De hoogte van de afschrijving hangt af van de gebruiksduur van het pand. Meestal is de gebruiksduur van een pand 30 tot 50 jaar. U moet rekening houden met een restwaarde van het pand. Dit is de waarde die het pand heeft aan het einde van de gebruiksduur.
Net als bij andere afschrijvingen, is het bij een auto noodzakelijk om op de volgende zaken te letten: Aanschafkosten, gebruiksduur en restwaarde.
Voorbeeld 2: een smartphone van de zaak afschrijven. Je koopt een nieuwe smartphone van € 1000 op de zaak. Dit type bedrijfsmiddel moet je van de Belastingdienst in 5 jaar compleet afschrijven; er blijft dus geen restwaarde over. De berekening is dan als volgt: € 1.000 ÷ 5 = € 200.
De restwaarde auto berekenen kan door een percentage van de catalogusprijs van de auto af te trekken. Dit percentage wordt gebaseerd op de populariteit van het merk, model en de kilometerstand. De restwaarde van een auto is een individueel bedrag.
Een nieuwe auto schrijft namelijk het meeste af in de eerste 3 jaar. Een nieuwe auto is na 5 jaar gemiddeld zo'n 50% jaar minder waard. Wanneer je een occasion aanschaft scheelt dit dus een heleboel met betrekking tot de afschrijvingskosten.
Na het meenemen van de afschrijving blijft de restwaarde van de auto over. Het is het geschatte bedrag dat het voertuig waard is aan het einde van de lease. Met andere woorden, het is de afkoopsom en wat u betaalt als u besluit de auto te kopen wanneer de lease afloopt.
Autoleasebedrijven gaan doorgaans voor een hoge restwaarde , omdat dit betekent dat u als lessee elke maand minder betaalt. U kunt het verschil gebruiken om andere dingen te betalen of een duurdere auto te kopen dan u anders zou kunnen betalen.
De restwaarde, ook wel bekend als salvage value, is de geschatte waarde van een vast actief aan het einde van de leasetermijn of nuttige levensduur . In leasesituaties gebruikt de lessor de restwaarde als een van de primaire methoden om te bepalen hoeveel de lessee betaalt in periodieke leasebetalingen.
Vaak wordt de boekwaarde verwart met de restwaarde. De restwaarde is een bedrag oftewel waarde wat een activa nog opbrengt na de afschrijvingsperiode. De boekwaarde is echter de waarde waarvoor iets nog in de boeken staat.
De restwaarde van een auto is hoeveel je van de oorspronkelijke aankoopprijs op dit moment kan terugverdienen door de auto te verkopen.
U mag per jaar maximaal 20% van de aanschafprijs afschrijven. Voor uw laptop is dat 20 ÷ 100 × € 1.000 = € 200. Dat past mooi in 5 jaar.
Bij onroerend goed wordt vaak het volgende systeem gehanteerd: de historische kosten worden uitgesplitst in kosten voor de grond/terreinen (= de restwaarde) en de kosten voor de opstal (restwaarde is nihil).
De formule voor deze berekening van de afschrijving luidt: afschrijving per jaar = (aanschafkosten - restwaarde) : vermoedelijke gebruiksduur.
Als zelfstandige, of dat nu in een eenmanszaak of vennootschap is, kan je de aankoop en kosten van een auto fiscaal inbrengen. En het goede nieuws is: de auto hoeft niet splinternieuw te zijn, ook tweedehandswagens zijn fiscaal aftrekbaar!
Naast de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen is er in 2023 een eenmalige nieuwe regeling willekeurige afschrijving. Deze regeling geldt voor bepaalde nieuwe bedrijfsmiddelen. Die bedrijfsmiddelen kunt u voor maximaal 50% willekeurig afschrijven.
De restwaarde moet je gebruiken in de berekening van de afschrijfkosten. Hiervoor heb je ook de aanschafkosten en de geschatte levensduur nodig.
Voor het berekenen van de restwaarde zijn twee cijfers nodig, namelijk de geschatte restwaarde en de kosten van de afstoting van de activa. De restwaarde is gelijk aan de geschatte restwaarde minus de kosten van de afstoting van de activa .
Schrootwaarde is de waarde van de afzonderlijke componenten van een fysiek actief wanneer het actief zelf niet langer bruikbaar wordt geacht. Nadat een langetermijnactief, zoals machines, voertuigen of meubels, zijn nuttige levensduur heeft gehad, kan het worden afgevoerd. Schrootwaarde staat ook bekend als restwaarde, bergingswaarde of breekwaarde .
Restwaarde: Dit cijfer is ook niet onderhandelbaar , omdat het rekening houdt met afschrijvingen en branchegegevens. Bovendien kan het te veel verlagen van de restwaarde betekenen dat de dealer geld verliest als u besluit de auto te kopen in plaats van hem in te leveren.
De dagwaarde is hierbij de waarde van de auto voordat het ongeval plaatsvond.De restwaarde is de waarde van de auto na het ongeval. De autoverzekeraar houdt met beide bedragen rekening tijdens het vaststellen van de schadevergoeding. Deze betaalt het verschil tussen de dagwaarde en de restwaarde.
De restwaarde wordt bepaald wanneer de lease start. Het aflossingsbedrag is het bedrag dat u voor de auto zou betalen als u deze zou kopen voordat de lease is afgelopen. Het aflossingsbedrag omvat de restwaarde van de auto en het bedrag dat u er al voor hebt betaald .
De restwaarde is het verschil tussen de aanschafkosten en de kosten van afschrijving. De formule: Aanschafwaarde – de afschrijvingskosten per jaar (x het aantal jaar) = restwaarde. Het is belangrijk om vooraf in te schatten hoe lang je van een bepaald product gebruik wenst te maken.