Vulling ballon controleren: ballon leeg laten lopen en opnieuw bij voorkeur met 5 cc laten vullen; meer vulling kan meer prikkeling geven. Indien kleine maat CAD eventueel grotere maat plaatsen.
Vul je de ballon met minder water omdat de patiënt last heeft van blaaskrampen, vul dan eerst de ballon met de juiste hoeveelheid en haal er vervolgens zoveel uit tot de gewenste vulling is bereikt.
Om te voorkomen dat de katheter uit de blaas glijdt, bevindt zich aan het uiteinde een ballonnetje, dat gevuld is met steriel water.
De ballon kan vastzitten aan de blaasuitgang. Dit gaat vaak gepaard met steenaanslag op de ballon en/of de kathetertip. Oplossing: spuit gel langs de katheter in de plasbuis of in de fistelopening. Wees er zeker van dat de katheter los is van de wand.
Ongeveer 10 ml minerale olie kan via de inflatiepoort worden geïnjecteerd en lost de ballon binnen 15 minuten op. Als dit niet gebeurt, kan er nog eens 10 ml worden ingebracht . Over het algemeen heeft deze techniek een gerapporteerd succespercentage van 85 tot 90 procent.
Voor het plaatsen van de ballonkatheter
Hiermee controleren we de conditie van de baby en wordt eventuele weeën activiteit in beeld gebracht.
De blaasfunctie. De normale blaasinhoud bij volwassenen varieert van 200 tot 500 ml. Als uw blaas vol is, krijgt u aandrang om te gaan plassen. Het is normaal om overdag 5 tot 7 keer te plassen en 's nachts 0 tot 1 keer.
De opvangzak moet dag en nacht lager hangen dan de blaas en deze mag niet op de grond liggen. Zorg er voor dat het kraantje nergens tegenaan komt. De kans op infecties wordt dan kleiner.
Wij adviseren je om minimaal twee liter per dag te drinken. De eerste dagen nadat je gestart bent met katheterisatie moet je hier extra op letten. De kans op urineweginfecties (en blaasontstekingen) wordt hiermee aanzienlijk kleiner. Tijdens de zelfkatheterisatie draagt een goede hygiëne bij aan jouw gezondheid.
Soms wordt een speciale katheter ingebracht die op de plaats waar de katheter naar binnen gaat, nog een extra verdikking van pluizig materiaal heeft, de 'cuff' (dia 3). Deze cuff zorgt ervoor dat de katheter op zijn plaats blijft zitten en voorkomt dat bacteriën langs de katheter naar binnen komen.
Charriere (CH of Ch): deze geeft de buitendiameter aan. 1CH = 1/3 mm. De meest gebruikte Charriere maat voor een verblijfskatheter is 14 en 16.
Om te voorkomen dat de katheter uit de blaas glijdt, zit er aan het uiteinde een ballon.Deze ballon is leeg bij het inbrengen (en verwijderen) en vullen we met water als deze in de blaas ligt. De slang van de katheter is aangesloten op een urine-opvangzak. Hierdoor loopt de urine direct weg en blijft de blaas leeg.
Was de insteekopening elke dag met lauw water. Gebruik hierbij nooit zeep. Droog de insteekopening goed af met een deppende beweging. Doe hierna eventueel een steriel splitgaasje om de katheter en plakt dit vast.
Tegenwoordig worden de ballonnetjes gevuld met een speciale oplossing van water en glycerine, door de glycerine zal het ballonnetje nauwelijks leeglopen. Door de langere levensduur, kan ook bij deze katheter na verloop van tijd bij de tip kalkafzettingen ontstaan. Daardoor gaat de opening dichtzitten.
De sluitspier is dan wat gespannen. Meestal ontspant deze spier snel, waarna u de katheter verder kunt inbrengen. Even zuchten of hoesten kan helpen om de sluitspier te ontspannen.
Mannen en vrouwen met een katheter kunnen seks hebben. Bij een suprapubische katheter geeft dit geen problemen. Vrouwen met een transurethrale katheter kunnen de katheter op de buik vastplakken. Mannen met een transurethrale katheter kunnen de katheter vastmaken op de penis en een condoom omdoen.
Als u voor langere tijd een verblijfskatheter heeft, kunnen de volgende complicaties optreden: Verstopping. Door steenaanslag, gruis of een bloedstolseltje kan de katheter verstopt raken. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat u voldoende drinkt, tenminste 1,5 tot 2 liter per dag.
Iedereen met een katheter heeft bacteriën in de blaas.Dit kan klachten geven zoals stinkende urine, een branderig gevoel, blaaskrampen of pijn in de onderbuik. Het gebruik van antibiotica is pas noodzakelijk als u andere klachten van een infectie heeft.
Normaal plast een mens ongeveer zeven keer per 24 uur. Als u dus aanzienlijk vaker plast dan dit, heeft u een overactieve blaas. U kunt soms wel ieder uur moeten plassen en soms ook wel vaker dan 1 keer per uur. Een overactieve blaas komt doordat uw blaas extra prikkelbaar is.
Ga NIET persen als de urine niet wil komen. Ga NOOIT “stippeltjes of streepjes” plassen. Dit is geen goede oefening en kan leiden tot het achterblijven van urine in de blaas waardoor urineweginfecties kunnen ontstaan.
Antwoord: Al het vocht dat er in gaat gaat er ook ooit uit. Een volwassene heeft gemiddeld 1,5 tot 2 liter per dag aan vocht nodig in de vorm van dranken. Dan gaat het langzaam er via een paar manieren er weer uit: ongeveer 1.400 milliliter plas je er uit.
De constante aanwezigheid van het catheteruiteinde en het ballonnetje kunnen irritatie van de blaaswand geven. Soms reageert de blaas hierop met verkramping, dit geeft buikpijnklachten. Daarnaast kan de geïrriteerde blaaswand extra slijm gaan vormen als reactie op dit lichaamsvreemde object.
Na het plaatsen van de ballon wordt een hartfilmpje (CTG) gemaakt van de baby. Hierbij worden de harttonen van je baby geregistreerd en de eventuele weeënactiviteit. Dit duurt ongeveer een half uur en indien nodig langer. Na het hartfilmpje mag je naar huis.
Ballon-controle
De ballon van de katheter moet één keer per maand gecontroleerd worden en zo nodig worden bijgevuld.