Als je afweercellen uit het lichaam haalt, activeert en tot grote hoeveelheden laat groeien (zoals Rosenberg deed), kan je daarmee kankercellen aanvallen en opruimen. Net zoals het lichaam bij virussen en bacteriën doet.
Je immuunsysteem is de afweer van je eigen lichaam. Het beschermt je tegen allerlei ziektes en infecties. En kan ook kankercellen doden en opruimen.
Ook dat kan het lichaam meestal zelf herstellen. Maar helaas is dat niet altijd zo. De genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel regelen, kunnen fouten gaan vertonen. Als er meerdere fouten optreden in dezelfde cel, blijft die cel zich ongecontroleerd delen.
Ongeneeslijk zieke kankerpatiënten genezen soms 'spontaan'. Niet zelden begint de genezing na een zware infectie. Aangezien een infectie het afweersysteem stimuleert, werd de suggestie geopperd dat het afweersysteem op eigen kracht een kankergezwel kan opruimen.
Nederlandse onderzoekers ontdekken nieuwe manier waarop chemotherapie kankercellen kan doden. Het is al bijna een eeuw bekend dat chemotherapie kankercellen doodt. Simpel gesteld wordt de kankercel zo beschadigd, dat de cel geen andere uitweg ziet dan zichzelf te doden, een proces dat apoptose wordt genoemd.
Gemiddelde overleving van kanker
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Gevorderde tumoren kunnen uit zichzelf krimpen (maar dat gebeurt bij slechts 1% van de patiënten) Kunnen tumoren zonder behandeling stoppen met groeien of zelfs krimpen? Het wellicht enigszins verrassende antwoord op die vraag is: ja.
Sommige mensen kunnen, soms met behulp van ondersteunende medicijnen, nog heel lang verder leven omdat er sprake is van een langzaam groeiende kanker (bijvoorbeeld prostaatkanker), terwijl anderen met een agressieve tumor nog maar kort te leven hebben (bijvoorbeeld bij longkanker).
Cijfers verschillen per kankersoort
Maar de overlevingskansen verschillen sterk per soort kanker. Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%).
Ons lichaam kan zichzelf goed herstellen. Denk aan botbreuken en wondjes. Ons eigen lichaam doet dit door op de juiste plek en op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid zogenaamde signaalstoffen af te geven. Een signaalstof is een soort instructie aan de cellen.
Sommige kankers zijn 'slapend': ze groeien niet. Andere kankers groeien wel, maar zeer traag. Soms gebeurt dat over een periode van wel 15 jaar. Bij screening wordt ook in die gevallen alarm geslagen.
Roken en meeroken vormen het grootste risico op kanker.
Om te onderzoeken of je al dan niet kanker hebt, gebeurt meestal een biopsie of een punctie. Daarnaast helpen beeldvorming (onderzoeken zoals CT-scan, MRI, echografie ) en laboratoriumonderzoek (zoals bloed- of urineonderzoek) je arts om een diagnose te stellen en om de beste behandeling te kiezen.
Tumoren kunnen aanzienlijk slinken, of verdwijnen in heel korte tijd. Het eigen afweersysteem heeft de kankercellen opgeruimd. Dit blijkt uit de NICHE-studie van het Antoni van Leeuwenhoek, een vernieuwende klinische fase II studie.
Alvleesklierkanker heeft slechtste overlevingscijfers van alle kankersoorten. Op 15 november is het Wereldalvleesklierkankerdag. Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland.
Immuuntherapie. Bij bepaalde soorten kanker wordt immuuntherapie gegeven. Dit is een behandeling met medicijnen, die het natuurlijke afweersysteem helpt om kankercellen te herkennen en vernietigen. Immuuntherapie werkt niet direct in op de tumor, zoals bijvoorbeeld chemotherapie, maar is gericht op het afweersysteem.
Omdat kanker vaker voorkomt op hogere leeftijd, neemt vooral het aantal oudere patiënten toe. Daarnaast wordt de toename in kankerdiagnoses veroorzaakt door leefstijl. Risicofactoren zijn onder andere roken, alcoholgebruik, weinig lichaamsbeweging en overgewicht. Huidkanker is de grootste stijger.
Met chemotherapie gaan veruit de meeste kankercellen dood, maar een deel blijft leven. En dat is niet per sé een probleem, omdat het programma van de celdeling voorgoed wordt uitgeschakeld.
Hoe langer iemand leeft, hoe groter de kans om tijdens het leven kanker te krijgen. Kanker ontstaat vaak op oudere leeftijd, meer dan 80 procent krijgt de diagnose boven de 60 jaar.
Stoppen met roken, veilig de zon in, gezond eten, minder alcohol en genoeg bewegen bijvoorbeeld.
“Kankercellen hebben suiker nodig” Men weet in de geneeskundige wereld al langer dat tumorcellen op suiker reageren. Misschien heeft de glucose- (suiker)afhankelijkheid van kankercellen te maken met mitochondriën; met hun hulp absorberen gezonde cellen vetten, eiwitten en suiker uit voeding.
Door het delen komen er steeds meer kankercellen bij en wordt de tumor groter. De medicijnen bij doelgerichte therapie moeten ervoor zorgen dat de kankercellen stoppen met delen, dus stoppen met groeien. Ze remmen het signaal dat de cellen nodig hebben om in actie te komen.