De plek van de injectie Houd minimaal een handbreedte afstand boven de knie. In de buik, naast en onder de navel. Houd minimaal 2 centimeter afstand van de navel. In de buitenkant van een bovenarm.
de buik, naast of rond de navel (voorkeur), houdt altijd 3 vingers afstand rond de navel. de bovenkant van de bovenbenen. wissel van prikplaats, prik niet in een blauwe plek, wond, zweer of andere onregelmatigheid.
Plaats van injecteren kan zijn: de bil, bovenste buitenste bilkwadrant; het been, middelste derde gedeelte van het bovenbeen aan de buitenzijde; de arm, bovenste derde gedeelte van de bovenarm aan de buitenzijde.
Bij een subcutaan infuus wordt de subcutane infuuscanule of naald vaak in het onderhuidse bindweefstel van het bovenbeen geplaatst. De meest gangbare plek is de voor- of zijkant. Als alternatief kan er ook gekozen worden voor de buik, let er dan wel op dat je minimaal op 2 cm afstand van de navel zit.
Geschikte injectiegebieden zijn: het gebied naast en onder de navel (ongeveer 2 cm rond de navel vrijlaten), boven/buitenkant het bovenbeen (handbreedte boven de knie vrijlaten), billen (bovenste buitenste deel).
Huidplooien komen vaak voor in de oksels, de liezen, onder de borsten en tussen de dijen .
Kies een plek op je buitenste dijbeen of de zijkant van je heup voor de injectie. Controleer of de spier niet al pijnlijk is van de activiteit. Als het pijnlijk is, kun je pijn hebben in het gebied na het toedienen van de injectie. Als de spier pijnlijk is, kies dan een nieuw gebied voor de injectie.
Knijp voorzichtig in de huidplooi en breng de naald in een hoek van 30-45 graden ten opzichte van de volledige lengte van de naald. Houd de vleugels stevig plat op de huid (houd de middelste balk niet vast). Trek het witte veiligheidsschild in een rechte, continue beweging terug totdat het veiligheidsschild loslaat en de dop overblijft.
Hoewel subcutane injecties over het algemeen als veilig worden beschouwd, zijn er enkele mogelijke complicaties waar zorgverleners zich bewust van moeten zijn. Enkele van de meest voorkomende complicaties zijn pijn of irritatie op de injectieplaats, lipohypertrofie en infecties.
op de injectieplek mogen geen littekens of zwangerschapsstrepen zitten. als u op korte termijn geopereerd wordt aan uw buik of bovenbeen, mag u op deze plek niet injecteren. u kunt geen injectie plaatsen op plaatsen waar u een vochtophoping (oedeem), trombose, verlammingsverschijnselen of zichtbare bloedvaten heeft.
Als je tijdens het injecteren de in olie opgeloste groeibevorderaar per ongeluk in een ader spuit, loop je het risico op een longembolie; een gedeelte van je longen kan afsterven of nog erger. Een embolie is een verstopping van een bloedvat door een bloedprop, lucht of een stukje weefsel.
STAP 1: Schone werkruimte. STAP 2: Handhygiëne. STAP 3: Steriele en nieuwe spuit en naald, met hergebruikpreventie en/of letselbeschermingsfunctie waar mogelijk. STAP 4: Steriele flacon met medicatie en verdunningsmiddel.
Als u een intramusculaire injectie in de schouder (een veelvoorkomende injectieplaats) doet, voel dan naar het acromion, of het benige punt van de schouder. Beweeg twee vingerbreedtes naar beneden vanaf het acromion om uw injectieplek te vinden.Houd de naald in een hoek van 90 graden, prik in de huid en injecteer het medicijn voorzichtig .
deltoideus gebruikt, de proximale bovenarmspier. De injectie breng je dan twee vingerbreedtes onder het acromion in. Een andere geschikte spier om in te injecteren is de m. vastus lateralis.
De aanwezige luchtbel in de spuit mag u niet verwijderen. De luchtbel vult de ruimte in de naald op, zodat alle vloeistof wordt ingespoten. Dat er lucht in de spuit aanwezig is, is niet erg.
Bent u verpleegkundige, ambulanceverpleegkundige of mondhygiënist?Dan mag u zonder tussenkomst of toezicht van een arts een onderhuidse (subcutane) injectie geven. U moet wel bekwaam zijn om de handeling uit te voeren. En u mag de handeling alleen uitvoeren in opdracht van een zelfstandig bevoegde zorgverlener.
Als u bloed in de spuit ziet , hebt u een bloedvat geraakt. Als dit gebeurt, trek de naald dan uit de huid zonder het medicijn te injecteren.
Voor intermitterende toediening van medicatie: Prime de Saf-T-Intima™ Subcutaneous Butterfly met 0,9% zoutoplossing voor intermitterende toediening . 7. Voor continue infusie: Monteer de Saf-T-Intima™ en verlengslangset. Prime de geassembleerde toedieningsset met de oplossing of medicatie die geïnfundeerd moet worden.
Bij subcutaan injecteren, kun je verschillende technieken hanteren: huidplooi techniek onder een hoek van 45 tot 60 graden en loodrecht techniek (90 graden) met huidplooi zonder huidplooi.
Bij een onkundige injectietechniek kan de injectievloeistof te diep of juist niet diep genoeg geïnjecteerd worden. Dat kan leiden tot weefselschade of onbedoelde subcutane of intramusculaire injecties.
Houd de naald zo vast dat de schuine kant (hoekzijde) naar boven wijst en de scherpe punt naar beneden, dicht bij uw huid. Plaats de naald over de ader in een hoek van 15 tot 30 graden. Plaats de naald zo dat deze is uitgelijnd met de ader en naar uw hart wijst.
Bij subcutane injecties wordt meestal een kortere naald van ongeveer 5/8 tot 1 inch gebruikt. De naalddikte varieert tussen 25G en 31G, afhankelijk van de medicatie en de patiëntvoorkeur. De injectie vindt plaats in het vetweefsel onder de huid.
Neem een huidplooi op en prik de naald er (loodrecht op deze plooi) door de huid heen. De injectienaald moet onder de huid beweegbaar zijn, wanneer dit niet het geval is, bestaat de kans er dat er in de huid wordt geïnjecteerd.
Zoek de injectieplaats
De injectieplaats zal ongeveer halverwege de buitenkant van uw dij zijn . Een goede manier om de juiste plek te vinden is om de palm van uw hand op uw heupbot te laten rusten. Het injectiepunt moet zijn waar uw vingers eindigen. Het gebied om veilig te injecteren wordt aangegeven door de schaduw op de foto.
Fabrikanten adviseren om levende, verzwakte injecteerbare vaccins (bijvoorbeeld BMR-, waterpokken- en gelekoortsvaccins) en bepaalde niet-levende vaccins (bijvoorbeeld meningokokkenpolysaccharide) subcutaan toe te dienen.