Er zijn verschillende soorten bijzonder onderwijs, namelijk: Religieuze scholen, zoals protestantse, joodse, islamitische, katholieke, hindoestaanse of reformatorische scholen. Algemeen bijzondere scholen, zoals Dalton, Jenaplan, Montessori of Vrijescholen.
Dalton is geen methode of systeem, maar een praktisch onderwijsplan voor basis- en voortgezet onderwijs. Op daltonscholen ligt de focus op vijf kernwaarden: (1) samenwerking, (2) vrijheid en verantwoordelijkheid, (3) effectiviteit, (4) zelfstandigheid en (5) reflectie.
De Dalton Vakopleiding (DVO) is bedoeld voor doeners. Er kan bij de start van leerjaar 3 of 4 begonnen worden met de Dalton Vakopleiding. Er wordt via deze weg een basis leerwerktraject- diploma gehaald, waarmee een doorgang naar MBO niveau 2 mogelijk is binnen de gekozen richting.
Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen; Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch); Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
type 4: lichamelijke handicaps. type 5: zieke of herstellende leerlingen. type 6: visuele handicaps.
Speciaal onderwijs biedt de nodige ondersteuning voor kinderen met specifieke leerbehoeften, terwijl bijzonder onderwijs, onderwijs biedt vanuit een specifieke religieuze of filosofische overtuiging.
Als een kind initiatiefrijk is, goed kan plannen en organiseren, en sociaal vaardig is, kan het daltononderwijs een hele goede keuze zijn. Echter, voor kinderen die meer structuur en begeleiding nodig hebben, kan het volgen van daltononderwijs negatief uitpakken en de ontwikkeling remmen.
Het verschil zit voornamelijk in hoe taken en opdrachten gegeven worden. Op een Daltonschool zijn de instructies vaak specifiek en gericht, terwijl je kind op een Montessorischool nog veel zelf moet ontdekken.
Daltononderwijs is voor elk kind geschikt. Geen enkel kind is echter hetzelfde. De basisschool moet hier rekening mee houden. Dat geldt voor een gewone basisschool en voor een Daltonschool.
Naast openbaar onderwijs is er bijzonder onderwijs. Bijzondere scholen geven les vanuit een godsdienst, levensovertuiging of een speciale visie op het onderwijs. Zowel openbare als bijzondere scholen worden betaald door de overheid.
Speciaal onderwijs is voor leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking en voor leerlingen die psychische problemen of gedragsproblemen hebben. Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die zich in het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen.
Een van de grootste verschillen met Montessori is dat op Daltonscholen het werken in groepen een meer structurele rol speelt . Op Daltonscholen is er ook meestal één leeftijdsgroep per klas en wisselen ze vaak elk jaar van leerkracht.
De meerwaarde van Daltononderwijs ligt in het feit dat het leerlingen niet alleen voorbereidt op het verwerven van kennis, maar ook op het ontwikkelen van vaardigheden die ze in hun verdere leven kunnen toepassen, zoals zelfsturing, flexibiliteit en samenwerking.
In tegenstelling tot montessori en jenaplan is dalton geen methode of systeem, maar een praktisch onderwijsplan: het Dalton Plan. Het draait hier vooral om zelfstandigheid en samenwerken. Helen Parkhurst is de bedenker van dit onderwijsconcept. Op een daltonschool werken leerlingen met dag- of weektaken.
Daltononderwijs is een onderwijssoort waarbij de nadruk ligt op keuzevrijheid voor de leerling, samenwerking met andere leerlingen en de ontwikkeling van zelfstandigheid. De scholen vallen in Nederland zowel onder het algemeen bijzonder onderwijs als het openbaar onderwijs.
Montessori onderwijs is met name geschikt voor kinderen die zelfstandigheid, vrijheid en autonomie waarderen. Kinderen die graag op hun eigen tempo willen werken en interesse hebben in zelfontdekking en zelfgestuurd leren, kunnen zich goed voelen in een Montessori omgeving.
Jenaplan houdt stamgroepen aan. Dat zijn groepen waarin kinderen van 3 verschillende leerjaren bij elkaar zitten. Het idee van de stamgroepen is simpel: ieder kind krijgt de gelegenheid zich op zijn eigen tempo te ontwikkelen. Daarnaast kunnen oudere kinderen hun jongere groepsgenootjes helpen.
Dalton School heeft door de jaren heen erkenning gekregen en is daarmee een topschool in New York geworden. Het staat op #11 in Best Private High Schools in New York en is een van de meest gewilde scholen voor families in de omgeving en zelfs buiten de staat.
Daltonscholen onderschrijven dat het onderwijs een brede functie heeft. Onderwijs behoort kinderen en jeugdigen niet alleen intellectueel, maar ook cultureel en moreel te vormen, zodat ze zelfredzaam en sociaal verantwoordelijk worden: geoefend in, gewend aan en voorbereid op leven, werken en samenleven.
Speciaal onderwijs is onderwijs dat bedoeld is voor kinderen die veel hulp op school nodig hebben. De redenen waarom de leerlingen hulp nodig hebben zijn heel verschillend. Zo zijn er speciale scholen voor kinderen die bijvoorbeeld blind of slechtziend zijn, problemen met gedrag hebben of moeilijk kunnen leren.
Een leerling is toelaatbaar tot het SBO als een basisschool niet kan voorzien in de genoemde ondersteuningsbehoeften. Minstens 2 aspecten moeten aan de orde zijn. Leerlingen heeft GEEN IQ lager dan 55. aandacht dan in het regulier onderwijs mogelijk is.
Cluster 2: Scholen voor kinderen met communicatieve problemen, waaronder autisme, slechthorendheid en kinderen met erstige spraak-taalproblemen. Cluster 4: Scholen voor kinderen met ernstige problemen in het gedrag, met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen.
In Nederland kennen we openbaar en bijzonder onderwijs. Een bijzondere school verzorgt onderwijs vanuit een onderwijspedagogische of een levensbeschouwelijke (godsdienstige) opvatting en een openbare school doet dat niet.