In Nederland zijn dit ongeveer 12.000 mensen. Dementie op jonge leeftijd begint meestal tussen de 40 en 65 jaar.
Het belangrijkste risico voor dementie is dus: een oudere leeftijd. Ook als je niet zo gezond leeft, weinig beweegt, rookt, hoge bloeddruk of diabetes hebt of je hersenen niet zo actief houdt, is de kans om dementie te krijgen groter. Maar niet iedereen die ongezond leeft, wordt dement.
Zo gebruiken ze vaak dezelfde woorden, beginnen ze grammaticale fouten te maken en begrijpen ze lange en complexe zinnen minder goed. Gaandeweg krijgen ze ook moeite met abstract denken. Ze kunnen moeilijk de waarde van geld inschatten en kunnen zich moeilijker oriënteren in tijd en ruimte.
1. De eerste fase van dementie. In de eerste fase van dementie zie je de eerste kleine veranderingen in gedrag en persoonlijkheid. Dat kun je merken aan geheugenproblemen, meerdere kleine beroertes of tia's, problemen met spraak- en taal, of egoïstisch en gevoelloos gedrag.
Afhankelijk van het hersengebied dat is aangedaan, kunnen ook motorische veranderingen optreden zoals slecht lopen, verlamming of gevoelsverlies. Dit komt bijvoorbeeld vaak voor bij vasculaire dementie, maar in latere stadia ook bij andere hersenaandoeningen met dementie.
pijn in de rug, nek, of gewrichten. duizeligheid. vermoeidheid.
Frequent en lang slapen overdag komt veel voor bij de ziekte van Alzheimer. Dat komt doordat stoornissen in de hersenen het slaap-waakritme ontregelen. Amerikaanse onderzoekers gingen na of middagdutjes een aanwijzing kunnen zijn om later de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen (1).
De MMSE (Mini-mental state examination) is een vragenlijst die iemand in kan vullen als er een vermoeden is dat diegene geheugenproblemen of dementie heeft. Uit de vragen komt een MMSE-score. Die score maakt duidelijk het gaat met iemands geheugen, taalvermogen en concentratie (cognitieve vaardigheden).
Leeftijd . De grootste risicofactor voor dementie is veroudering. Dit betekent dat naarmate iemand ouder wordt, het risico op dementie sterk toeneemt. Voor mensen tussen de 65 en 69 jaar oud, hebben ongeveer 2 op de 100 mensen dementie.
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. Ook ontstekingen spelen vaak een rol bij dementie.
Mensen met dementie kunnen hun ziekte vaak goed verbloemen. Dit heet 'façade gedrag' en dit is één van de kenmerkende symptomen van dementie.
LATE lijkt qua uiterlijke symptomen heel erg op alzheimer, maar in de hersenen zie je een heel ander beeld en het gaat eigenlijk om een andere ziekte. LATE ontwikkelt zich in een ander gebied van de hersenen dan alzheimer en heeft ook een veel trager verloop.
Ook neemt je hersenvolume bij het ouder worden af. Dit verouderingsproces begint eigenlijk al rond je dertigste, maar op die leeftijd merk je daar nog weinig van. Het is namelijk een heel langzaam proces. Pas vanaf je vijftigste ga je meer merken van de veranderingen in je brein.
Een duidelijk teken van een verslechterende gezondheid is vaker ziek zijn en gevallen van invaliditeit . Uw ouder wordende dierbare is vatbaarder voor verkoudheid, griep, infecties en meer, dus het is belangrijk om ze zo snel mogelijk de juiste zorg te geven. Als u merkt dat ze vaker ziek worden, raadpleeg dan een arts.
Wat is de eerste fase van dementie? In de vroege fase van de ziekte ziet men heel kleine veranderingen in het gedrag of de capaciteiten van de persoon.Vaak valt het als eerste op dat de persoon recente gebeurtenissen vergeet.
Meer dan vergeten te eten
Dit onderzoek laat zien dat gewichtsverlies een direct verband heeft met het ziekteproces, zoals gemeten met de Alzheimer biomarkers. Dat betekent dat gewichtsverlies bij patiënten met dementie door Alzheimer niet alleen komt doordat zij vergeten te eten.
'Mild Cognitive Impairment' (MCI) betekent 'milde cognitieve stoornis'. Iemand met MCI heeft problemen met het geheugen of met een andere hersenfunctie. Maar hij of zij kan nog goed functioneren in het dagelijks leven. MCI kan in sommige gevallen een voorloper van dementie zijn, maar dit hoeft niet.
Dementie herkennen
Overzicht verliezen in drukke situaties zoals op het werk (bij complexe situaties) of in het huishouden. Gedragsveranderingen zoals minder remmingen en/of initiatiefverlies (apathie). Vermindering van de woordenschat en problemen om woorden te vinden. Karakterverandering.
Als de huisarts het vermoeden heeft dat er sprake is van dementie, kan hij of zij een MMSE test afnemen. Deze dementie test geeft geen diagnose, maar geeft een algemeen beeld van iemands geheugen en zijn of haar vaardigheden. Deze dementie test geeft de huisarts een indicatie of het nodig is om nader onderzoek te doen.
Veel mensen met dementie hebben te maken met pijn, maar vaak kunnen ze die zelf niet aangeven. Ze reageren op pijn door bijvoorbeeld het gezicht te fronsen, of door onrustig of geagiteerd gedrag. Ook kan pijn leiden tot angst, depressie en verdere achteruitgang van cognitief functioneren.