De frikandel wordt in 1954 uitgevonden door slager Gerrit de Vries uit Dordrecht. In dat jaar verandert de wetgeving rond de gehaktbal, waardoor zijn eigen gehaktbal niet meer aan de eisen voldoet. Op aanraden van een Duitse klant verandert hij zijn bal daarom in een staaf en geeft er de naam frikadel aan.
Het begon allemaal in 1954 toen de eerste frikandel werd geïntroduceerd in de Nederlandse stad Dordrecht. Gerrit de Vries maakte toentertijd gehaktballen die hij vervolgens verkocht aan de horeca. Veel mensen waren groot liefhebber van zijn ronde gehaktwonderen.
De oudste Nederlandse kroketten dateren van 1830. In de 19e eeuw werd gaar restvlees verwerkt tot een gepaneerde kroket om het vlees langer te kunnen bewaren. In deze tijd was het een chic tussengerecht, maar in de Tweede Wereldoorlog evolueerde de kroket tot een echte snack. De rest is geschiedenis.
De frikandel bevat gewoon vlees: kippenvlees, varkensvlees en ja. heel soms ook een klein beetje paardenvlees. Het hoofdbestanddeel van de snack is separatorvlees. Dat zijn kleine restjes vlees die aan het karkas blijven zitten nadat de filet, borst en andere grotere stukken van de kip zijn afgesneden.
In 1954 maakte slagersknecht Gerrit de Vries gehaktballen voor de horeca. Er ontstond echter een probleem, de warenwet gooide roet in het eten, en Gerrit diende een wijziging door te voeren om zijn gehaktballen te kunnen verkopen aan de horeca. Echter veranderde hij niets aan het recept, maar aan de vorm.
Het zal voor sommigen een schok zijn, maar Nederland heeft een ander soort hotdog. Het heet Frikandel en het is gemaakt van een combinatie van vleessoorten, waaronder paard . Het lijkt op het eerste gezicht heel verontrustend, maar misschien is het helemaal niet zo verschrikkelijk.
Om wat voor producten gaat het? In Nederland wordt paardenvlees in verschillende vormen verkocht: als paardenbiefstuk of paardenrookworst, maar ook verwerkt in bijvoorbeeld ingeblikt stoofvlees, en snacks zoals vleeskroketten, gehaktstaven en bitterballen.
Gefrituurd bevat een kroket gemiddeld 21 meer calorieën dan een frikandel. Dit komt omdat de kroket meer vet opneemt tijdens het frituren. Kleine side note: we weten allemaal dat een frikandel met saus – welke dan ook – een stuk lekkerder is, waar de kroket slechts met een laagje mosterd een hemels niveau bereikt.
van Vanreusel: mechanisch ontbeend kippenvlees 43,8 %, varkensspek 17 %, paardenvlees 8 %. Een aandeel van 68,8 % vlees. Het is dus een fabeltje dat er geen vlees in een frikandel zit.
Een frikandel wordt gemaakt van kippenvlees, varkensvlees en in inderdaad heel soms een klein beetje paardenvlees. Voor het grootste deel bestaat de frikandel uit kippen separatorvlees. Kippen separatorvlees zijn de restjes vlees die aan het karkas blijven zitten nadat de grotere delen van de kip afgesneden zijn.
Schotse en Zweedse archeologen melden in het blad Royal Society Open Science dat ze in het steentijddorp Skara Brae op de Orkney Eilanden de oudste snack ter wereld hebben aangetroffen: gebakken Orkney-woelmuis, Microtus arvalis orcadensis.
Een kroket (/kroʊˈkɛt/) is een gefrituurd broodje dat zijn oorsprong vindt in de Franse keuken , en bestaat uit een dikke binder gecombineerd met een vulling, die vervolgens gepaneerd wordt. Het wordt wereldwijd geserveerd als bijgerecht, snack of fastfood. De binder is meestal een dikke bechamelsaus of bruine saus, aardappelpuree, tarwemeel of tarwebrood.
De kaassoufflé is de jongste van onze klassieke frituursnacks. Hij wordt in 1969 uitgevonden als Hans van Bemmel een plaatselijke bakker vraagt om iets te maken met een plakje Goudse kaas en bladerdeeg.
De hedendaagse frikandel bevat vooral separatorvlees
De hedendaagse frikandel bevat hoofdzakelijk separatorvlees. Dat is vaak een mengsel van: veelal kippenvlees, varkensvlees en sommige producenten voegen nog zo'n 5 procent paardenvlees toe.
Een frikandel (Nederlandse uitspraak: [frikɑnˈdɛl]; meervoud frikandellen) is een traditionele snack die oorspronkelijk uit Nederland komt, een soort gehaktworst , waarvan de moderne versie is ontwikkeld na de Tweede Wereldoorlog.
Het record voor de langste frikandel ooit gemaakt is 7,5 meter lang. Dus de heren van Stuk willen voor het dubbele gaan! Een frikandel van 15 meter. Uiteraard voorzien van curry, mayo en uitjes.
Frikandellen zijn bewerkte vleesproducten die veel verzadigde vetten en zout bevatten. Allemaal dingen die slecht zijn voor de gezondheid. Het Voedingscentrum vindt frikandellen dan ook niet passen in een gezonde leefstijl en adviseert daarom ze te mijden.
Het eten van schapen, runderen, pluimvee, kamelen, paarden, wilde ezels, konijnen, egels, stekelvarkens, sprinkhanen, vogels en zeedieren (met uitzondering van palingen, krokodillen, zeeschildpadden, dolfijnen en haaien) zijn wel toegestaan.
Petje af voor Gerrit de Vries, zou je denken. Maar snackfabrikant Beckers verblijdt ons met een ander verhaal. Volgens hen was oprichter Jan Bekkers in 1959 de echte uitvinder van de frikandel.
De berehap is de ongezondste snack
'Dan zou ik zeker niet kiezen voor de berehap. Die is het zwaarst, zo'n 150 gram, terwijl de andere snacks ongeveer de helft wegen', aldus Brouwer. Je krijgt dus veel meer calorieën binnen.
De snack met de minste calorieën is de hamburger: 253 kcal. Bij McDonald's zijn vijf salades te koop. De salade met kip bevat in vergelijking met de andere fastfoodrestaurants het kleinst aantal calorieën per portie: 137.
De loempia komt als gezondste snack uit de test.
Later gaf Beckers toe alleen bij de magnetronfrikandellen paardenvlees te gebruiken. Mora stelt paardenvlees te gebruiken vanwege de smaak.
Het vlees van afgedankte Ierse en Britse racepaarden komt illegaal in Nederlandse bitterballen en kroketten terecht. Dat vlees mogen mensen niet eten, omdat racepaarden tijdens hun carrière mogelijk medicatie hebben gehad om blessures te behandelen.
De kroket komt oorspronkelijk uit Frankrijk. In een boekje uit 1705 van Le cuisinier Royal et bourgeois, (eerste druk 1691) dat werd geschreven door François Massialot, de kok van Lodewijk XIV, staat al een recept voor kroketten (croquets).