In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Extra water is niet nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel.Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Zodra uw baby vaste voeding begint te eten (vanaf ongeveer 6 maanden), kunt u hem of haar slokjes water uit een kopje of beker aanbieden bij de maaltijden . Drinkwater voor baby's ouder dan 6 maanden hoeft niet eerst gekookt te worden. Baby's die volledig borstvoeding krijgen, hebben geen water nodig totdat ze vaste voeding gaan eten.
Let op wat je kind nodig heeft.
Soms heeft je baby simpelweg geen dorst. Bijvoorbeeld wanneer je kind kortgeleden nog gedronken heeft of als er net gegeten is. Het buikje van je baby is nog klein en zit snel vol. Geef je baby dus alleen water als je kind écht dorst heeft.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Extra water is niet nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel.Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Het (her)introduceren van nachtvoedingen zorgt er vaak voor dat je productie weer stijgt. 's Nachts produceer je namelijk gemakkelijker meer melk. Pas borstcompressie toe. Dit zorgt ervoor dat je baby langer actief aan de borst blijft drinken en meer melk binnenkrijgt.
Zodra je kindje echter 6 maanden is en je langzaam de overstap maakt naar vaste voeding, is het wel belangrijk om voldoende water te geven. Water is altijd de beste dorstlesser. Kies voor jouw kindje voor mineraalarm, niet-bruisend flessenwater.
Geef je kind vaak te drinken. Geef bij overgeven kleine slokjes. Bel de huisarts als je kind veel minder plast, een droge mond heeft of zonder tranen huilt. Bel direct de huisarts als je kind bijna niet reageert of niet goed wakker te krijgen is.
Doe wat moedermelk op de tepel, om je baby aan te moedigen te zuigen. Laat je baby met de tepel spelen, zodat hij eraan kan wennen. Probeer je baby in een andere positie te houden. Zet hem in een babyzitje of autostoeltje, zodat hij half rechtop zit, en geef hem dan de fles terwijl hij naar hem kijkt.
De reden waarom uw baby niet bereid is om water te drinken, kan zijn dat er water in de melk, groenten, fruit en soep zit die ze consumeert, dus ze heeft geen dorst . Daarom moeten ouders haar niet dwingen om water te drinken. Als uw baby dorst heeft, zal ze van nature drinken.
Als je baby toch de fles weigert, troost of verschoon je baby, of speel even met je baby voordat je borstvoeding geeft. Als je baby goed uit de fles drinkt, geef dan 2 dagen lang minimaal 3 flesvoedingen na elkaar. De laatste voeding voor de nacht voed je de baby aan de borst.
Het is dus het beste om je kind uit een gewone, open beker of open oefenbeker te laten drinken. Met een open drinkbeker leert hij de vloeistof aan te zuigen en kan hij beter inschatten wanneer hij z'n mond dicht moet doen tijdens het drinken, om verslikken te voorkomen. Op deze manier leert hij goed doseren.
Sommige baby's vinden het moeilijk om plots een ander soort voeding te krijgen. Begin daarom bijvoorbeeld met een klein beetje vaste voeding, dan wat water en dan weer eten, enz. Wees gerust, na een poosje kun het hapje loskoppelen van het drinken. Geef het water een licht smaakje door het te infuseren.
Blijf moedermelk of zuigelingenvoeding als hoofddrank gebruiken tot 12 maanden. Als u zuigelingenvoeding gebruikt, kies dan eerst zuigelingenvoeding. Kleine hoeveelheden gepasteuriseerde volle koemelk kunnen worden gebruikt om speenvoeding te bereiden vanaf 6 maanden. Koemelk mag niet de hoofddrank van uw kind zijn totdat ze 1 jaar oud zijn.
Ja, kraanwater is betrouwbaar voor jong en oud. Het Nederlandse kraanwater voldoet aan zeer strenge kwaliteitseisen. Bij die eisen zijn kwetsbare groepen zoals bijvoorbeeld baby's en ouderen als uitgangspunt genomen. Kinderen kunnen dus kraanwater drinken en babyvoeding kan ermee bereid worden.
Zorg ervoor dat er altijd water in de buurt van kinderen aanwezig is. Op deze manier maak je het een stuk gemakkelijker voor ze om meer water te drinken. Zet bijvoorbeeld water op tafel tijdens het eten, neem water in een fles mee naar de speeltuin of laat ze hun eigen bidon meenemen tijdens een dagje uit.
Je kindje voelt zich niet lekker en heeft jou hard nodig. Huid-op-huidcontact, zachtjes wiegen of praten met je baby kan helpen om hem gerust te stellen en te ontspannen. Probeer je in de tussentijd niet te veel zorgen te maken. Vaak gaat je kindje vanzelf weer drinken als hij zich beter begint te voelen.
Laat je kind overdag niet langer dan 2,5 uur achter elkaar slapen. Maak je kind altijd wakker op hetzelfde tijdstip na een dutje, ook als het dutje korter is dan normaal. Wek je kind elke ochtend op hetzelfde tijdstip, hoe kort of lang je kind die nacht ook geslapen heeft.
Goed om te weten: in de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding en heeft het geen extra water nodig. Na een half jaar kun je wél langzaam overgaan van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel met eventueel water.
Probeer eens al wandelend, al wiegend of al zingend een flesje te geven.Zet een rustgevend muziekje op en dim het licht. In een ontspannen sfeer is het makkelijker om iets nieuw te leren. Geef het flesje als je kind slaperig is, vlak voor of vlak na het middagdutje.
De eerste maanden zuigt een baby instinctief op alles wat er in zijn of haar mond komt. Rond de 3 maanden begint dat te veranderen en kan het soms voorkomen dat een baby niet meer uit de fles wil drinken. Zelfs baby's die altijd makkelijk uit een fles dronken, kunnen rond deze periode opeens gaan fles weigeren.