Plas in één keer uit zonder de straal te onderbreken. Door te gaan zitten op een toilet gaat het uitplassen soms eenvoudiger. De bekkenbodem kan dan goed ontspannen. Wanneer er wat urine achterblijft in het gedeelte van de plasbuis dat buiten de sluitspier ligt, kunt u last krijgen van nadruppelen.
Na een prostatectomie (en/of een TURP: transurethrale resectie van de prostaat) lukt het vaak niet om de plas even uit te stellen. Door de operatie is de balans in het systeem van controle over de blaas verstoord. Dit betekent dat je dan als man in meer of mindere mate urine verliest.
Door uw bekkenbodemspieren na een operatie te gebruiken, worden ze sterker en verbetert u de controle over uw blaas. Kegeloefeningen kunnen ook uw hersteltijd versnellen. U kunt ook een bekkenbodemtherapeut raadplegen voor extra begeleiding.
Drinkt u de eerste twee weken veel om uw blaas goed door te spoelen (minimaal twee liter per dag). De eerste weken na de operatie kunt u problemen ervaren met plassen. U kunt te maken krijgen met een snellere aandrang tot plassen en moeite krijgen om uw plas op te houden.
Omdat de prostaat en de zaadblaasjes zijn verwijderd, kunt u geen zaadlozing meer krijgen. U kunt nog wel een orgasme krijgen (klaarkomen), maar dan zonder zaadlozing. De zenuwbanen die ervoor zorgen dat een man een erectie (stijf worden van de penis) kan krijgen, liggen als heel fijne zenuwvezeltjes om de prostaat.
Mannen kunnen een orgasme bereiken op zichzelf met handmatige stimulatie of met een partner door handmatige of orale stimulatie . Vergeet niet dat een erectie niet nodig is.
Mannen met een goedaardig vergrote prostaat kunnen beter gaan zitten bij het plassen. Hierdoor plassen zij de blaas beter leeg en lopen minder risico op blaasontsteking. Dat blijkt uit bestudering van de wetenschappelijke literatuur op dit gebied.
Incontinentie treedt meestal op na een prostatectomie, omdat een van de kleppen die de urinestroom regelen, samen met de prostaat wordt verwijderd .
De meeste patiënten die deze operatie ondergaan, ervaren weinig pijn. U kunt wel last hebben van blaaskrampen. Dit kan komen door de ingreep zelf of bijvoorbeeld doordat de katheter niet goed afloopt door een stolsel.
Ongeveer 40% van de mannen met gelokaliseerde prostaatkanker kiest voor een radicale prostatectomie. Aanhoudende en hinderlijke urinelekkage na prostatectomie is een veelvoorkomende bijwerking van de operatie, met meldingen variërend van 1% tot 40% incidentie [3–5] , afhankelijk van hoe incontinentie wordt gedefinieerd.
Daardoor kan urineverlies ontstaan. Na de operatie moet de bekkenbodem wennen aan de nieuwe situatie en moet de sluitspier worden 'getraind'. Een half jaar tot een jaar na de operatie is het merendeel van de patiënten continent, maar sommigen blijven ook daarna urineverlies houden (3 tot 5 %).
Na de operatie kunt u weer beginnen met het doen van bekkenbodemspieroefeningen zodra uw katheter is verwijderd (meestal één tot drie weken na de operatie voor prostaatkanker en twee tot drie dagen na de operatie voor een vergrote prostaat). Ze zijn veilig om te doen en doen geen pijn of schade.
Bel direct uw huisarts of de huisartsenpost als u opeens niet meer kunt plassen. U krijgt een slangetje in uw blaas via de plasbuis. Dit blijft 2 of 3 dagen zitten. U krijgt vaak ook medicijnen om beter te kunnen plassen.
In 2022 introduceerde Andros Clinics een nieuwe prostaatoperatie in Nederland: Rezum. Het behandelen van de vergrote prostaat met stoom om plasklachten op te lossen.
Bijvoorbeeld zo: rustig tot 10 tellen of rustig door uw neus inademen en door uw mond uitademen.Span de spieren rond uw plasbuis, balzak en anus rustig aan. U kunt dit zo lang mogelijk proberen vast te houden. U kunt ook vaak achter elkaar de spieren rustig aanspannen en dan weer loslaten.
Span je bekkenbodemspieren aan en houd ze vijf seconden vast (tel 1 duizend, 2 duizend, 3 duizend, 4 duizend, 5 duizend). Ontspan je bekkenbodemspieren. Je hebt net één Kegel-oefening gedaan. Je moet van plan zijn om 10 tot 20 Kegel-oefeningen drie tot vier keer per dag te doen.
Er is een interne en een externe klep. Als u een operatie ondergaat om uw prostaat te verwijderen, moet de interne urineklep worden verwijderd als onderdeel van de prostaatoperatie . De externe urineklep die u bedient om urine te laten ontsnappen of uw stroom te stoppen, zal nog steeds werken.
Langdurige katheterisatie kan leiden tot bacteriëmie, vorming van blaas- en nierstenen, fistel- of strictuurvorming, incontinentie en zelfs tot blaaskanker. Het niet plaatsen van een katheter bij incontinentie leidt soms tot extra kosten.
TURP als plassen lastig gaat
Kun jij moeilijk uitplassen en is je prostaat niet verwijderd? Dan kan de uroloog een TURP uitvoeren. Een TURP is een operatie door je plasbuis waarbij de uroloog het deel van de prostaat weghaalt dat de plasbuis dichtdrukt.
Zorg dat u ontspannen op het toilet zit, de kleding goed naar beneden en uw voeten op een voetenbankje of opstapje.De knieën moeten iets hoger zijn dan de heupen, de rug is dan bol. Ontspan de bekkenbodemspieren zodat de reflex om te ontlasten kan beginnen.
Ga met de stroom mee
Plassen moet soepel aanvoelen – alsof je een schakelaar omzet – dus je zou niet de behoefte moeten voelen om je spieren samen te trekken of te spannen om te plassen. Wanneer je met geweld urine “uitduwt”, activeer je onbedoeld je bekkenbodemspieren, terwijl je ze in werkelijkheid zou moeten ontspannen.
Als na een radicale prostatectomie het gewone leven weer opgepakt wordt, hoort seks daar voor de meeste mensen weer bij. Het hervatten van het seksleven geen gemakkelijke opgave. Na de operatie komt vaak een meer of minder ernstige erectiestoornis voor, ook bij mannen die een zenuwsparende ingreep hebben ondergaan.
Er zijn minder narcosemiddelen nodig, ook al duurt de operatie soms langer dan een open operatie. Het herstel gaat meestal sneller en het verblijf in het ziekenhuis is daardoor korter. Het cosmetisch resultaat na de operatie is beter, omdat er geen grote operatiewond is.
Het urineverlies is kort na de operatie het ergst. In de loop van de maanden gaat het meestal steeds beter. Er zijn verschillende manieren om met urineverlies om te gaan. Zoals het trainen van de bekkenbodemspieren, opvangmateriaal of een condoomkatheter gebruiken en indien nodig een operatie.