De diagnose primaire leverkanker wordt gesteld op basis van een CT- of MRI-scan van de buik of een leverbiopsie. Na het multidisciplinaire overleg ontmoet u op de polikliniek een specialist van het team. Vaak zal dit een maag- darm- leverarts zijn, en het is ook mogelijk dat u een medisch oncoloog of chirurg ontmoet.
Bij een vermoeden van leverkanker wordt vaak een bloedonderzoek aangevraagd. Aan de hand van waarden in uw bloed kan de leverfunctie worden bepaald. Ook kan er worden vastgesteld of er sprake is van ophoping van gal in de galwegen. Verder wordt het gehalte van bepaalde eiwitten, zogenaamde tumormarkers, gemeten.
Bloedonderzoek: Een bloedonderzoek om te bepalen hoe goed de lever werkt. Echografie: Beeldvorming van de buik. Met geluidsgolven worden organen en weefsels zichtbaar gemaakt. CT-scan of MRI-scan: Driedimensionale röntgenopnames om tumoren in organen en weefsels in beeld te brengen.
Patiënten met leverkanker kunnen verhoogde concentraties van AFP in hun bloed hebben. Het is belangrijk te begrijpen dat sommige patiënten met leverkanker geen verhoogde AFP zullen hebben. Een verhoogde AFP kan bovendien ook aanwezig zijn in andere aandoeningen.
Om te onderzoeken of er een tumor in je lever zit, krijg je meestal eerst een echografie, vooral als je symptomen van geelzucht hebt.Als het nodig is, krijg je ook nog een CT-scan of MRI-scan van je bovenbuik.Mogelijk krijg je ook een fibroscan.
De artsen kunnen in je bloed onder andere tumormarkers of tumormerkers meten. Dat zijn stoffen, meestal eiwitten, die je lichaam maakt als reactie op kanker of die door de kanker zelf gemaakt worden. Voorbeelden zijn CEA (bij dikkedarmkanker, maagkanker en pancreaskanker) en PSA (bij prostaatkanker).
Onderzoek en diagnose
Een echografie van de lever als eerste onderzoek, om te kijken of er uitzaaiingen in de lever zijn. Een CT-scan of MRI-scan om te bepalen of we de levermetastasen chirurgisch kunnen verwijderen. Een leverpunctie (leverbiopsie) van het gezwel, om de diagnose te stellen.
Wat betekent een te hoge ALAT waarde? Een te hoge ALAT waarde kan wijzen op leverbeschadiging of -ontsteking. Dit kan verschillende oorzaken hebben, waaronder virale hepatitis, overmatig alcoholgebruik, medicijngebruik en leververvetting.
De lever zit in de buik en is belangrijk voor de spijsvertering. Leverkanker wordt meestal pas laat ontdekt. De overlevingskansen zijn daardoor niet goed. Na 5 jaar is nog maar 20% van de mensen met leverkanker in leven.
Wanneer je last hebt van je lever, kun je een vage, meestal milde pijn voelen in je rechterbuik in het gebied rondom de lever. Ook is het mogelijk dat je last hebt van je spieren.
GAMMA GT (GGT)
De normale waarde voor mannen is 10-40, voor vrouwen 6-25. Gamma GT is een enzym dat onder andere voorkomt in de lever. Gamma GT geeft de leverschade aan door alcohol, meer dan de waarden op ASAT en ALAT.
De gemiddelde leeftijd op het moment van de diagnose ligt tussen de 50 en 60 jaar. In Azië en Afrika wordt de diagnose meestal al gesteld tussen de 40 en 50 jaar. WAT ZIJN DE OORZAKEN VAN LEVERKANKER?
CT-scan. Om vast te kunnen stellen hoeveel en op welke plaatsten in de lever zich uitzaaiingen bevinden wordt doorgaans een CT-scan gemaakt. Aan de hand van het aantal en de grootte van de uitzaaiingen wordt een behandelplan voor de lever opgesteld.
Bij mensen met licht verhoogde ALT-waarden (< 3x de bovengrens) moet de arts de rol van alcohol en obesitas inschatten. Bij dagelijks alcoholgebruik van > 40 gr bij vrouwen en > 60 gr bij mannen zal de arts denken aan door alcohol veroorzaakte leverschade en zo nodig levensstijladvies geven.
ALAT komt hoofdzakelijk voor in de lever, terwijl ASAT ook in andere weefsels voorkomt. Een verhoogde ALAT-activiteit duidt daarom op leverschade, maar ASAT is daarbij meestal ook verhoogd.
De TSH-waarde is een indicatie hoe de schildklier functioneert. Als er te weinig schildklierhormoon in het lichaam is, maakt de hypofyse veel TSH. Je noemt dit ook wel een (te) traag werkende schildklier of hypothyreoïdie. De TSH-waarden in het bloed is dan (veel) hoger dan normaal.
Dat kan op verschillende manieren: via een echografie, een CT-scan en een MR-scan. Het belangrijkste onderzoek om vast te stellen of de knobbel wel of geen kanker is, is een punctie of een biopsie.
De arts onderzoekt uw bloed op alfa-foetoproteïne (AFP). AFP is een eiwit in het bloed. Als het APF verhoogd is, kan er sprake zijn van leverkanker.
Afhankelijk van het soort weefsel, duurt het vaak van enkele dagen tot ongeveer 2 weken voordat u de uitslag krijgt. U krijgt de uitslag van uw behandeld arts. U mag na het onderzoek, in overleg met uw arts, weer gewoon eten en drinken.
Bloedonderzoek. Een bloedonderzoek is meestal de eerste stap om te bepalen of er sprake is van leverkanker of niet. Ook kunnen bepaalde levertesten afgenomen worden om de functie van de lever op te volgen. Een specifieke bloedtest die wordt afgenomen bij het opsporen van leverkanker is het alfa-foetoproteïne.
Een hogere CRP waarde kan wijzen op verschillende gezondheidsproblemen: waaronder infecties, hartziekten en zelfs kanker.