Als vuistregel geldt bij aanplant: 1 boom per 4 vierkante meter, ofwel 2.500 bomen per hectare.
We planten ongeveer 1 boom per 5 m², dus zo'n 2.000 per hectare (10.000 m²). De bomen worden geplant met een lengte van 80 à 120 cm. Een boom groeit zo'n 50 cm per jaar.
Ter info: gangbare plantafstanden in de rij voor een aaneengesloten kronenrij zijn: 10-15 m voor bomen hoger dan 12 m;6-10 m voor bomen tussen 6 en 12 m hoog.
Voor gemiddelde groeiers mag je uitgaan van 7 tot 9 planten per m2. Maar bij planten die hoger worden dan 1 meter is dat te veel. Voor de grotere soorten is 3 tot 5 planten per m2 voldoende. Bij grotere grassoorten is 1 tot 3 per m2 zelfs al meer dan genoeg.
Dit betekent dat je ongeveer 45 bomen nodig hebt om een ton CO2 te reduceren in de vorm van CO2-compensatie. Ooit wel eens nagedacht hoeveel bomen je moet planten als je CO2 compenseert? De CO2-uitstoot van een gemiddelde auto van ongeveer 5.000 kilometer zou je ongeveer 20 bomen per jaar moeten planten.
Compensatie van CO2-uitstoot en CO2-voetafdruk
Om een vlucht te compenseren, zou je 281 bomen moeten planten om de CO2-uitstoot in een jaar te verwijderen. Voor een langeafstandsvlucht zou het planten van 3 bomen de uitstoot over 25 jaar compenseren. Een geverifieerd koolstofkrediet voor 1,65 ton kost daarentegen ongeveer £ 20.
Als samenvatting uit de diverse studies kunnen we concluderen dat de jaarlijkse CO2-compensatie varieert tussen 21,77 kg CO2/boom tot 31,5 kg CO2/boom. Om 1 ton CO2 te compenseren zijn er vervolgens 31 tot 46 bomen nodig. In Europa staan er per hectare 300 tot 500 bomen.
Dit betekent het aantal planten per vierkante meter ongeveer in onderlinge plantafstand: 5 planten per m2 = 42 cm uit elkaar. 7 planten per m2 = 37 cm uit elkaar. 9 planten per m2 = 32 cm uit elkaar.
Meet je border: hoeveel vierkante meter wil je vullen? En weet dan: gemiddeld gaan er zo'n 9 planten per vierkante meter. Maar het kan nogal verschillen: van sommige planten heb je er 15 nodig om een vierkante meter te vullen, en een vlinderstruik die heel groot wordt vult zo een halve vierkante meter.
Bomen staan vaak uit elkaar op basis van hun volwassen bladerdak. Boomafstanden van 50 tot 60 voet zijn gebruikelijk. Dit zorgt ervoor dat de open, volwassen vorm van de boom zich kan ontwikkelen (onderste foto). Er zijn ook mooie voorbeelden van bomen in stedelijke en voorstedelijke landschappen die veel dichter bij elkaar staan (bovenste foto's).
Wanneer moet ik mijn boom planten? De beste periode om je bomen te planten zijn in het najaar van oktober tot december en in het voorjaar van Januari tot april. Bomen met kale wortel zijn in het najaar in rust en kunnen dan uit de grond gehaald worden. Vervolgens kun je ze direct in je tuin aanplanten.
Wanneer bomen te dicht op elkaar worden geplant, wordt het risico dat ziektes zich tussen de bomen verspreiden aanzienlijk groter . Schimmelsporen en ziekteverwekkers kunnen snel van de ene boom naar de andere springen wanneer ze in de buurt zijn.
Toegestane hoogte
De boom mag niet hoger zijn dan de schutting of scheidsmuur. Als de schutting 2 meter hoog is, mag de boom ook maximaal 2 meter hoog zijn. Er zijn geen regels voor de maximale hoogte van de boom.
Reken gerust één boom per vierkante meter grond.
Over het algemeen is de aanbevolen dichtheid 3 per meter ; dit komt omdat ze een veel bossigere opgaande groei hebben dan een 5L pot (die ook een plantadvies van 3 heeft). Voor hogere kluitplanten, tot en met 120 cm, raden we 1,5-2 kluitplanten per meter aan.
Van haagplanten tussen de 100 en 200 centimeter heeft u er meestal 3 per strekkende meter nodig. Voor andere haagconiferen geldt dat u er gemiddeld 6 per meter nodig heeft als u voor kleine, jonge boompjes kiest. Voor wat grotere bomen die 60 tot 120 centimeter tellen heeft u er ongeveer 3 per meter nodig.
In het zogenaamde Veldwetboek staat dat hoogstammige bomen op 2 meter van de scheiding moeten staan en laagstammige (en levende hagen) op 50 centimeter.
Voor heggen tot 100 centimeter hoogte kan je het beste drie tot vier planten per strekkende meter inplannen, voor heggen tot 250 centimeter hoogte zijn ongeveer twee tot drie planten per strekkende meter nodig.
Globaal zijn er per m² 11 planten nodig. De onderlinge afstand bij lage plantjes ligt tussen de 20 en 25 cm. Middelhoge plantjes worden op een onderlinge afstand van 35 tot 40 cm geplant. Voor grote planten kan een afstand van 50 tot 75 cm gerekend worden.
Bomen die het beste in staat zijn om naast fijnstof ook CO2 op te nemen zijn de: douglas, sneeuwbak, vlinderstruik, gelderse roos, veldesdoorn en de haagbeuk. Het is echter ook van belang om naast de boomsoort naar meerdere factoren te gaan kijken, zoals de bodem en de wijze van aanplanten.
Om de verschillende studies samen te vatten, kan worden geconcludeerd dat de jaarlijkse CO2-compensatie varieert van 21,77 kg CO2/boom tot 31,5 kg CO2/boom. Dit betekent dat één ton CO2 kan worden gecompenseerd door 31 tot 46 bomen . Europa heeft 300 tot 500 bomen per hectare.
– Esdoorn (Acer spp.): Esdoorns zijn iconische bomen die bekend staan om hun kleurrijke herfstbladeren en schaduwrijke kruinen. Deze bomen zijn uitstekende zuurstofproducenten en gedijen goed in verschillende klimaten over de hele wereld.