In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn.Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen.
Iedereen is weleens angstig en dat is maar goed ook. Angst waarschuwt ons voor gevaar. Als je angstig bent, kun je last hebben van lichamelijke klachten, zoals trillen, duizeligheid, misselijkheid, hartkloppingen, zweten, een droge mond. Je kunt bang zijn in bepaalde situaties of voor bepaalde dingen.
Ademnood of het gevoel hebben dat je stikt. Duizeligheid of het gevoel hebben flauw te vallen. Trillen. Misselijkheid en diarree.
Bij angst kan er ook tijdelijk teveel cortisol zijn, dit is een van de belangrijkste stresshormonen. Ook de verbinding tussen bepaalde hersengebieden (hypothalamus, hypofyse en bijnierschors) lijkt bij mensen met een angststoornis in de war. Deze hersengebieden zijn belangrijk bij de stressreactie van je lichaam.
De hippocampus en de amygdala kunnen elkaar beïnvloeden. Zij kunnen daarmee een emotie oproepen of versterken. Op basis van een angstige herinnering kan de hippocampus de amygdala alarmeren om klaar te staan om te vechten of vluchten.
Wanneer je lichaam zich in een gevaarlijke situatie bevindt, worden de neurotransmitters in dit deel van je brein actief. Dat zijn stoffen als serotonine, dopamine, en noradrenaline. Die stoffen maken je lichaam in bepaalde situaties alert en zorgen dat je direct kan reageren met een vecht- of vluchtreactie.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Een trigger is een prikkel of een situatie die een sterke emotionele reactie veroorzaakt bij iemand met een trauma. Het kan iets zijn dat een direct verband heeft met het trauma, zoals een geluid, geur of beeld, maar het kan ook een indirecte associatie zijn die de herinneringen aan het trauma oproept.
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een van de meest effectieve vormen van psychotherapie voor angststoornissen. Het helpt bij het identificeren en uitdagen van negatieve denkpatronen en gedragingen die de angst voeden. Je leert je anders te gedragen in situaties waar je angst van krijgt.
Houdt die spanning te lang aan, dan verliezen we de prettige effecten ervan. Je hoofd raakt dan uitgeput en de invloed van stress gaat tegen je werken: je merkt dat je flink gaat piekeren, dat je je somber, geprikkeld en onzeker voelt, en dat vergeetachtig en lusteloos bent.
Het leren van ontspanningstechnieken kan je helpen met de mentale en fysieke gevoelens van angst. Het kan helpen om je schouders te laten zakken en diep adem te halen. Of stel je voor dat je op een ontspannende plek bent. Je kunt ook complementaire therapieën of oefeningen proberen, zoals massage, tai chi, yoga, mindfulnesstechnieken of meditatie.
In het onderzoek van Joseph Ledoux werd gevonden dat een klein gebied in de hersenen vooral betrokken is bij de regulatie van negatieve emoties, zoals angst en agressie: de amygdala, de twee amandelvormige kernen in de voorhersenen.
Zodra je angst herkent, gaat je amygdala (klein orgaan in het midden van je hersenen) aan het werk. Het waarschuwt je zenuwstelsel, wat de angstreactie van je lichaam in gang zet.
Angst en paniekaanvallen: Serotonine draagt bij aan het reguleren van de stemming. Een verlaagde hoeveelheid aan serotonine kan niet alleen leiden tot depressieve gevoelens, maar kan ook een verhoogde mate van paniek en angst veroorzaken. Bovendien kan dit gepaard gaan met fobieën en obsessieve gedachten.
Voorbeelden zijn citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline. Venlafaxine regelt in de hersenen hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Het vermindert algemene angstgevoelens en gespannenheid.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
Dat kan bijvoorbeeld door rustig te ademen, met yoga, meditatie of ontspanningsoefeningen. U kunt ook gaan wandelen of iemand opbellen. Zoek steun bij mensen die u vertrouwt en leg uit waar u last van heeft. De meeste mensen hebben hier begrip voor.
Opgekropt verdriet, stress, en de pijn van een 'gebroken hart' zet zich vaak vast in de borstkas, vaak ter hoogte van het hart. In de reflexologie wordt spierspanning in de middenrug vaak gelinkt aan een gevoel van hopeloosheid, machteloosheid en onzekerheid.
Angst voel je bij dreigend gevaar. Dat is nuttig: een hormoon dat we adrenaline noemen, komt vrij als je angst voelt. Daardoor kun je vechten of vluchten. Maar sommige mensen zijn angstig zonder dat ze in echt gevaar zijn.
Veelvoorkomende angsten zijn scheidings- en verlatingsangst. Deze angst laat zien dat kinderen zich aan het hechten zijn.