jordaanoever, gebieden die voor de oorlog van 1967 tot respectievelijk Jordanië en Egypte hadden behoord, woonden van oudsher veel Palestijnen. Met name als gevolg van de Nakba was dat aantal nog verder gegroeid.
De Bijbelse aartsvader Abraham wordt door joden, christenen en moslims vereerd om zijn geloof in God. Hij is de 'vader van vele volkeren'. Hij is de stamvader van de Israëlieten en de Ismaëlieten. Isaak, de zoon die zijn vrouw Sara hem schonk, was de drager van het 'altijddurende verbond' dat JHWH met Abraham sloot.
In 1988 riep PLO-leider Yasser Arafat de onafhankelijke staat Palestina uit. Vanuit Algiers, de hoofdstad van Algerije, verklaarde hij de "oprichting van de Staat van Palestina met zijn hoofdstad in Jeruzalem". Het gebied omvat de Westelijke Jordaanoever en Gaza, wat de Noren, Ieren en Spanjaarden gaan erkennen.
Bij de wapenstilstand van 1949 besloeg de nieuwe staat Israël 77% van het grondgebied van het voormalige mandaatgebied Palestina. Transjordanië hield 22% van het gebied bezet (de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem) en annexeerde dit in 1950, waarbij de naam Transjordanië gewijzigd werd in Jordanië.
Israël is geen groot volk, het heeft geen enkele status. God koos dit volk, omdat Hij het liefhad en aansloot bij de belofte die Hij aan Abram had gedaan (Deut. 7:6-8). Israël als volk van God wil zeggen: het is het volk van God, het is zijn eigendom (Ex.
En Judea is weer afkomstig van de stam Juda; 1 van de twaalf Joodse stammen, die daar het gehele gebied bewoonden, en daarvoor heette het het land van Kanaän. Wat de Joden 'het Beloofde Land' noemden en noemen.
Nazareth (Hebreeuws: נצרת - Natsrat, Arabisch: الناصرة - Elnasrat,) is een stad in Israël en het centrum van de enige hoofdzakelijk Palestijnse agglomeratie in het land.
Palestina slaat terug op de Filistijnen, een volk dat zich waarschijnlijk rond de 13e eeuw v. Chr. in het toenmalige Kanaän vestigde.