Dassen zijn gewoontedieren en lopen altijd over dezelfde paden (wissels). Deze wissels slijten diep uit en zijn goed zichtbaar. Alle dassen van een familie (clan) verdedigen gezamenlijk het territorium. Ze lopen regelmatig langs de grenzen waardoor er paden ontstaan (wissels).
De grootte van de functionele leefomgeving wordt voornamelijk bepaald door het voedselaanbod. Bij een rijk voedselaanbod hebben dassen voldoende aan een gebied van 30 tot 150 hectare, onder minder gunstige omstandigheden is een groter gebied nodig.
Afmetingen. Het mannetje is iets zwaarder en forser, heeft een bredere kop, een dikkere nek en soms een wigvormige staart. Het vrouwtje heeft vaak een meer ovaalvormige staart. In de late zomer en herfst neemt het gewicht van een das flink toe, omdat de das dan een vetlaag opbouwt om de winter door te komen.
Dassen zijn 's nachts actief en vertoeven voor het grootste gedeelte van de dag in hun ondergrondse burchten.
Geen natuurlijke vijanden, alleen de mens
Van zo'n 12.000 dassen in 1900 tot 1.200 in 1960. Gelukkig zit de populatie wat in de lift en zijn er nu naar schatting zo'n 5.000-6.000 dassen in Nederland.
Dassen hebben wel een enorme hekel aan vee dat over de dassenburcht loopt. De holen worden dan vertrapt en de das weet niet van wie de voetstappen afkomstig zijn die hij onder de grond hoort. Hierdoor komen de dassen zeer laat naar buiten en kunnen zelfs bij langdurige verstoring de burcht verlaten.
De uitwerpselen van een das kunnen verschillende vormen aannemen: van zwart of donkergroen, vast en worstvormig tot bruin of geel, dikvloeibaar en vormloos. De vorm hangt af van het voedsel dat op 't menu stond. De das is een slechte jager en misschien daardoor wel een alleseter.
Dassen verjagen
Een goede oplossing is de Isotronic Wilde dieren verjager. Deze is diervriendelijk omdat het 's nachts een automatische lichtsequentie uitzendt. Ook de Foxlights Solar verjager werkt door lichtflitsen uit te zenden.
Omdat de das een nachtdier is , zien maar weinig mensen ze. De kleine kop, korte nek, lange wigvormige lichaam en zeer korte staart van de das maken ze uitstekende gravers. Ze hebben een slecht gezichtsvermogen omdat ze nachtdieren zijn en de meeste tijd ondergronds doorbrengen in hun holen.
Dassenpoep is normaal gesproken slordig en nat, maar de textuur kan veranderen afhankelijk van wat ze eten, waarbij andere uitwerpselen steviger en worstvormig lijken . Dassen hebben een gevarieerd dieet met zaden, bessen, wormen en aas dat hun uitwerpselen paars, zwart of bruin kan kleuren.
Dassen kunnen niet zo goed zien, maar hebben een formidabel reukvermogen. Waarschijnlijk ruikt de das een mensengeur op de wildcamera, en schrikt het dier daarvan.
De kans dat je overdag een das ziet, is extreem klein. Hij is namelijk in de schemering en nacht actief, dan verlaat hij zijn burcht. Dassen verkennen de omgeving en gaan op pad voor een urenlange zoektocht naar eten.
Dassen observeren in hun eigen tuin is voor veel mensen een geweldige ervaring. Dassen doen aan plaagdierbestrijding en eten diertjes, slakken en insecten die bv.schade kunnen veroorzaken aan uw gewassen, fruit, bloemen of gazon.
Dassen graven hun eigen huis, een burcht. Vaak in hellingen en heuveltjes tot wel 4 meter onder de grond. Door de jaren heen kan zo'n burcht uitgroeien tot een fors bouwwerk met gangen, kamers, rotrondes, verdiepingen en luchtschachten. De kamers zijn netjes gestoffeerd met gras, mos, bladeren, dennennaalden en varens.
Dassenkijkers zullen vaak melden dat ze ook van ongezouten pinda's houden! Als er dassen in uw omgeving zijn, probeer dan fruitbomen en struiken te planten om een voedselvoorraad in uw tuin te creëren. Appel, peer, vlier, wilde appel, hazelaar, lijsterbes, bramen en wilde kers zijn allemaal uitstekende voedselbronnen.
Emelten en engerlingen bestrijden
Er zijn veel middelen in de handel; vaak wordt gebruik gemaakt van aaltjes (nematoden), die de emelt of engerling binnendringen en zorgen dat ze stoppen met eten, waarna ze de emelt of engerling doden en zelf opeten.
Meld een dood dier bij uw plaatselijke gemeente
U kunt dode dieren die u op de weg vindt, melden bij de lokale overheid. Dit geldt voor wilde dieren zoals dassen en vossen, maar ook voor huisdieren zoals katten en honden.
Dassen graven ondiepe gaten in de grond, latrines genaamd, waar ze graag poepen. Ze blijven naar dezelfde plek terugkomen, dus je ziet vaak veel poepen op elkaar gestapeld en deze poepen zijn GROOT!
Steenmarters deponeren net als veel andere roofdieren hun uitwerpselen vaak op dezelfde plek: een latrine. De uitwerpselen, urine en prooiresten kun- nen zich daardoor ophopen en voor stankoverlast zorgen.
De das heeft in Nederland geen natuurlijke vijanden meer.Van oorsprong is de wolf een vijand van de das. De hond is een ver familielid van de wolf, daarom is het niet wenselijk dat honden de burcht betreden.
Dassen kunnen worden afgeschrikt of tegengehouden door stevige, effectieve omheiningen, afgesloten poorten en het gebruik van ultrasone afschrikmiddelen (niet altijd 100 procent effectief, kan duur zijn en kan een impact hebben op andere dieren in de omgeving).
Andere dieren hebben de neiging om hun activiteiten te vertragen als het koud, vochtig of sneeuwachtig is. Dassen vertragen zo erg dat ze met plezier dagen of zelfs wekenlang in een diepe slaap kunnen vallen tijdens barre weersomstandigheden.