De arbeidsarts heeft een taak in arbeidsongeschiktheid maar hij mag nooit controleren of een werknemer al dan niet rechtmatig afwezig is. Hij zal nooit een huisbezoek doen. Dit kan uitsluitend binnen de opdracht van de controlearts.
Hij helpt bij het voorkomen van arbeidsongevallen en beroepsziekten, en bij het voorkomen van werkproblemen zoals stress en burn-out. Hij doet aanbevelingen om de werkpost aan te passen zodat rekening gehouden wordt met de gezondheidsbeperkingen van de werknemer.
Ook kunt u eisen dat uw zieke werknemer naar het spreekuur van de arbodienst of bedrijfsarts komt, als dat mogelijk is. Maar u mag bijvoorbeeld niet van uw werknemer eisen dat die de hele dag thuis is. Ook mag u de arbodienst of bedrijfsarts niet dagelijks laten langskomen als dat niet nodig is.
Wat mag de bedrijfsarts wel bespreken? Er zijn een aantal dingen die de bedrijfsarts of arbo-arts wel met anderen mag bespreken: Hij mag advies geven aan je werkgever over welk werk je kunt doen en voor hoe lang. Hij kan aangeven of jij en je werkgever voldoende doen aan je re-integratie.
Alleen een bedrijfsarts kan bepalen of een zieke werknemer (tijdelijk) arbeidsongeschikt is. Een werkgever kan en mag dat niet beoordelen. Het is dan ook belangrijk dat de werkgever de ziekmelding tijdig doorgeeft aan de bedrijfsarts of arbodienst.
Een bedrijfsarts mag een aantal dingen niet doen: Een bedrijfsarts mag niet eisen dat je weer gaat werken. De bedrijfsarts adviseert je werkgever over jouw arbeidsgeschiktheid of -ongeschiktheid. Meestal volgt de werkgever dit advies.
Bovendien heeft de werknemer, in tegenstelling tot zijn werkgever, altijd het recht het patiëntendossier te raadplegen en er een kopie van te krijgen.De arbeidsgeneesheer en de controlearts zijn gebonden aan het beroepsgeheim. Medische informatie doorgeven aan derden is verboden, tenzij dit wettelijk verplicht is.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Wat zeg je tegen je bedrijfsarts? Als je burn-out1 bent en je kunt niet werken, dan nodigt de bedrijfsarts je uit voor een bezoek. Hij wil onderzoeken waarom je niet kunt werken en zal met je bespreken hoe je zo snel mogelijk weer beter kunt worden. Hij vraagt hoe het met je gaat.
Werkgever en werknemer zijn er bij ziekte samen verantwoordelijk voor dat de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk kan. Bijvoorbeeld met een aangepaste werkplek, andere werktijden of een aangepaste functie. Door het werk aan te passen kunnen zieke werknemers vaak snel weer aan het werk in hun oude functie.
'Bedrijfsartsen zijn niet te vertrouwen. Ze werken veelal vanuit de zakelijke dienstverlening (arbodiensten), controleren de rechtmatigheid van ziekteverzuim en worden betaald door de opdrachtgever: de werkgever of verzekeraar.
Conclusie. Hoewel je werkgever je kan vragen om op gesprek te komen tijdens ziekte, moet dit in het kader van re-integratie zijn en moet er rekening worden gehouden met je gezondheidstoestand.
Mogelijke regels voor doktersbezoek onder werktijd
Je werkgever staat doktersbezoek onder werktijd zonder meer toe. Er wordt dan gewoon doorbetaald. Je moet als werknemer doktersbezoeken aan het begin of aan het einde van je werkdag plannen. Dit heeft te maken met 'goed werknemerschap'.
Indien de arbeidsgeneesheer, in het kader van een re-integratietraject, beslist dat er een mogelijkheid bestaat om de werknemer te re-integreren, dan kan de werkgever, in tegenstelling tot in het verleden, niet meer weigeren om hem een aangepast of ander werk aan te bieden.
Je werkgever kan een bedrijfsarts inschakelen. Die beoordeelt of je ziek bent en of je niet kunt werken. Als deze arts zegt dat je niet ziek bent, moet je dus weer werken. Je kunt je baas ook zelf vragen of ie een bedrijfsarts wil aanschakelen als ie dat nog niet heeft gedaan.
Iemand met een burn-out heeft weinig tot geen energie om simpele taken uit te voeren, laat staan zijn/haar werk op een goede manier uit te voeren. Een burn-out wordt vastgesteld door een huisarts, bedrijfsarts of psycholoog.
Als je overspannen bent, heb je gemiddeld een hersteltijd van elf weken nodig. Of je wel of niet kan (blijven) werken, hangt van jouw situatie af. Soms is het juist goed om wél te blijven werken, maar op een lager pitje. Ondertussen is het belangrijk te kijken naar de oorzaken van je overspannenheid.
De bedrijfsarts mag geen medische informatie aan uw werkgever geven. Dat heeft te maken met uw recht op privacy. Medische informatie is bijvoorbeeld informatie over uw ziekte en uw behandeling.
Het advies van de bedrijfsarts is nooit bindend. Als een werkgever het niet eens is met het advies van de bedrijfsarts, adviseren wij eerst te overleggen met de bedrijfsarts. Zo nodig een kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV.
Uitgangspunt is dat een werknemer zelf bepaalt of en wanneer hij hersteld is van ziekte binnen de eerste twee ziektejaren. In plaats daarvan kan een werkgever de hersteldmelding weigeren en een oordeel van de bedrijfsarts of de arbeidsdeskundige aanvragen over het herstel van de werknemer.
Ja, volgens de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) heeft iedere werknemer het recht een bedrijfsarts te consulteren over individuele, persoonsgerichte gezondheidsvragen in relatie tot het werk. We noemen dit het open spreekuur. Vraag aan uw werkgever of preventiemedewerker hoe u in contact komt met de bedrijfsarts.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van uw zieke werknemer opvragen bij de behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor de verzuimbegeleiding. De arts mag de gevraagde gegevens alleen doorgeven als uw werknemer hiervoor uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven.
Een arbeidsarts is gebonden aan het beroepsgeheim. Hij of zij mag, zonder de toestemming van de werknemer, geen medische informatie delen met de werkgever.
De werknemer mag dit niet weigeren. Een cao of een bepaling in het arbeidsreglement kan erin voorzien dat de werknemer zich gedurende maximum 4 opeenvolgende uren tussen 7u00 en 20u00 in zijn woonplaats (of een aan de werkgever meegedeelde verblijfplaats) ter beschikking moet houden van een controlearts.