Samenstelling is een woordvormingsprocedé waarbij twee of meer woorden die zelfstandig kunnen voorkomen, tot één nieuw woord worden samengevoegd. Voorbeelden: oker + geel => okergeel, hoofd + luis => hoofdluis, voor + deur => voordeur, samen + stellen => samenstellen.
Een samengesteld woord is een woord dat uit twee of meerdere losse woorden bestaat. Deze delen vormen dan samen één nieuw woord. Alle delen van een samengesteld woord kunnen ook los van elkaar gebruikt worden.
Een samenstelling is een combinatie van woorden die samen weer een nieuw woord vormen. Voorbeelden hiervan zijn: fietstas (fiets + tas)
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen. De meeste samenstellingen bevatten een kernwoord.
Simpele regel: altijd aan elkaar
Samenstellingen (woorden uit twee of meer zelfstandige naamwoorden) schrijf je altijd aan elkaar, zonder spaties dus. Het is bijvoorbeeld autoverzekering en niet auto verzekering. Ook langere woorden schrijf je aan elkaar, tenzij er verwarring ontstaat.
Een samengesteld werkwoord is een werkwoord dat is opgebouwd uit twee delen die ook als losse woorden voorkomen. Voorbeelden van samengestelde werkwoorden zijn overdrijven, insmeren, hardlopen en huishouden. Je kunt deze werkwoorden ook gewoon samenstellingen noemen.
Een moleculaire verbinding bestaat gewoonlijk uit twee of meer niet-metalen elementen. Moleculaire verbindingen worden benoemd met het eerste element eerst en dan het tweede element door de stam van de elementnaam plus het achtervoegsel -ide te gebruiken . Numerieke voorvoegsels worden gebruikt om het aantal atomen in een molecuul aan te geven.
Een voorvoegsel dat we in deze periode ontleend hebben, is het voorvoegsel aarts-, vanuit het Kerklatijn. Aanvankelijk kwam dit voor in de Latijnse leenwoorden aartsbisschop, aartsengel en aartsvader. Het voorvoegsel werd productief in woorden als aartsbedrieger en aartsvijand.
Jazeker. Het woord uitgang bestaat uit het voorzetsel uit en het zelfstandige naamwoord gang.Die 2 zijn prima apart te gebruiken.
Meervouden en verkleinwoorden zijn ook afleidingen. Voorbeelden: vriend + en = vrienden vriend + je = vriendje 1 Afleidingen gezocht!
In de wetenschap, een substantie die bestaat uit twee of meer verschillende elementen die chemisch zijn samengevoegd . Voorbeelden van verbindingen zijn water (H2O), dat bestaat uit de elementen waterstof en zuurstof, en keukenzout (NaCl), dat bestaat uit de elementen natrium en chloride.
Woordcombinaties zijn vaste combinaties van woorden, zoals hulp bieden aan, aandacht besteden aan, een gesprek voeren. Een werkwoord met een vast voorzetsel: denken aan, ingaan op. Een zelfstandig naamwoord met een werkwoord: een gesprek voeren, een verzoek indienen.
Een samengesteld woord is een vereniging van twee of meer woorden, met of zonder koppelteken . Het brengt een eenheidsidee over die niet zo duidelijk of snel wordt overgebracht door de componentwoorden in niet-verbonden opeenvolging.
Zo-even is een samenstelling en betekent 'een paar momenten geleden, daarnet'. Vergelijkbare samenstellingen zijn zojuist, zonet, zopas en zostraks. Je kunt zo en even niet zomaar aan elkaar schrijven, want dan krijg je zoeven.
Als je niet weet hoe je een samenstelling moet schrijven, dan kun je het woord natuurlijk ook opzoeken in een woordenboek. Het woordenboek geeft altijd de juiste schrijfwijze van de samenstelling. Helaas geeft de spellingcontrole op de computer vaak een fout advies over samenstellingen.
Samenstellingen zijn twee of meer samengevoegde woorden die ook als afzonderlijk woord kunnen voorkomen (keuze + vak = keuzevak). In het Nederlands schrijf je samenstellingen in principe aan elkaar, ook als het een combinatie betreft van ingeburgerde Nederlands-Engelse woorden of Engels-Engelse woorden.
In informeel taalgebruik kan omstebeurt wel gebruikt worden. In wat formelere contexten past dat woord niet goed. In de hedendaagse woordenboeken, zoals die van Prisma en Van Dale, komen om de beurt, om beurten én omstebeurt voor. Bij omstebeurt staat wel vermeld: 'informeel'.
Het woord jazeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Mee kan deel uitmaken van een scheidbaar samengesteld werkwoord. Bijvoorbeeld: meebepalen, meebuigen, meedansen, meedelen, meedoen, mee-eten, meefeesten, meefietsen, meegaan, meehelpen, meekomen, meeondertekenen.
De voorvoegsels aarts-, hyper-, mega-, super-, über- en ultra- hebben een versterkende betekenis.
In de literatuur is een aartsvijand (soms gespeld als arch-enemy ) of nemesis de belangrijkste vijand van de hoofdpersoon - of soms een van de andere hoofdpersonages - die verschijnt als de meest prominente en bekendste vijand van de held.
Om hoofdgroepkationen te benoemen, verwijzen we er eenvoudigweg naar als de naam van het element + "ion" . Om hoofdgroepanionen te benoemen, voegen we het achtervoegsel -ide toe aan het einde van de naam van het element. Kationen en anionen combineren om ionische verbindingen te vormen. Ionische verbindingen worden benoemd met het kation als eerste en het anion als laatste.
Een voornaam is in de antroponymie een eigennaam die een kind bij de geboorte gegeven wordt en die in de westerse cultuur, met uitzondering van de Hongaarse, voor de achternaam geplaatst wordt. De voornaam onderscheidt in de westerse culturen iemand van anderen met dezelfde achternaam.
Je kunt dat op twee manieren doen: door nevenschikking of door onderschikking. Nevenschikking wil zeggen dat de zinnen gelijkwaardig aan elkaar zijn; je verbindt dan twee hoofdzinnen aan elkaar. Dat doe je met een van de voegwoorden en, of, maar, want of dus of met een puntkomma.